Dit jaar opnieuw meer moties in Tweede Kamer, ondanks adviezen om te minderen


Democratie Dit jaar diende de Tweede Kamer 4.900 moties in, wat het vorige record uit 2019 (ruim 4.500) overtreft. Een werkgroep stelde vorig jaar vast dat moties door het teveel „minder krachtig” worden.

De plenaire zaal in het tijdelijke Tweede Kamergebouw.
De plenaire zaal in het tijdelijke Tweede Kamergebouw.

Foto Lex van Lieshout/ANP

Tweede Kamerleden hebben dit jaar opnieuw meer moties ingediend dan vorig jaar. Op de website van de Tweede Kamer zijn dit jaar, tot en met donderdagochtend, bijna 4.900 door Kamerleden ingediende moties gepubliceerd. Dat zijn er meer dan de ruim 4.500 die in heel 2019 werden ingediend, het vorige recordjaar, en ook meer dan de bijna 4.400 moties uit 2021. Dit jaar zal er nog een aantal moties bij komen: donderdag is de laatste dag voor het reces, traditioneel een dag waarop Kamerleden nog een reeks voorstellen doen.

Het aantal ingediende moties ligt de afgelopen jaren hoger dan grofweg tussen 2009 en 2017. Eén verklaring is dat er steeds meer politieke fracties bij zijn gekomen in de Tweede Kamer – inmiddels twintig – die zich via moties willen profileren en deze via sociale media verspreiden. Een werkgroep onder leiding van SGP-voorman Kees van der Staaij (pdf) stelde vorig jaar al vast dat er te veel moties worden ingediend, wat „het instrument minder krachtig” maakt. Veel van deze voorstellen zouden dubbelen. Hoewel dit volgens de werkgroep-Van der Staaij een „lastig te keren trend” is, raadde de commissie politieke partijen aan om vaker samen te werken bij het opstellen en indienen van moties.

Niet-bindend

Moties zijn uitspraken van de Eerste of Tweede Kamer, die bijvoorbeeld door parlementariërs worden gebruikt om te sturen op bepaald beleid of om door bewindspersonen in een debat mondeling beloofde conclusies vast te leggen. Door de Kamer aangenomen moties zijn niet-bindend en het kabinet is daardoor niet verplicht ze uit te voeren. Dat ligt anders bij een motie van wantrouwen: het aannemen van deze negatieve motie leidt ertoe dat een bewindspersoon waartegen deze gericht is of het kabinet als geheel aftreedt.

Volgens de NOS, die het aantal ingediende moties opvroeg bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer, werd dit jaar ongeveer de helft van alle ingediende moties door de Kamer aangenomen. Dat is grofweg vergelijkbaar met de verdeling in voorgaande jaren.

Daarnaast zijn er dit jaar ook meer moties van wantrouwen ingediend dan ooit tevoren. Tot en met woensdag waren dat er negentien, zo schrijft de NOS, al werden deze allemaal verworpen. De SP diende volgens de gegevens van het informatiepunt de meeste voorstellen in: zo’n 450. D66 en VVD komen met ieder ruim vierhonderd moties respectievelijk op de tweede en derde plek. Het Centraal Informatiepunt was voor NRC niet direct bereikbaar.


Lees ook: De opkomst van de wappermoties