N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
De verhalen van 2022 In 2016 stapte Erin Jackson voor het eerst op het ijs, in 2018 werd ze olympiër, en dit jaar won ze olympisch goud – als eerste zwarte schaatsster ooit. „Ik vind mezelf geen typische sportvrouw.”
Op 12 september 1992, een week voor de geboorte van olympisch schaatskampioene Erin Jackson, werd Mae Carol Jemison als eerste zwarte vrouw de ruimte in gekatapulteerd met spaceshuttle Endeavour. En al heeft Jackson daar destijds niets van meegekregen, de prestatie heeft een onuitwisbare indruk op haar gemaakt. „Als meisje wilde ik ook astronaut worden”, vertelt ze. „Ik verkleedde me als Mae Carol. Ik hield spreekbeurten over haar. Het gaf een enorme boost dat een zwarte vrouw het zover schopte.”
Jackson maakte soortgelijke gevoelens los toen ze begin dit jaar in Beijing als eerste zwarte vrouw een individuele olympische schaatsmedaille won. Goud op de 500 meter, kort nadat ze als relatieve nieuwkomer in een overwegend witte sport een wereldbeker had gewonnen – ze werd een hit in de VS. „Meisjes klampten me aan en stuurden me berichten”, zegt ze. „‘Ik heb nog nooit iemand als jij olympisch kampioen zien worden’, zeiden ze. Dat vind ik heel ontroerend. Het voelt fijn om een rolmodel te zijn. Als ik ook maar één persoon het geloof in eigen kunnen kan geven, dan is mijn missie geslaagd.”
We zitten in de bar van het Van der Valk-hotel in Sneek, het vaste onderkomen van de Amerikaanse schaatsploeg tijdens toernooien in ijsstadion Thialf in Heerenveen. Jackson kijkt verlekkerd naar de meegebrachte Bossche bollen voor haar op tafel – een tip van oud-schaatsster en goede vriendin Bianca Roosenboom, die haar een zoetekauw noemde. Als ze niet net ontbeten had, zegt Erin Jackson, zou ze meteen aanvallen.
Ze kijkt terug op een jaar van sportieve hoogtepunten én fysieke tegenslag. Naast olympisch schaatsgoud won ze vorige maand in Buenos Aires het WK inlineskaten – een sport die zij vanaf haar tiende beoefent en waarin ze tientallen titels won. Maar ze heeft, vertelt ze, ook last van een paar grote vleesbomen in haar baarmoeder. Die zorgen voor bloedingen en pijn, en dwongen haar dit jaar twee keer rustiger aan te doen. Volgend jaar gaat ze onder het mes, drie jaar na de diagnose.
En ze hád al last van drie hernia’s in haar onderrug. Die vormen een nog groter gevaar voor haar carrière dan die vleesbomen. „Ik doe er alles aan om mijn hernia’s onder de duim te houden.”
Baren je medische klachten je zorgen?
„Ik ben blij als ik geen pijn heb, want dan kan ik veel trainen. Gelukkig hebben die klachten mij er nog niet van weerhouden wedstrijden te rijden, maar ja, vervelend is het natuurlijk wel. Bij zo’n operatie kunnen complicaties optreden, dus voor de zekerheid heb ik mijn eicellen laten invriezen.”
Je wil kinderen?
Ze lacht verlegen. „Misschien. Een zwangerschap timen is niet makkelijk. Ik ben dertig en wil nog een aantal jaren schaatsen. En ik heb geen serieuze relatie, want daarvoor ontbreekt het mij aan tijd.”
Alleenstaande moeder worden, is dat een optie?
„Zeker. Als ik maar voldoende geld heb om mijn kinderen te onderhouden.”
Ze vertelt dat ze na haar gouden plak 37.000 dollar kreeg uitgekeerd van het Amerikaanse olympisch comité en ook een beurs ontvangt omdat ze tot de beste drie schaatsers van haar land behoort. Daar heeft ze geluk mee, zegt ze, want veel collega’s moeten werken naast hun sport.
Als meisje wilde ik astronaut worden. Ik verkleedde me als Mae Carol Jemison
Aan de Britse krant The Guardian vertelde je dat ook olympische kampioenen moeten sappelen. Beroemdheden als Oprah Winfrey en Michelle Obama jubelden na je prestatie, maar daarna werd het stil. ‘Iedereen vergeet je’, stond boven het stuk.
