Nederland daalt van plek 4 naar plek 20 op internationale ranglijst kinderrechten

KidsRights Volgens kinderrechtenorganisatie KidsRights biedt Nederland „niet de benodigde zorg of bescherming aan een grote groep kwetsbare kinderen” en schendt het daarmee „enkele fundamentele kinderrechten”.
Demonstratie van ouders voorafgaand aan een Kamerdebat dit voorjaar over jeugdbeleid.
Demonstratie van ouders voorafgaand aan een Kamerdebat dit voorjaar over jeugdbeleid. Foto Ramon van Flymen/ANP

Nederland is uit de top tien van de KidsRights Index geduikeld, een ranglijst die laat zien hoe landen scoren op het gebied van kinderrechten. Volgens het rapport van de kinderrechtenorganisatie maakt Nederland zich schuldig aan „schending van enkele fundamentele kinderrechten”, onder andere op het gebied van jeugdzorg en jeugdbescherming. Nederland stond vorig jaar nog vierde op de ranglijst en is nu gezakt naar plaats twintig.

De overheid besteedt „een zeer laag percentage” van het budget aan kinderen en biedt „niet de benodigde zorg of bescherming aan een grote groep kwetsbare kinderen”, schrijft KidsRights. De organisatie doelt daarmee op „kinderen die afhankelijk zijn van jeugdzorg en jeugdbescherming, kinderen die in armoede leven of asielzoekerskinderen die leven in azc’s”. Ook is er sprake van „regionale kansenongelijkheid”.

Lees ook: Hervormingen in de jeugdzorg: ‘We proberen steeds te repareren wat na de vorige reparatie is misgegaan’

‘Jarenlang slecht beleid’

Volgens voorzitter Marc Dullaert van KidsRights zijn „deze dramatische cijfers een terugslag van jarenlang slecht beleid op het gebied van kinderrechten”, terwijl Nederland wel tot de rijkste landen ter wereld behoort. Volgens hem moeten „de overheid, maatschappelijke organisaties en belanghebbenden samenwerken om inclusief beleid en programma’s te ontwikkelen die regionale verschillen verminderen en gelijke kansen voor alle kinderen bevorderen.”

Wereldwijd gezien is de verwachting dat dit jaar een op de vier kinderen onder de armoedegrens zal leven. Dat komt onder meer door de oorlogen in Oekraïne en Soedan, de gestegen kosten van levensonderhoud en de naweeën van de coronapandemie.

Zweden, Finland en IJsland vormen de top drie van de ranglijst, terwijl Afghanistan, Tsjaad en Zuid-Soedan helemaal onderaan staan.