Kabinet wil meer tandartsen, huisartsen en psychologen opleiden, maar juist minder basisartsen

Medische opleidingen Vanaf 2026 moeten er jaarlijks 1.035 basisartsen kunnen doorstromen naar een opleiding tot huisarts. Ook het aantal plekken voor tandartsen groeit, maar die opleidingen worden mogelijk korter.
Een tandarts in Zeewolde, waar geen plek meer is voor nieuwe patiënten.
Een tandarts in Zeewolde, waar geen plek meer is voor nieuwe patiënten. Foto Bram Petraeus

Het kabinet gaat het aantal opleidingsplekken voor onder meer huisartsen, tandartsen en gezondheidszorgpsychologen uitbreiden. Dat schrijft minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. De studies geneeskunde, die studenten opleiden tot basisarts, worden juist kleiner.

De aantallen opleidingsplekken voor verschillende medische beroepen zijn voor het kabinet een belangrijk middel om te bepalen hoeveel personeel er is. Aan tandartsen is bijvoorbeeld al een tekort dat de komende jaren nog erger dreigt te worden. Reden om de opleidingen tandheelkunde uit te bouwen van 259 naar 345 studenten. Daar moet ook iets tegenover staan, schrijft Kuipers, want „het kabinet heeft het voor deze verhoging benodigde budget niet beschikbaar”. Hij overweegt om Tandheelkunde in te korten van zes naar vijf jaar.

Ook het aantal plekken voor huisartsen gaat omhoog, van 870 dit jaar naar 1.035 in 2026. Dat lijkt tegenstrijdig, omdat er minder basisartsen gaan afstuderen die die plekken moeten vullen, maar Kuipers denkt dat het „reservoir” van basisartsen op dit moment groot genoeg is.

Met medewerking van Oscar Vermeer.

Lees ook Steeds meer tandartsen voeren een patiëntenstop in: ‘Mensen kunnen nergens terecht’