Ze zucht. „Ik was niet blij met dat artikel. Ik ben een uur geïnterviewd en heb in dat uur enkele woorden gewijd aan mijn financiële situatie. De journalist vroeg of ik nieuwe sponsoren had aangetrokken na mijn olympisch goud. ‘Nee’, zei ik. ‘Want er is een tijd van zomersporters en wintersporters. Alle aandacht gaat nu naar de zomersporters uit. Mijn tijd komt pas weer in de aanloop naar de Olympische Winterspelen van 2026 in Italië. Ik was daar niet boos of verdrietig over. Sterker: ik had daar geen gevoelens bij.”
Je bent misleid?
„Het is clickbait. Ik las de kop en dacht: o jee.”
Toch blijft het vreemd dat een olympisch kampioen geen sponsoren aantrekt. Je zou verwachten dat er om je gevochten wordt.
„Bedrijven kunnen sporters niet ongelimiteerd steunen. Dat is toch logisch? Ze steken geld in een sporter die in de schijnwerpers staat. Dat duurt nog even, in mijn geval. En ik ben blij dat de sponsoren die ik al had me trouw zijn gebleven: een Japanse autofabrikant, een Japanse autobandenfabrikant en een Amerikaans internetbedrijf. Hoe kan ik níét blij zijn? Ik had nooit gedacht dat ik, twee jaar na mijn eerste stappen op het ijs, aan de Olympische Spelen zou meedoen.”
Je zette je eerste schaatsstappen op een ijsbaan in Dronten, vertelde je vriendin Bianca.
„Ik logeerde in 2016 drie maanden bij haar in Heerenveen om van daaruit Europese wedstrijden inline skaten te rijden. Bianca combineerde inline skating in die tijd met schaatsen. Aan het eind van mijn bezoek stelde ze voor naar de ijsbaan te gaan. Ik houd niet van de kou, maar stemde toe. En daar stond ik als Bambi, onwennig. Ik droeg drie jassen over elkaar en twee paar handschoenen. Als ik het filmpje op internet terugkijk, zie ik vooral een gebrek aan coördinatie en atletisch vermogen. Dat is nu niet anders. Ik vind mezelf geen typische sportvrouw. Ik ben goed in schaatsen op de korte afstanden. Voor langere afstanden mis ik uithoudingsvermogen.”
Wat was bepalend bij je snelle opmars als schaatsster?
„Ik heb heel veel tijd op het ijs doorgebracht. En veel naar filmpjes gekeken van mezelf op het ijs, waarbij ik me probeerde te herinneren wat ik voelde bij de bewegingen die ik maakte. Niet lang na Dronten werd ik gebeld door iemand van de Amerikaanse schaatsbond. Die had mij al eens eerder gevraagd of ik belangstelling voor schaatsen had. De eerste keer volgde ik twee studies. Een extra sport naast het inline schaatsen werd me te veel. Maar nu had ik geen excuus, haha.”
Je voormalig inlinecoach Renee Hildebrand vertelde dat je als kind al heel leergierig was. Hielp dat om je als 24-jarige te bekwamen in een andere sport?
„Dat heeft zeker geholpen. Ik ben zeer analytisch ingesteld. Maar Renee gaf mij ook geloof in eigen kunnen. Twijfel nooit aan jezelf, zei ze, ga voor het hoogst haalbare. You can do it. Het was voor mij nooit de vraag óf ik de beste zou worden in schaatsen, maar wannéér.”
Jackson groeide op in het conservatieve Ocala, Florida. De staat waar Ron DeSantis onlangs werd herkozen. De Republikeinse gouverneur laat zich voorstaan op zijn harde lijn als het gaat om onderwijs over lhbti-kwesties en de geschiedenis van African Americans. „We bestrijden woke in de wetgevende macht, we vechten tegen woke in het onderwijs, we vechten tegen woke in bedrijven”, beloofde DeSantis in zijn overwinningsspeech. „We zullen ons nooit overgeven aan de woke-menigte. Woke gaat sterven in Florida”.
Word je als zwarte vrouw weleens racistisch bejegend?
