Opinie | Het CDA is overleden, maar Nederland heeft nog steeds een volkspartij nodig

Christen-democratie Het CDA bestaat alleen formeel nog. Deze zomer is cruciaal. schetst vier scenario’s voor een wederopstanding.
Foto Bart Maat / ANP

Nu de rook na de val van het kabinet is opgetrokken, kunnen alle partijen een realistische inschatting maken van waar ze staan. Vooral voor het CDA is dit een hard gelag. Het heeft geen zin er doekjes om te winden: het CDA bestaat alleen formeel nog; feitelijk is de partij overleden. Men beoogde een brede volkspartij die mensen uit allerlei geledingen van de bevolking verbond, sociaal-economische lagen, stad en platteland, jong en oud, Groningen met Limburg, religieus en niet-religieus. Centraal stond een breed waardenpakket: publieke gerechtigheid, solidariteit, rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid. Die brede volkspartij is niet meer. Maar in feite was ze dat al lang niet meer: het CDA was al langer primair een machtspartij-op-zoek-naar-ideeën geworden, en met die ideeën wilde het al lang niet meer vlotten – wat het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA ook aandroeg.

Voor het verval van volkspartijen – ook die andere volkspartij, de PvdA stortte in – zijn allerlei oorzaken aan te wijzen en sociologen schudden ze zo uit de mouw: individualisering, secularisatie, globalisering, vergrijzing, maar zeker ook ingrijpende verandering van de verwachtingen van burgers – of moeten we zeggen ‘consumenten’? – van politiek. Nederland is verworden tot een pragmacratie, bepaald door bestuurlijk efficiëntie-denken op grote afstand van de burger. Tegen haar eigen waarden in, heeft het CDA daar vaak volop aan meegewerkt.

Maar de politiek komt nu knallend terug. Machtspartijen op zoek naar ideeën worden ingewisseld voor ideeënpartijen op zoek naar macht, met een bijzondere rol voor leiders die staan, zelfs lijden, voor hun overtuiging. Het CDA had hier met Jan Peter Balkenende in de eerste tien jaar van deze eeuw nog enigszins een antwoord op. Sindsdien is de ‘C’ (van christelijk) gaan staan voor ‘copy cat’: proberen andere, meer ‘succesvolle’ partijen te imiteren als VVD-light, PVV-light, en nu BBB-light. Het is de allerbeste aanbeveling voor de originelen en dus een hopeloze strategie, hoezeer ook opgeleukt door nihilistische marketeers.

‘Pragmacratie’

Plaatselijk zijn er overigens veel CDA-politici met ‘volkspartij-genen’ (en daarmee nog steeds een belangrijk reservoir van talent). Maar landelijk lukt het niet meer. Eerder al werden de PvdA en de VVD uitgedaagd door het nieuwe type leider: Jan Marijnissen (SP), Geert Wilders (PVV), Thierry Baudet (FVD). Nu heeft het CDA met Caroline van der Plas (BBB), en wellicht Pieter Omtzigt, de eigen uitdager. Duidelijk wordt hiermee overigens dat er in Nederland nog steeds behoefte is aan een brede volkspartij met verbindende waarden. De in feite nihilistische ‘pragmacratie’ heeft haar langste tijd gehad. Wat kan het CDA nu doen? Vier scenario’s.

Het eerste is het ‘Mokken- en Modderen-scenario’. Het CDA kan blijven doen alsof ze nog altijd volkspartij is en zo een karikatuur van zichzelf worden, mokkend, boos omdat kiezers wegblijven, stilletjes hopen dat de BBB implodeert – en Omtzigt niet meedoet.

Lees ook: De positie van het CDA is verder verzwakt, twijfel over de partijtop neemt toe

Als tweede kan men de hele partij, inclusief de leden en het partijbureau verpakken in vrolijk cadeaupapier, een lintje eromheen, en dan aanbieden aan de jongeren van de partij. Iedereen boven de veertig, vaak nog verteerd door heimwee naar de tijden van weleer, geeft de eigen positie in de partij op, inclusief het bestuur. Jongeren van het CDA zijn geen lid meer geworden vanuit carrière-overwegingen maar omdat de politieke visie van het CDA hen aanspreekt en inspireert. Zij zullen vanzelf een heel nieuwe vorm van politiek ontwikkelen, waarschijnlijk iets als ‘ombudspolitiek’, omdat de positie als machtspartij voorgoed voorbij is.

In een derde mogelijk scenario wordt de partij ook verpakt, misschien in iets stemmiger cadeaupapier, en het geheel inclusief alle leden alsnog aangeboden aan Pieter Omtzigt, gepaard met een buitengewoon ruiterlijke excuusbrief. Ook hier zullen dan bestuur en leden boven de veertig , inclusief ‘mastodonten’, hun positie ter beschikking stellen en zijn alleen nog op afroep van Omtzigt beschikbaar.

Machtspartijen op zoek naar ideeën worden ingewisseld voor ideeënpartijen op zoek naar macht

De leden zullen dit in groten getale toejuichen. Mocht Omtzigt toch met een eigen lijst komen, dan is het wel zo hoffelijk als het CDA een keertje niet meedoet aan de verkiezingen om de nu in haast aangewezen lijsttrekker de tenenkrommende situatie te besparen in fel debat te moeten met iemand met wie zij of hij het waarschijnlijk voor het overgrote deel helemaal eens is.

Een vierde scenario is dat er op korte termijn besprekingen worden gestart, op voet van gelijkwaardigheid en onder leiding van ‘wijzen’ (kaliber Remkes), tussen Caroline van der Plas, Pieter Omtzigt en jonge CDA’ers over nieuwe partijvorming, een soort Platform voor Nederland (misschien direct een aardige naam). Het CDA begon ooit ook zo, als langzaam groeiend verband van drie eerdere partijen.

Nederland heeft nog steeds een verbindende volkspartij nodig, die inhoudelijk enigszins staat voor de waarden die de oprichters van het CDA ooit bedacht hebben. De huidige CDA-leiding zal moeten beseffen dat als hen iets in de sfeer van de christen-democratie echt ter harte gaat, men het huidige CDA zal moeten opgeven en een nieuwe drager moet ontwikkelen. Het CDA is dood, lang leve een ‘christen-democratie-achtige’ volkspartij. Dit wordt voor het CDA, als het nog een keuze heeft, geen rustige zomer maar een of zomer van bezinning en daadkracht – of van fatale lethargie.