Wat zie je als je bij Jong Oranje een wedstrijd lang naar spits Brian Brobbey kijkt?

Analyse

Voetbal Jong Oranje speelt dinsdag met Brian Brobbey voor een plek in de kwartfinale van het EK onder 21. Kritiek op de jonge aanvaller van Ajax is nooit ver weg, maar wat brengt hij precies?

Brian Brobbey, spits van Jong Oranje, stuit op de Portugese keeper Celton Biai in het groepsduel bij het EK onder 21 jaar.
Brian Brobbey, spits van Jong Oranje, stuit op de Portugese keeper Celton Biai in het groepsduel bij het EK onder 21 jaar. Foto Yuri Kochetkov / EPA

Lange periodes kan het spel aan hem voorbijgaan. Dan staat hij er wel, maar komt hij niet aan de bal. Lijkt hij er verloren bij te lopen. Tien minuten. Twintig minuten. Dan opeens kan hij, in een flits, zomaar weer gevaarlijk zijn met zijn explosiviteit.

Wat zie je, als je een wedstrijd lang naar Brian Brobbey kijkt? Kritiek op de 21-jarige spits van Ajax is nooit ver weg. Op zijn discipline. Dat hij vaak valt als hij schiet. Dat hij te veel kansen nodig heeft om tot scoren te komen. Tegelijkertijd onderschrijft vrijwel iedereen zijn enorme potentie.

Deze dinsdag (18 uur) kan Brobbey zich met Jong Oranje plaatsen voor de kwartfinale op het EK onder 21 jaar. Dan moet in de laatste poulewedstrijd Georgië, gastland samen met Roemenië, worden verslagen. Met Brobbey als aanvalsleider, speelde Nederland de eerste twee groepsduels gelijk tegen België (0-0) en Portugal (1-1).

Voor Brobbey is dit beloftentoernooi een kans om zich, na een teleurstellend seizoen bij Ajax waar hij niet zeker was van een basisplaats, te laten zien. Op een internationaal podium waar de scouts van alle grote clubs meekijken. Net als de nieuwe trainer van Ajax, Maurice Steijn. En Ronald Koeman, bondscoach van het Nederlands elftal, die zoekt naar meer opties voor de spitspositie.

„Oranje komt sowieso”, zei Brobbey vorige week in een interview met het AD. Hij bedoelde: dat gaat hij halen. Die zelfverzekerde opstelling staat in contrast met de twijfels over hem. Hij kan „een topspits worden in Europa”, zei de inmiddels ontslagen Ajax-coach Alfred Schreuder in oktober, maar hij moet „nóg harder werken, moet er nóg meer voor doen”. Brobbey is nog niet topfit en heeft qua discipline „hulp nodig”, zei de andere inmiddels voormalige Ajax-coach John Heitinga in april.

Wat brengt Brobbey precies? Waarin komt hij tekort, waar ligt zijn kracht? 80 minuten de ogen op Brobbey in het duel tegen Jong Portugal, van afgelopen zaterdag in Tbilisi.

Oersterk aanspeelpunt

Kort voor rust. De spits staat in de as van het veld, met zijn rug nog ver van het Portugese doel, een verdediger in zijn nek. Middenvelder Ryan Gravenberch, met wie hij al in de F’jes bij Ajax samenspeelde, passt op hem. Dit is het onderdeel waarin Brobbey zich onderscheidt: hij is het aanspeelpunt, controleert de bal door zijn sterke lichaam handig te gebruiken. Ploeggenoten weten dat, durven hem bijna blind in te spelen.

Het lijkt soms meer op basketbal dan op voetbal, hoe hij zich staande houdt in die felle, fysieke duels, met tegenstanders die hem vanuit zijn rug proberen te ontregelen, de bal te ontfutselen. Brobbey zet zijn kont naar achteren, bijna alsof hij naar de wc gaat, maakt zich breed, voelt waar de verdediger zit. Alles om de bal af te schermen. Een Portugees trekt vol aan zijn rechterarm, maar Brobbey blijft knap overeind en draait weg, iets wat hij in de jeugd veel oefende. Hij verplaatst het spel naar de linkerflank, waarop een kans ontstaat.

„In zo’n situatie is hij een topspits”, zegt de commentator van de NOS. Brobbey maakt mogelijk dat zijn ploeg kan aansluiten, kan doorvoetballen in jargon. Door die combinaties ontstaat er ruimte voor aanvallende loopacties. Tegen Portugal vervult hij die rol van ‘kapstok’ zo’n tien keer – opvallend genoeg alleen in de eerste helft.

