N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Klimaat Zomerstormen zijn relatief zeldzaam. Ze zijn ook lastig te voorspellen. Maar als ze optreden, dan richten ze relatief veel schade aan.
Vanochtend werd in IJmuiden een windstoot van 146 kilometer per uur gemeten, de krachtigste tijdens een zomerstorm sinds 1912. In tijden van veranderend weer en snel opeenvolgende weerrecords roept storm Poly de vraag op: komt dit door klimaatverandering?
„Dat is moeilijk te zeggen”, zegt Pieter Groenemeijer, directeur van het European Severe Storms Laboratory, een Duits-Oostenrijks instituut dat zware stormen onderzoekt. „Er zijn gewoon te weinig zomerstormen om een trend te zien.” Sinds 1904 zijn er maar 42 zomerstormen geweest, en de frequentie lijkt zelfs wat af te nemen: de vorige zomerstorm dateert van 25 juli 2015. Ook nam de gemiddelde windsnelheid in de zomer af.
Ook andere waarnemingen en meteorologische theorie wijzen niet op een toename. „Winterstormen komen vaker voor, maar ook daar geldt dat er geen duidelijke klimaattrend is: het worden er niet meer”, zegt Groenemeijer. „De invloed van klimaatverandering op het ontstaan van winterstormen is klein en ze nemen niet toe in aantal en kracht”, schreef het KNMI in het rapport De staat van ons klimaat 2022.
Sterkere straalstroom
Groenemeijer: „Een storm moet ergens zijn energie vandaan halen. Bij niet-tropische stormen is dat het temperatuurverschil tussen de polen en lagere breedten.” Een groter temperatuurverschil jaagt een sterkere straalstroom aan, een krachtige wind op zo’n tien kilometer hoogte. „Via een aantal tussenstappen leidt een krachtige straalstroom tot verstoringen die kunnen uitgroeien tot stormen.”
In de zomer is het noord-zuidtemperatuurverschil kleiner dan in winter en herfst, vandaar dat zomerstormen relatief zeldzaam zijn. Bovendien warmen de polen door klimaatverandering sterker op dan lagere breedtes, dus wordt het temperatuurverschil eerder kleiner dan groter. Dus worden stormen in theorie zeldzamer.
Toch is dat niet het hele verhaal, zegt Groenemeijer. „Bij zomerstormen speelt er iets anders mee: door de hogere temperaturen kan de lucht meer waterdamp vasthouden.” Als vervolgens die lucht opstijgt en de waterdamp condenseert tot waterdruppels of ijs, komt daarbij meer warmte vrij. Die warmte jaagt het opstijgen verder aan. „Dus zie je dat depressies zich in de zomer sneller uitdiepen en meer regen opleveren.” Ofwel: stormen ontwikkelen zich in de zomer sneller.
Forse schade
Ook zijn ze lastiger te voorspellen. „Een klein verschil in de beginsituatie kan een groot verschil in de uiteindelijke ontwikkeling kan maken.” Door die letterlijk stormachtiger ontwikkeling en onvoorspelbaarheid kunnen zomerstormen forse schade aanrichten, ook al omdat er in dit jaargetijde meer buitenactiviteiten gaande zijn. Daarnaast staan bomen vol in blad, zodat de wind er meer grip op heeft. Inderdaad sneuvelden er in Noord-Holland talloze bomen.
Een wel heel duidelijk aangetoonde klimaattrend is bovendien die van heviger stortbuien in de zomer, die kunnen leiden tot overstromingen zoals die in Duitsland, België en Nederlands Limburg in 2021, die tot 220 doden leidden.
Ook dit komt doordat de warmere lucht meer water vasthoudt, en dus meer regen kan opleveren. Maar zomerstorm Poly gaf geen recordhoeveelheden regen. Groenemeijer: „Bovendien speelt daarbij ook een rol of een de regenband lang op één plaats blijft hangen. In dit geval was dat niet zo.”