Bridger Joris van Lankveld: ‘Eén kaart verschil en we hadden het EK niet gewonnen’

Joris van Lankveld vormt sinds 2009 een bridgekoppel met Berend van den Bos.


Foto Pepijn Kouwenberg

Interview

Kampioenen Niet alle sporters die dit jaar wereld- of Europees kampioen werden, kregen ruimschoots aandacht. In de laatste weken van 2022 laat NRC er tien aan het woord. Aflevering 1: Joris van Lankveld (33) werd in juni Europees kampioen met het Nederlands Open bridgeteam.

‘Ik ben zes tot acht keer per jaar in de Verenigde Staten. Daar worden de belangrijke toernooien gespeeld en is het meeste geld te verdienen. Bridge werkt niet met prijzengeld, het is een sport die veel wordt beoefend door vermogende mensen. In Amerika huren die de beste spelers in om aan toernooien deel te nemen.

„Wij hebben meerdere sponsors. Zo’n sponsor speelt zelf ook mee, daardoor eindigen we vaak wat lager dan normaal. Het is leuk om mensen die succesvol zijn geweest, te ontmoeten. Vorig jaar heb ik nog tegen Bill Gates gespeeld. Het verbaast me niet meer, ik heb inmiddels zó veel miljardairs ontmoet.

„De gemiddelde leeftijd van bridgers is zeventig-plus, maar de wereldtop is dan weer vrij jong. Ik ben op mijn zeventiende met bridgen begonnen, met mijn partner Berend van den Bos speel ik sinds 2009 samen. Nadat we wereldkampioen bij de jeugd waren geworden, in 2011, zijn we naar Amerika gegaan om te netwerken, dat is heel belangrijk in de bridgewereld. Je moet je laten zien om gevraagd te worden. Na twee toernooien hadden we een sponsor gevonden.

„Ik wilde nooit prof worden. Bridgen was voor mij een hobby en als je daar je beroep van maakt, ga je er toch anders tegenaan kijken. Dan komt er meer druk op te staan. Na mijn studie bedrijfskunde ben ik gaan werken bij de ING, op de hypotheekafdeling. Die baan combineerde ik met bridgen, maar dat was niet vol te houden. Ik was zeven dagen per week bezig, verdiende met bridgen meer dan bij de bank.

„Na een jaar besloot ik alleen nog maar te bridgen – een goede keuze. Ik vind het nog steeds heel leuk, het is een fantastische denksport. En we verdienen genoeg, het is geen probleem als het even wat minder gaat. Bridgen is wel lastig te combineren met mijn gezinsleven. We hebben een kind van zestien maanden en er is een tweede op komst. Veel komt neer op mijn vrouw, die ook werkt, en familie.

„In het bridge is het belangrijk om te bouwen aan een partnership. Je moet met elkaar op één lijn zitten. Berend en ik hebben een systeemboek waarin onze afspraken staan. Dat boek is twee- à driehonderd pagina’s dik. Bridge is een vrij emotionele sport, het is een spel van fouten. Op een speeldag moet je een paar honderd beslissingen nemen, daarvan pakken er veertig of vijftig verkeerd uit. Zelfs als je een goede beslissing neemt, één die in 70 procent van de gevallen juist is, kan die toch verkeerd uitpakken. Daar moet je wel mee kunnen omgaan, ook binnen een partnership. Het helpt bijvoorbeeld niet om tijdens het spelen in te gaan op wat er net is gebeurd. Dat is echt een valkuil voor bridgers. Je kunt het beste de dag erna gaan analyseren.

„We pakten dit jaar met Nederland zilver bij de Bermuda Bowl, het wereldkampioenschap. Het toernooi ging geweldig, voor het hele team. De finale tegen Zwitserland was superspannend. Als we één spel beter hadden gedaan, hadden we gewonnen. Het voelt nog steeds alsof we hadden moeten winnen. Toen we een paar weken later op het Europees kampioenschap goud haalden, dacht ik: had dat nou niet andersom gekund? Ik zal er mijn hele leven van balen, denk ik. Ook al is zilver ook een wereldprestatie.

Bridger Joris van Lankveld.

Foto Pepijn Kouwenberg

„Nederland was nooit eerder Europees kampioen. Op het EK speelden we tegen alle landen, in totaal 29 wedstrijden. We waren met dezelfde drie paren als op het WK, steeds werden twee paren opgesteld. Met nog vier wedstrijden te gaan hadden we een ruime voorsprong. Toch leek het even helemaal mis te gaan. Eerst verloren we van Israël, daarna heel dik van Zwitserland.

„Wéér die Zwitsers. Of nep-Zwitsers moet ik zeggen. Een miljardair heeft naast een Pools paar ook een Nederlands koppel gehaald. Hij betaalt ze een hoog salaris en heeft een woning voor ze gekocht, zodat ze de helft van het jaar in Zwitserland kunnen zijn. Ik kan het ze niet kwalijk nemen, we zijn professionals, maar het gaat wel ver. De Nederlandse bridgebond heeft veel tijd en geld in dat paar geïnvesteerd. We hebben het EK uiteindelijk op het nippertje gewonnen. Eén kaart verschil en we hadden het niet gehaald.

„Als je het goed doet op internationale toernooien, betekent het dat er meer voor je wordt betaald in Amerika. Wat dat betreft is het een goed jaar geweest. Onze sponsor heeft ons uit zichzelf een loonsverhoging gegeven, zoiets is niet onderhandelbaar. Wel als je een contract met een nieuwe sponsor afsluit. Die worden vaak mondeling in de bar gesloten.”