Groeiende irritatie over aanhoudend racisme binnen Nationale Politie

Analyse

Vreemdelingenpolitie Interne kritiek dwong de politie om de promotie van een agent terug te draaien. Die was veroordeeld voor discriminatie. „We hebben groeipijnen op dit dossier.”

Exterieur van het hoofdbureau van de politie in Rotterdam.
Exterieur van het hoofdbureau van de politie in Rotterdam. Foto Peter Hilz / ANP HH

Maandag bevestigde de politie dat een wegens racisme veroordeelde agent een nieuwe functie zou krijgen: als leidinggevende bij de Vreemdelingenpolitie in Rotterdam. Woensdagavond was dit plan alweer van de baan. „Het draagvlak blijkt onvoldoende”, aldus Fred Westerbeke, baas van de politie Rotterdam.

De voordracht en het terugdraaien daarvan lijken tekenend voor hoezeer de Nationale Politie worstelt met de aanpak van racisme binnen de eigen gelederen. De voortdurend uitgesproken doelstelling om te komen tot een ‘politie voor iedereen’ blijkt niet gemakkelijk te realiseren.

De agent om wie het ging, werd in 2021 veroordeeld omdat hij op Sinterklaasavond in 2020 een zwarte man uitschold bij een gewelddadige arrestatie. De agent gebruikte daarbij het n-woord. In het proces-verbaal dat van de arrestatie was opgemaakt had de agent niet vermeld dat hij het n-woord had gebruikt tegen de arrestant. Hij is veroordeeld wegens discriminerende belediging en moest een boete betalen.

Het werd duidelijk toen NRC inzage kreeg in het geluid en de beelden die door een buurtcamera – zonder medeweten van de politie – waren opgenomen en daarover publiceerde.

Het stond tot woensdag niet in de weg aan de voordracht van de agent tot leidinggevende bij de Vreemdelingenpolitie. Die houdt zich onder meer bezig met illegale vreemdelingen uitzetten en controleert de status van vluchtelingen. De aanstaande benoeming lekte uit via een bericht dat een voormalig teamchef van de politie in Leiden, Fatima Aboulouafa, vorige week op LinkedIn plaatste. Aboulouafa werd in 2020 ontslagen bij de politie, omdat ze niet genoeg „in verbinding” zou staan met de organisatie. Publiekelijk had ze geklaagd over racisme binnen de politie en dat klokkenluiders zich stuklopen op een „blue wall of silence”. Aboulouafa noemde het in haar bericht „verontrustend” dat een wegens discriminatie veroordeelde man leiding gaat geven op een „afdeling die zich bezighoudt met vreemdelingenzaken waar gevoeligheid en culturele competentie van het grootste belang zijn”.

Tweede kans

Het nieuws over de benoeming leidde tot een storm van kritiek die vooral via sociale media werd verspreid. Westerbeke moest zijn vakantie uitstellen en verdedigde aanvankelijk de keuze. De omstreden agent had „gereflecteerd” op het verleden en verdiende daarom „een tweede kans”.

De hoogste baas van de Rotterdamse politie kreeg steun van Wim Groeneweg, voorzitter van politievakbond ACP. Groeneweg zei woensdag desgevraagd dat de aanstaande benoeming het resultaat was van „een evenwichtig proces” waar hij „vertrouwen” in had. Ook agenten vroegen om begrip voor hun collega uit Dordrecht. Sommigen wendden zich met zorgen tot de vakbonden, meldden die. Zij wezen erop dat het voorstelbaar is dat je als politieman in deze gepolariseerde en gewelddadige samenleving je niet altijd even fijnbesnaard uitlaat.

Tegelijkertijd klonk de kritiek op de benoeming ook steeds luider deze week. Een jaar geleden had de korpsleiding bekendgemaakt dat racisme door agenten voortaan altijd met een sanctie zou worden afgedaan, mogelijk zou ontslag volgen. De promotie van een veroordeelde agent werd gezien als een heel bijzondere interpretatie van het nieuwe beleid.

Lees ook dit artikel: Ontslag dreigt voor racistische agenten

Niettemin steunde ook de nationale korpsleiding in Den Haag Westerbeke in eerste instantie. De politietop liet dinsdagavond weten te willen kiezen voor „een repressieve én een constructieve aanpak”. Een in opspraak geraakte agent „is meer dan een gedane uitspraak”. Zolang hij maar „leert van zijn fouten”.

Woensdag kreeg de oppositie tegen de benoeming een nieuwe impuls. Op Radio1 noemde de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme Rabin Baldewsingh de benoeming van de agent uit Dordrecht „niet van deze tijd”. Baldewsingh zei geen vooruitgang meer te zien bij de aanpak van racisme binnen de politie.

Middelvinger

De netwerken van agenten met een migratieachtergrond, politiemensen met Indische, Caraïbische, Turkse en Marokkaanse wortels, trokken volgens betrokkenen intern aan de bel. De politieleiding toont in hun ogen te veel begrip voor racistisch gedrag. Voor de pijn van de slachtoffers, degenen die worden gediscrimineerd, zou minder oog zijn. De promotie van de Dordtse agent werd gezien als een middelvinger van de eigen leiding. Ze dreigden met publiciteit.

Onder druk van alle kritiek en de angst voor een nieuwe publieke rel zag Westerbeke zich genoodzaakt de benoeming bij de Vreemdelingenpolitie terug te draaien. Hij had bij nader inzien „meer oog moeten hebben voor de impact van de plaatsing van de collega bij de Vreemdelingenpolitie”. De agent laat weten het nieuwe besluit van zijn baas te begrijpen. „Ik had die uitlating nooit mogen doen en heb de afgelopen tweeënhalf jaar gebruikt om te reflecteren en opnieuw mijn weg te vinden”. Het hoger beroep tegen zijn veroordeling heeft de agent overigens niet ingetrokken.

Onder verscheidene hoge politiefunctionarissen en op het ministerie van Justitie en Veiligheid groeit intussen de irritatie over de aanhoudende racistische incidenten en de gebrekkige afwikkeling hiervan. „We hebben groeipijnen op dit dossier”, zegt een politiebaas die het te gevoelig vindt liggen om met naam en toenaam kritiek te geven. Een andere vooraanstaande collega hekelt het gebrek aan „sensitiviteit over wat er speelt in de samenleving. Dat is een belangrijk ontwikkelpunt voor onze organisatie”.