Nederland en Canada dagen Syrië voor Internationaal Gerechtshof om martelingen

Internationaal recht Volgens de landen heeft Syrië zich schuldig gemaakt aan marteling van de eigen bevolking, onder meer met chemische wapens.
Verwoesting na een luchtaanval in de Syrische stad Douma, waar volgens internationale waarnemers chemische wapens zouden zijn ingezet.
Verwoesting na een luchtaanval in de Syrische stad Douma, waar volgens internationale waarnemers chemische wapens zouden zijn ingezet. Foto Youssef Badawi/EPA

Nederland en Canada dagen Syrië voor het Internationaal Gerechtshof (ICJ) vanwege het schenden van het internationaal recht. In een verklaring schrijven de landen dat het specifiek gaat om de schending van het VN-verdrag tegen foltering, waar zich Syrië in 2004 bij aansloot. De twee landen schrijven in hun verzoekschrift dat Syrië „talloze schendingen van het internationaal recht heeft begaan, die in ieder geval in 2011 zijn begonnen”.

Nederland probeert de Syrische regering van Bashar al-Assad al langer verantwoordelijk te houden voor mensenrechtenschendingen in Syrië. Canada sloot zich later aan bij de procedure tegen Syrië. Onderhandelingen over een schikking met Syrië liepen op niets uit en het land reageerde niet op een voorstel tot arbitrage.

„Syrische burgers zijn gemarteld, vermoord, verdwenen, aangevallen met gifgas of gedwongen te vluchten voor hun leven en alles wat ze hadden achter te laten”, zegt minister van Buitenlandse Zaken Wopke Hoekstra (CDA) in een verklaring. Naast een veroordeling van de verantwoordelijken willen Nederland en Canada ook dat er maatregelen komen om mensen, die het risico lopen gemarteld te worden, te beschermen.

Lees ook dit onderzoeksverhaal:Hoe een Arnhemmer verdween in een martelcel van Assad

Chemische wapens

In het verzoekschrift gaan de landen dieper in op de beschuldigingen tegen het Syrische regime. Zo benoemen ze verschillende mensenrechtenschendingen, „onder meer door afschuwelijke behandeling van gedetineerden, onmenselijke omstandigheden in detentiecentra, gedwongen verdwijningen, het gebruik van seksueel geweld en geweld op basis van geslacht, en geweld tegen kinderen”. De landen wijzen erop dat er ook chemische wapens zijn gebruikt tegen de eigen bevolking, „wat heeft geleid tot talrijke doden en gewonden en ernstig lichamelijk en geestelijk lijden”.

Indien het ICJ de zaak bevoegd acht, wordt het voor het eerst dat een internationaal hof uitspraak doet over marteling in Syrië. Eerder probeerde Nederland de zaak ook aanhangig te maken bij het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, maar die poging werd geblokkeerd door Rusland in de VN-Veiligheidsraad.