‘Grote twijfels of EU klimaatambities 2030 haalt’

Kritisch rapport Volgens de Europese Rekenkamer zijn er onvoldoende aanwijzingen dat genomen maatregelen toereikend zijn.

Windmolens in aanbouw bij Borssele, voor de kust van Zeeland. Volgens de Europese Rekenkamer is onvoldoende helder in hoeverre particuliere investeringen een rol spelen bij de klimaattransitie.
Windmolens in aanbouw bij Borssele, voor de kust van Zeeland. Volgens de Europese Rekenkamer is onvoldoende helder in hoeverre particuliere investeringen een rol spelen bij de klimaattransitie. Foto David van Dam

De Europese Unie dreigt haar klimaatambities voor 2030 niet te halen. In een kritisch rapport zet de Europese Rekenkamer deze maandag grote vraagtekens bij de Europese ambitie om in 2030 55 procent minder CO2 uit te stoten. „We hebben weinig aanwijzingen gevonden dat de genomen maatregelen om de doelen te halen toereikend zullen zijn”, aldus rapporterend lid van de Rekenkamer Joëlle Elvinger tegenover journalisten.

Het is niet de concrete, soms verregaande nieuwe Europese klimaatwetgeving die volgens de Rekenkamer onvoldoende is. Kijkend naar hoe Europa de afgelopen jaren emissies probeerde terug te dringen, constateren de controleurs dat men in het duister tast over wat precies wel en niet gewerkt heeft. Dat is problematisch, benadrukt Elvinger, omdat „we er daarmee zeker niet op kunnen rekenen dat we goed op weg zijn voor 2030”.

Resultaten uit het verleden bieden immers geen garanties – en ook weinig vertrouwen. De EU zou haar klimaatdoel voor 2020 waarschijnlijk nooit gehaald hebben zonder de financiële crisis van 2009 en de coronapandemie, die het energieverbruik fors remden. Problematisch is dat de Europese Commissie nooit heeft berekend hoeveel deze ‘externe factoren’ hebben bijgedragen aan het halen van de doelen. Daardoor is het lastig een optelsom te maken van wat nu daadwerkelijk hielp bij het terugdringen van de uitstoot en tegen welke prijs.

Lees ook: Frans Timmermans weet dat hij moet doordrukken, ondanks steeds meer verzet tegen zijn Green Deal

Trucs

Transparantie is een breder probleem, ook bij de deals die lidstaten konden sluiten als ze eigen doelen niet haalden. Nederland slaagde er bijvoorbeeld niet in voldoende hernieuwbare energie te gebruiken om aan haar doelstelling voor 2020 te voldoen. Om een boete te ontlopen kocht Nederland vervolgens hernieuwbare energie van een andere lidstaat, net als vijf andere EU-landen. Omdat de precieze details van deze boekhoudkundige trucs nooit openbaar zijn gemaakt, tast de Rekenkamer in het duister over of het kostenefficiënt is geweest voor het halen van klimaatdoelen.

Zo blijft ook onduidelijk hoeveel landen zelf hebben geïnvesteerd in de klimaattransitie en hoeveel investeringen uit de private sector hebben bijgedragen. Die onduidelijkheid houdt aan, ook op de weg naar 2030. Lidstaten hoeven in hun plan voor het halen van de nieuwe ambities niets op te schrijven over hoeveel private investeringen ze hebben gemobiliseerd – terwijl die circa 90 procent van de klimaattransitie zullen gaan betalen. „Er is geen informatie dat er voldoende financiering beschikbaar zal komen om de doelstellingen voor 2030 te halen, met name uit de particuliere sector”, concludeert de Rekenkamer.

„De doelen uit 2020 waren makkelijker dan die voor 2030 én werden gehaald dankzij crisissen”, aldus controleur Lorenzo Pirelli op een persbriefing. „Je zou willen dat we terugkijkend kunnen constateren dat het beleid kostenefficiënt is geweest. Maar we hebben daarover geen data die de basis zou moeten vormen van ons toekomstig beleid. Daardoor is het voor de private sector ook lastig in te schatten hoeveel waar moet worden geïnvesteerd.”

Het rapport komt op een pikant moment, nu de weerstand tegen de Europese ‘Green Deal’ toeneemt en vlak voordat lidstaten eind deze week een nationaal klimaatplan moeten indienen. Daarin moeten ze duidelijk maken hoe ze het nieuwe doel denken te gaan halen. De Rekenkamer roept de Commissie en lidstaten op in die plannen veel transparanter te zijn over de geplande kosten en baten.

Een specifiek punt van kritiek in het rapport richt zich op de manier waarop Europa zijn uitstoot berekent. Daarbij tellen emissies als gevolg van handel niet mee, net zomin als die door de internationale lucht- en scheepvaart. Zou dat wel gebeuren, dan zou de EU naar schatting 10 procent méér uitstoten. Eerlijkheid hierover is belangrijk, vindt de Rekenkamer, „omdat de EU zich heeft verplicht wereldwijd het voortouw te nemen bij de transitie naar klimaatneutraliteit.”