Bij de F’jes was Brobbey „de grootste en sterkste”, zei Gravenberch eens. Beelden uit die tijd bevestigen dat. Gespierde bovenbenen, breed bovenlichaam. Zijn fysieke vermogen geeft Brobbey, die de hele Ajax-opleiding doorloopt, een voordeel in de jeugd. „Ik ben altijd al zo gebouwd [geweest], hoefde ik niet iets voor te doen”, zei hij onlangs op de Ajax-site.

De vraag is of hij in de jeugd niet te lang kon teren op zijn fysieke overmacht en of dat van invloed is geweest op zijn bredere voetbaltechnische ontwikkeling.

Ogen op de bal als hij schiet

Weer zoeken ze hem, in de achttiende minuut als Jong Oranje domineert. Rechtsback Devyne Rensch speelt hem aan, waarop Brobbey combineert met aanvaller Jurgen Ekkelenkamp. Snel, verzorgd voetbal. Wat leidt tot een offensief waarbij een afgeslagen bal van een Portugees plots voor de voeten van Brobbey belandt. Een buitenkansje.

Hij heeft veel tijd, veel ruimte, de Portugezen staan op een veilige marge van een paar meter. Brobbey kijkt naar beneden, naar de bal, en blijft daar naar kijken als hij aanlegt. Zo lijkt hij niet te zien waar de keeper en verdedigers zich precies begeven. Hij kiest geen hoek, schiet hard en recht op de doelman, die redt met een reflex. Brobbey kijkt pas omhoog als het schot onderweg is.

Het zijn keuzes in een fractie van een seconde. Die laten zien dat hij, op dat specifieke moment, nog de rust, de oriëntatie en het technisch vermogen ontbeert om doeltreffend te handelen. De misser is extra wrang, een minuut later maakt Portugal 1-0.

Zijn technische onvolmaaktheid blijkt halverwege de tweede helft wederom. Brobbey wenkt de diepte in, ontsnapt even aan zijn bewaker, Gravenberch passt fraai door het hart van de Portugese verdediging, perfect op maat, randje buitenspel. Maar de aanname van Brobbey is niet goed, hij komt niet uit, is de controle over de bal kwijt en wordt gestuit door de keeper. Weg kans.

Passief bij dreiging

Hij zakt iets terug op het veld, na een strakke combinatie met linksback Quilindschy Hartman. Brobbey beweegt helemaal naar de zijkant, laat zo in de as ruimte voor opkomende ploeggenoten. Hij staat zelfs even buiten de lijn als de aanval doorloopt. Dan valt op: Brobbey is niet erg gretig om weer aan te sluiten bij de aanval als vleugelspeler Crysencio Summerville doorkomt op links. Met als gevolg dat er weinig spelers mee zijn – Brobbey komt te laat om nog van betekenis te kunnen zijn.

In het zestienmetergebied, als hij gevaarlijk kán zijn, oogt hij soms wat onverschillig. Zoals halverwege de tweede helft. Een kans is in de maak, als invaller Milan van Ewijk doorkomt op rechts en een voorzet geeft. Maar Brobbey is passief, beweegt niet naar de eerste dan wel de tweede paal – eigenlijk doet hij niets. Bij vrije trappen en corners gaat er ook weinig dreiging van hem uit.

Hoewel hij zich regelmatig laat terugzakken voor combinaties, zorgt Brobbey ook voor diepgang. Zo’n vijf keer wordt hij met een lange bal weggestuurd, in volle sprint, wat wel gevaar oplevert maar geen echte kansen.

Toch wordt hij beloond voor die sprintjes: de laatste bal in de diepte die Brobbey krijgt, zorgt voor zoveel paniek bij de Portugese keeper dat die hem over de achterlijn stompt. Hoekschop. Kenneth Taylor geeft voor, Wouter Burger kopt door richting Brobbey, die precies op de goede plek staat en de bal instinctief met binnenkant voet binnentikt: 1-1. Hij staat dan al op het punt gewisseld te worden, wat erna ook gebeurt.

De technisch expert van organisator UEFA roept hem uit tot ‘man van de wedstrijd’. „De meeste aanvallende acties liepen via hem en hij stond aan de basis van veel kansen, waaronder de belangrijke gelijkmaker.” Hij voelt zich goed, zegt Brobbey bij de NOS. Klaar voor de confrontatie met Georgië – Jong Oranje heeft zijn aanspeelpunt hard nodig.