N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Geneeskunde Iemands stresshormoonspiegel is op elk moment van de dag anders. Eén keer per dag meten is niet genoeg voor een diagnose.

Een nieuw, draagbaar apparaatje in een heupriem kan stresshormoonspiegels in de loop van de dag meten via een slangetje in het onderhuidse buikvet. De vinding is een uitkomst, want veel hormoonspiegels fluctueren door de dag heen. Eenmaal per dag meten geeft vaak te weinig informatie voor een goede diagnose of behandeling. Een groep Europese onderzoekers presenteerde de uitvinding deze week in Science Translational Medicine.
Stresshormonen spelen een onmisbare rol. Ze reguleren de stofwisseling, de cognitie en het immuunsysteem, en natuurlijk de reactie op stressvolle gebeurtenissen. Dat gaat via een nauw samenspel tussen de hersenen en de bijnieren. Hormonen die vrijkomen uit de hypofyse, een hersenklier, maken dat de bijnierschors het stresshormoon cortisol maakt – en veel andere hormonen, zoals bepaalde mannelijke hormonen en aldosteron, dat de bloeddruk regelt. Verstoringen in dit samenspel kunnen tot allerlei aandoeningen en klachten leiden.
De productie van onder meer cortisol gaat in pulsen en wordt gestuurd door de biologische klok. De hoeveelheid in het bloed varieert in de loop van de dag, maar soms ook tussen verschillende dagen en tussen mensen onderling. Een enkele meting geeft dus vaak maar een beperkt beeld van wat er aan de hand is met een patiënt. Meerdere keren bloed afnemen is omslachtig, zeker ’s nachts.
Dagelijkse bezigheden
Om een eind te maken aan deze beperkingen maakte de Britse onderzoeker Thomas Upton van de Universiteit van Bristol met zijn Europese collega’s een apparaat dat doorlopend hormoonmonsters kan nemen, terwijl patiënten hun dagelijkse bezigheden blijven verrichten. 214 gezonde volwassenen uit Noorwegen, Griekenland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk testten het prototype.
De deelnemers kregen een dun slangetje (een microdialyse-katheter) in hun buikvet, verbonden met een minipomp en een draagbaar bakje waarin de monsters kunnen worden verzameld. Elke twintig minuten nam het apparaat een monster, 24 uur lang, waarin later de hoeveelheid stresshormonen werd bepaald. Ter controle namen de onderzoekers zo ook bloedmonsters af. De proefpersonen bleven in het ziekenhuis maar konden gewoon rondlopen. De meeste deelnemers vonden het systeem niet vervelend om te dragen. Ze konden er ook prima mee slapen.
De onderzoekers brachten voor elke deelnemer het dagritme van acht hormonen in het vetweefsel in kaart, waaronder cortisol en aldosteron. Die weken soms behoorlijk af van die in het bloed.
De resultaten geven een beeld van de ‘ware’ beschikbaarheid van stresshormonen in vetweefsel, waar zij ook een belangrijke rol spelen, merken endocrinoloog Dipika Mohan en wiskundige Antonio Lerario op in een begeleidend commentaar. Zij zien talloze toepassingen: artsen kunnen ontbrekende hormonen nauwkeuriger aanvullen bij patiënten, en het kan zelfs leiden tot een gesloten systeem dat automatisch hormonen meet en aanvult, zoals voor diabetespatiënten al bestaat.
