‘Ik stop pas’, zegt SP’er Sandra Beckerman, ‘als het werk hier me niet meer raakt’

SP-Kamerlid Sandra Beckerman De SP raakt opvallende Kamerleden kwijt, maar níet Sandra Beckerman. Die wil haar strijd voor de Groningers voortzetten. „Ik zou willen dat er wat meer gevoel was in de politiek.”

SP-Kamerlid Sandra Beckerman bij een demonstratie van Groningers die met de bus naar Den Haag waren gekomen.
SP-Kamerlid Sandra Beckerman bij een demonstratie van Groningers die met de bus naar Den Haag waren gekomen.

Foto Bart Maat

„Nevenschade” noemde premier Mark Rutte de problemen door de gaswinning in Groningen. Tweede Kamerlid Sandra Beckerman van de SP kon het bijna niet geloven. Het was in het debat over de parlementaire enquête naar de gaswinning, op 6 en 7 juni: één maand voor de val van Rutte IV. Ze had aan de premier gevraagd of hij ook vond dat de behandeling van gedupeerde Groningers „hardvochtig en onterecht” was en dat „de criteria niet deugden”. „Zeker”, zei de premier. Maar waarom, vroeg Beckerman, trok hij dan nu niet dezelfde conclusie als bij de Toeslagenaffaire? Daar was dit voor hem het argument geweest om op te stappen.

Rutte vond het onvergelijkbaar. Bij de toeslagen ging het om een aanpak „die in de kern” verkeerd was. De problemen in Groningen waren volgens hem „nevenschade” van „de exploitatie van onze bodemschatten”, die „aanvankelijk heel mooi” was. Beckerman werd woest. „Ik ben geen nevenschade. Wíj zijn geen nevenschade.”

Sandra Beckerman: „Ik woon in Groningen, een land waar ik trots op ben, maar is het nog Nederland? Hoort mijn land er nog wel bij? Doen wij ertoe?”
Foto Bart Maat

Het is die emotie die partijgenoten én Groningers zien als typerend voor Sandra Beckerman (40), Kamerlid sinds 2017. Deze week heeft ze de SP laten weten dat ze graag weer op de kandidatenlijst wil. De partijtop, die al opvallende Kamerleden als Renske Leijten en Peter Kwint zag vertrekken, zal het vast het zeker met opluchting hebben aangehoord: Beckerman blijft. Tegen NRC zegt ze dat er een paar weken over heeft nagedacht. „Het waren zware, heftige jaren.” Maar ze vindt dat ze nog veel werk te doen heeft: „Rutte gaat weg en dat is goed. Maar daarmee heb je nog geen overheid die er weer is voor mensen. Dat zie ik als mijn opdracht.”

Sandra Beckerman komt oorspronkelijk uit Veenendaal, nabij Utrecht. Maar in de Tweede Kamer vertolkt ze al heel lang het geluid van de gedupeerde Groningers en heeft ze het over „wij”, niet „zij”. Vier jaar geleden vroeg ze aan Rutte of Groningen er nog wel bij hoorde. In een debat over de aardbeving bij Westerwijtwerd. „Uw land is misschien waanzinnig gaaf”, zei ze. „Mien laand is dat niet. Ik woon in Groningen, een land waar ik trots op ben, maar is het nog Nederland? Hoort mijn land er nog wel bij? Doen wij ertoe?”


Lees ook: Over niets zei Rutte zó vaak sorry als over Groningen

Betrokkenheid

Beckerman kwam in 2001 naar Groningen om archeologie te studeren. Ook toen ze Kamerlid werd, bleef ze er wonen. Haar betrokkenheid bij de inwoners van het aardbevingsgebied begon in de tijd dat ze lid was van Provinciale Staten, van 2007 tot 2017. Daar hoorde ze Liefke Munneke-Bos spreken, een inwoonster van het dorp Krewerd die in de Statenvergadering kwam vertellen over de schade aan de eeuwenoude boerderij waarin ze met haar man Jan woonde. Beckerman was getroffen, zei ze later, door de liefde waarmee de vrouw vertelde over de schoonheid van het gebied, en door haar strijdbaarheid om de boerderij hersteld te krijgen.

In het debat over de parlementaire enquête noemde ze het echtpaar, „als eerbetoon” maar ook „als aanklacht”. En ze huilde. Jan had haar vlak voor het debat gemaild: deze zomer kon hij eindelijk het flatje uit waarnaar ze hadden moeten uitwijken, terug naar de boerderij. Maar zonder zijn vrouw, wist Beckerman. Liefke was in 2021 overleden. „En dan komt het kabinet nu met een reactie die ‘nij begun’, een nieuw begin, heet”, zei ze.


Luister ook naar de podcast Haagse Zaken over het gasdebat

‘Grönnens Laid’

De publieke tribune zat vol Groningers. Voor het debat had Beckerman samen met hen achter een spandoek het ‘Grönnens Laid’ gezongen. Janny en Rolf de Weijs-Krol uit Wierumerschouw vertelden dat ze Beckerman al jaren volgen en onder de indruk zijn van haar vermogen om telkens weer aandacht te vragen voor Groningen. Chris Garrit, cultureel ondernemer uit Groningen, zei: „Sandra gaat heel trouw bijna elke week het gebied in om met mensen te praten. De ellende die ze daar hoort en ziet draagt ze met zich mee. Daarom zie je altijd die emoties bij haar.”

De verhalen van gedupeerden bundelt Beckerman in ‘zwartboeken’, zoals de SP vaker doet. Ze heeft er al drie gemaakt over Groningen enwerkt aan een vierde. Op een zaterdag eind juni was ze in Middelstum om te luisteren naar bewoners van een straat waar de huizen jaren geleden al onveilig zijn verklaard. In een partytent met SP-logo zaten bewoners aan picknicktafels met thee en tomaatjes. Vanuit de verte zag het er gezellig uit, aan tafel klonken verdrietige verhalen. De straat zal worden gesloopt en vervangen door nieuwbouw. Sommige bewoners wachten daar al negen jaar op, intussen verloederen de huizen.

Sandra Beckerman over ‘Groningen’: „En dan komt het kabinet nu met een reactie die ‘nij begun’, een nieuw begin, heet”.
Foto Bart Maat

Elise, een meisje uit de brugklas, vertelde over haar slaapkamer die nog steeds „babyroze” was, zo lang wacht ze al. Vrienden nodigt ze bijna nooit thuis uit. De vloer ligt los, in muren zitten scheuren. „Gisteren trok ik het scharnier van mijn deur eruit.” Een vrouw was in de partytent begonnen over haar hartproblemen, een ander had zware psychische klachten. „Ik heb ook vier herseninfarcten gehad. Als het zo doorgaat ga ik tussen zes plankjes de woning uit.”

Beckerman zei na haar bezoek aan Middelstum dat de verhalen ook invloed hadden op háár gemoedstoestand. Ze trok het zich erg aan. „Ik huil vaak in de Kamer.” Maar ze weet, zegt ze nu, dat ook dát voor de Groningers belangrijk kan zijn. Soms helpt het bewoners om hun eigen emoties te uiten. Ze zegt ook: „Ik zou willen dat er wat meer gevoel was in de politiek. Laat het eens dichtbij je komen. Ik heb voor mezelf bedacht: ik stop pas als het me niet meer raakt.”