Ze is even stil. „Er worden weleens kleine opmerkingen gemaakt. Uitspraken die nu niet meer kunnen. Het gebeurt niet alleen in Amerika. Ik weet nog dat ik een keer in Duitsland was voor een toernooi. Een sporter zei iets tegen me, ik weet niet eens meer wat. Mijn coach – ook zwart – stond erbij en vroeg verbaasd of ik dat zo maar liet passeren. ‘Dat ben ik gewend’, zei ik. ‘Maar dat is niet cool’, antwoordde hij. Sindsdien ben ik mij bewuster van wat mensen zeggen.”
Niet onbelangrijk voor een rolmodel voor zwarte meisjes, toch?
„Ik wil graag een rolmodel zijn, maar houd mij ook graag op de achtergrond. Dat wringt soms.”
Wat was je zelf voor meisje?
Ze veert op. „Een nerd! Ik zat altijd met mijn neus in de boeken. Van mijn vader kreeg ik een klein woordenboek, dat ik overal mee naar toenam. Zodra ik een onbekend woord hoorde, zocht ik het op. Mijn leergierigheid werd aangewakkerd door mijn ouders, die mij studieboeken gaven voor de klassen van het jaar boven mij. Ik was twee toen ik naar de Shores Christian Academy ging, een kleine privéschool in Ocala.”
En dat terwijl jullie het thuis niet breed hadden.
„Mijn vader was mecanicien, mijn moeder werkte bij een apotheek. Rijk waren we zeker niet. Maar mijn ouders waren vastberaden mij vooruit te helpen. Toen ik wilde inline skaten moesten ze even slikken – het is een dure sport. Maar gelukkig waren er altijd mensen die een helpende hand toestaken. Ik kreeg oud materiaal van teamgenoten en één keer zelfs een paar gloednieuwe schaatsen van mijn coach.”
Het is moeilijk te bevatten dat iemand zich zo voor je opoffert
Je was als kind mantelzorger voor je zieke moeder, die overleed toen je achttien was. Hoe heeft dat je gevormd?
„Ik was jong toen mijn moeder haar eerste medische problemen kreeg. Het begon met diabetes, daarna long- en hartproblemen. Op school mocht ik bij hoge uitzondering een mobiele telefoon op zak dragen. Mijn moeder viel geregeld flauw, of ze had insuline nodig. Als ze me belde wist ik wat ik moest doen: de buren bellen, gauw naar huis. Op een gegeven moment maakte het deel uit van mijn routine. Ik deed wat er van mij verwacht werd, klaagde nooit. Het heeft mij geleerd dat mensen afhankelijk zijn van elkaar. En dat dat iets is om te koesteren. Ik kan de hulp van anderen ook zeer waarderen.”
Een mooi voorbeeld is je collega Brittany Bowe, die jou haar plek voor de Spelen in Beijing aanbood nadat jij door een misslag bij het olympische kwalificatietoernooi een startbewijs op de 500 meter misliep. Hoe vond je dat?
„Het is moeilijk te bevatten dat iemand zich zo voor je opoffert. Brittany vond dat ik de kans verdiende om naar de Spelen te gaan. Daar ben ik haar eeuwig dankbaar voor. Sommige mensen zeiden tegen me dat ze zoiets nóóit gedaan zouden hebben. ‘Dat verwachtte ik ook niet’, zei ik. ‘Maar als iemand zo genadig is om me een hand toe te steken, dan neem ik die aan.’”
Zou je hetzelfde voor haar gedaan hebben?
Beslist: „Ja. Als zij hoger op de ranglijst stond voor een bepaalde afstand dan ik. Je wil als land het beste team sturen. Het gaat niet om individuen. Het gaat om ’s lands eer.”
Ze moet nog wat huiswerk maken, zegt Erin. Twee jaar geleden is ze aan haar derde studie begonnen: bewegingswetenschappen aan een universiteit in Salt Lake City. Dat, gecombineerd met twee eerdere studies in bouwkunde en computerwetenschappen, stelt haar straks in staat om protheses te ontwerpen voor paralympiërs – haar droom. „Ik weet dat er veel behoefte is aan goede protheses. En het lijkt me leuk om achter een computer in een lab te werken.”
De Bossche bollen, die tijdens het gesprek onaangeroerd op tafel zijn blijven liggen, neemt ze mee. „Die komen zeker op.”