Nederlandse boeren zijn schrikbeeld EU geworden

Analyse

Landbouw Terwijl het Landbouwakkoord dinsdag klapte, kwamen EU-natuurministers samen in Luxemburg. Landbouw blijft een struikelblok.

Europese natuurministers spraken dinsdag in Luxenburg over de natuurherstelwet. Een grote meerderheid van de lidstaten stemde voor, maar Nederland blijft tegen.
Europese natuurministers spraken dinsdag in Luxenburg over de natuurherstelwet. Een grote meerderheid van de lidstaten stemde voor, maar Nederland blijft tegen. Foto Iris van den Broek/ANP

Wie de houding van dit kabinet wil begrijpen als het om landbouw, klimaat en natuur gaat, om alles wat groen is en groen moet worden, moest deze week naast Den Haag ook volgen wat in Luxemburg gebeurde.

In Den Haag zeeg dinsdagavond de hoop op een Landbouwakkoord ineen, nadat koepelclub LTO verdere gesprekken afblies en het kabinet verbouwereerd achterliet.

Een kabinetsvisie mét inspraak van de boeren was cruciaal, zo viel maandenlang te horen, om de rust terug te brengen en de stikstofcrisis op te lossen. Maar volgens de onderhandelaars van LTO eist het kabinet te veel van de boeren, en dus stapten ze eruit.

In dat licht was het veelzeggend wat er diezelfde dag in Luxemburg gebeurde, bij een bijeenkomst van Europese natuurministers. Daar was het juist minister Christianne van der Wal (VVD) die namens Nederland op de rem trapte. Op tafel lag de Europese natuurherstelwet, die lidstaten ertoe moet aanzetten veel meer te gaan doen om hun natuur te herstellen.

Een grote meerderheid van lidstaten stemde ermee in, maar Nederland blijft tegen. „We kunnen niet alles tegelijkertijd doen op dezelfde beperkte ruimte”, zei Van der Wal. In eigen huis geldt Van der Wal misschien als voortrekker in het stikstofdossier, in Europa voerde zij rond de wet het groepje dwarsliggers aan.

Een spagaat? In feite zijn de twee kabinetsposities niet zo tegenstrijdig als het lijkt. Na decennia van praktisch onbegrensde groei op een klein oppervlak ziet Nederland zich nu gedwongen keuzes te maken. Het inkrimpen van de veestapel en het tegenwerken van nóg meer dwingende regels om de natuur te verbeteren, vloeien kortom allebei voort uit de conclusie die Johan Remkes in zijn stikstofadviezen aan het kabinet al trok: niet alles kan.

Politiek dynamiet

Hoe hachelijk die balanceeract is, werd deze week pijnlijk duidelijk. Want de in Den Haag geklapte gesprekken met LTO lieten ook zien dat de boerensector niet zit te wachten op enige vorm van krimp, hoeveel ‘perspectief’ het kabinet ook biedt.

Het is niet het enige obstakel. Onder politieke partijen, met name op rechts, is het besef gegroeid dat klimaat, natuur en vooral landbouw politiek dynamiet zijn. Kwetsbaar voor de een, een machtsmiddel voor de ander. Zie het CDA, zie de BBB.

Lees ook: Voorlopig Landbouwakkoord was volgens experts nog veel te vaag

Dat besef sijpelt ook door in Brussel. Geen commentator die daar dezer dagen níet verwijst naar de overwinning van BBB in Nederland. Had iedereen het in Europa een paar jaar geleden over de Franse ‘gele hesjes’, nu duiken de ‘Nederlandse boeren’ overal op als schrikbeeld. En dus verzet de christendemocratische partij, waar ook CDA en ChristenUnie deel van uitmaken, zich hard tegen de natuurherstelwet, die ook de Europese landbouw zal raken. Dat verzet is deel van de lange aanloop naar Europese verkiezingen volgend jaar, waarin de christendemocratische partij opschuift naar rechts. Dáár liggen de electorale kansen, nadat recent rechtse coalities in onder meer Italië, Zweden en Finland tot stand kwamen. Niet geheel toevallig waren die drie landen deze week óók tegen de natuurherstelwet. Een ruk naar rechts volgt waarschijnlijk volgende maand ook in Spanje.

Een aan de partij verbonden analist beschreef deze week op Politico hoe Nederland als voorbeeld dient voor hoe ‘ruraal Europa’ zich succesvol tegen ‘stedelijke beleidselites’ kan keren. „De realiteit”, schreef deze Eoin Drea, „is dat ‘flyover’-Europa zijn stem begint te vinden.”

Hier dient zich een verkiezingsthema aan. Naar die stem moet immers geluisterd worden, zegt de partij, om mensen niet te verliezen in de groene transitie. „We zullen onze biodiversiteitsdoelen nooit halen in conflict met de plattelandsgebieden”, zei christendemocratisch leider Manfred Weber vorige week over de wet. „We zullen alleen succes hebben als we met hen samenwerken.”

Experiment Nederland

Plannen voor natuurherstel, zeggen de critici, zijn onvoldoende onderdeel van een overkoepelende strategie voor de Europese landbouw. Helemaal waar is dat overigens niet: eerder werden er al flink wat potjes geld gereserveerd om boeren te laten vergroenen. Alleen: je kunt nog zoveel schokdempers inbouwen, uiteindelijk kom je om de transitie niet heen. En net als in Nederland zal dat ook elders in Europa krimp betekenen.

Juist ‘experiment Nederland’ toont nu: polderend kom je er niet. Zelfs niet als je zoveel geld te verdelen hebt als Den Haag. Nederland mag dan ervaring hebben met fel boerenverzet, dat wil niet zeggen dat het kabinet er een effectief antwoord op gevonden heeft. De spagaat tussen wat moet gebeuren – gezien de slechte toestand van natuur en biodiversiteit – en waarvoor draagvlak is, was te groot.

Groeit daarmee het ‘schrikbeeld Nederland’? Is landbouw het onvermijdelijke struikelblok voor Europese groene ambities? Het beeld in Luxemburg was volgens sommigen in elk geval niet fraai. Opeens zat het doorgaans groene Nederland in het nee-kamp met onder meer Polen.

Maar het eind van het polderoverleg biedt ook kansen. Nu moet het kabinet zélf aan de bak. Helemaal ongunstig hoeft dat niet te zijn, want voor het kabinet was de uitgangspositie nooit ideaal. Het moest maar hopen dat LTO inderdaad de hele agrarische sector vertegenwoordigde als het tot een akkoord kwam.

Bovendien moest het kabinet erbovenop zelf voortdurend zaken afstemmen. Landbouwminister Piet Adema (CU) voerde de onderhandelingen, maar hij gaat niet over het geld en moest regelmatig bij zijn collega’s in het kabinet langs om te zien welke concessies mogelijk waren.

Nu mag Adema met het kabinet zijn eigen plan uitwerken. Als de Tweede Kamer volgende week over het klappen van de gesprekken debatteert, zal Adema benadrukken dat dát plan niet zo gunstig voor de sector zal zijn als het voorstel dat LTO deze week afwees.

Inkapselen, maar niet aan alle eisen toegeven. Niet bedelen om draagvlak, maar zelf de koers uitzetten. Het is een waagstuk, maar misschien is dat wel een les die Brussel straks uit de Haagse aanpak zal trekken.