Tussen de keerkringen tellen de jaren dubbel

Woord Als er een tropische dag is in Nederland, klinkt dat exotisch. Maar ooit was dat een verwijzing naar barre omstandigheden, ziet Frank Vermeulen.

Ergens in de afgelopen week meldde Teletekst, zoals elk jaar in het begin van zomer, dat de eerste tropische dag was gemeten in De Bilt. Dat is meteorologentaal voor een dag dat ‘het kwik’ op 30 graden Celcius of hoger is uitgekomen. Dat ‘kwik’ verwijst dan weer naar kwikthermometers, die niet meer worden gebruikt. Gewoonlijk telt Nederland volgens het KNMI tussen de twee en acht tropische dagen. Overigens, in 1976 werden in De Bilt vijftien opeenvolgende tropische dagen gemeten.

Dat ‘tropisch’ verwijst naar de zone op aarde tussen de keerkringen, de tropen. Volgens het etymologisch woordenboek ontleend aan het oud-Griekse tropikos kuklos. Tropikos is afgeleid van trepein dat draaien of wenden betekent.

Het woord ‘tropisch’ wekt in Nederland tegenwoordig allerlei exotische associaties, ontleend aan bijvoorbeeld Caribische sferen. Met blauwe zee, ketelmuziek en een zandstrand met palmbomen.

Toen Nederland nog een koloniale mogenheid was, hadden de woorden tropisch en tropen meer verbinding met de barre omstandigheden in de overzeese gebiedsdelen. Er was tropengeneeskunde die zich bezighield met tropische ziekten, specifieke aandoeningen die gekoppeld waren aan het leven in gebieden met hogere temperaturen vol giftige insecten die in de Nederlandse gematigde luchtstreken onbekend waren. Infectieziekten als malaria, knokkelkoorts, gele koorts, hepatitis A/B, difterie, tuberculose en buiktyfus.

Mensen die naar de kolonies reisden, kochten meestal een uitrusting met luchtige, witte, tropenkleding. Denk ook aan de tropenhelm om het hoofd tegen de stralen van de zon te beschermen.

Fysieke belasting

Europeanen die in de tropen aan de slag gingen voor de uitvinding van de airconditioning hadden, met name in Indonesië, het toenmalig Nederlands-Indië, veel last van de warmte gecombineerd met een hoge luchtvochtigheid. Dat laatste zorgt ervoor dat mensen nauwelijks kunnen afkoelen als zij transpireren. Dus was er toen al wat we nu een hitteprotocol zouden noemen: de koloniale bovenlaag werkte volgens een tropenrooster. Vroeg opstaan, zich afspoelen met koud water en tegen een uur of een ’s middags, als het te warm werd, stoppen, daarna een middagslaapje. De samenleving was daar helemaal op ingesteld, ook wat geluidsoverlast betreft. Zo gold er ’s middags bijvoorbeeld in de wijk Menteng in Batavia (Jakarta) zelfs een veegverbod voor huispersoneel. Tegen het eind van de middag volgde weer een wasbeurt, waarna men verkwikt de avond inging.

Alles bij elkaar was dat leven in de tropen een zware fysieke belasting. Vandaar dat gezegd werd „tropenjaren tellen dubbel”: dat was niet alleen maar een gezegde, maar ook feitelijk het geval met het tellen van pensioenjaren. Een tropenjaar was een jaar dat voor de berekening van de pensioenopbouw voor twee telde. Nu wordt die uitdrukking nog wel overdrachtelijk gebruikt voor een zware periode.

Tropenkinderen zijn kinderen die in de kolonie werden geboren en zich na WO II, toen Nederlands-Indië Indonesië was geworden, na hun aankomst in Nederland een buitenstaander voelden.