N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 80 procent van de Nederlanders niks heeft geregeld voor later. Eén van hen is de minister voor Langdurige Zorg en Sport, Conny Helder (64). In Nieuwsuur vertelde ze dat ze een drukke baan had en dat ze er niet aan toe kwam. Daarmee kreeg alles wat ze daarna zei iets hautains: ik kom er niet aan toe, maar u moet het wél doen. En waarom? Omdat de boodschap van dit kabinet snoeihard is (‘het eerlijke verhaal’).
Het is klip en klaar dat de verzorgingsstaat onder Rutte dusdanig is uitgehold dat er niet genoeg zorgplekken zullen zijn voor toekomstige ouderen. Maar niet getreurd! De overheid laat je niet zomaar in de kou staan: er is inmiddels een site gelanceerd met tips voor ‘zorgtechnologie, e-health en digitale zorg’. Bij dementie luidt het advies om ‘zorginnovaties’ als een stofzuigerrobot of een spraaksysteem te ‘implementeren’ in je leven.
Je vraagt je af of de tipgever ooit een dementerende heeft ontmoet. Zelf ben ik nu zo’n zeven jaar mantelzorger voor mijn moeder en extra apparaten zijn het laatste waar ik aan denk. Die worden juist steeds moeilijker te bedienen voor een dementerende. Ook digitalisering is lastig, een computer gebruiken lukt niet. Als mantelzorger kon ík het web van (digitale) loketten al nauwelijks doorgronden – daarover schreef Jeroen Wester onlangs een schrijnend stuk voor deze krant. Doordat mijn moeder nu in een verpleeghuis zit, en ik meemaak waar de ouderenzorg tegenaan loopt (onder andere personeelstekort) word ik wél met mijn neus op de feiten gedrukt: hoe wil ik later oud worden?
De minister komt met lichtende voorbeelden. Die komen altijd uit het walhalla voor de oudere mens, Scandinavië. Zo noemt ze een initiatief in Finland, waarbij ouderen gezamenlijk een pand kochten en elkaar helpen. Afgezien van de kapitaalkracht die dit vereist, heb ik geen idee wat ik precies met dit voorbeeld kan: is het idee dat ik nu alvast met vrienden een pand koop om mij voor te bereiden op de ouderdom? Zijn die panden er dan?
Ook wordt steevast naar Denemarken verwezen, waar ouderen kampioen zelfredzaamheid zijn. De minister zegt: we moeten hier ook zelfredzamer zijn! Geloof me, als Deen ben ik sinds mijn kinderjaren gepokt en gemazeld met het concept zelfredzaamheid als opperwaarde in het leven. Zo’n diepgewortelde culturele waarde kun je niet zomaar plompverloren van bovenaf opleggen.
Daarbij kan ik u verklappen: dit pakt alleen maar goed uit met een uitstekend georganiseerde verzorgingsstaat. Dat mijn oma tot haar 97ste zelfstandig kon blijven wonen, kwam omdat de thuiszorg zeer goed was geregeld – er is geen mantelzorg aan te pas gekomen. Het vergt een grote bereidheid van burgers om het financieel met elkaar op te brengen. Meer belasting betalen en keuzes maken over wat van waarde is: goede zorg, met tijd en aandacht.
Ik tobde verder over mijn plan voor later. Ik kon natuurlijk terug naar het paradijs waar ik uit gesmeten werd toen ik één jaar was, terug naar Denemarken! Ik heb immers een Deens paspoort. Toch voorzie ik problemen: hoe kijken ze daar dan tegen me aan? Zien ze mij als profiteur van een systeem waar ik nooit aan heb bijgedragen? Ben ik inmiddels niet te vernederlandst, ga ik Nederlands praten als ik dementeer? Het lijkt me fijn als mijn tweelingzus in de buurt is. Als mijn geheugen meandert in het verleden, dan zal ik degene die ik als eerste in de baarmoeder tegenkwam, toch nog wel herkennen?
Ik heb allerlei vragen over ouder worden en ze zijn niet technologisch of praktisch van aard. Naar de eerste duizend dagen van ons leven wordt veel onderzoek gedaan, maar hoe zit het met de laatste fase van ons leven? Wat er gebeurt fysiek, maar ook mentaal? Wat is van waarde in die periode? Hoe ziet het goede leven als oudere eruit? Dat gaat over waarden die niet op de site van de overheid aan de orde komen: zorg, liefde, aandacht, nabijheid, wijsheid, spiritualiteit, loslaten, waardig sterven. In het liberale beleid ontbreekt elke visie op een waardevolle laatste fase.
Mijn moeder is verzwakt, ik denk vaak dat haar laatste uren zijn aangebroken. Laten we in levensnaam, om te spreken met Adelheid Roossen, die als geen ander invoelende tv-programma’s en theater over ouderdom maakte, het niet alleen hebben over robotstofzuigers. Laten we praten over in wat voor land we oud willen worden, een land waarin we ons niet verlaten weten door de technocratische overheid.
Stine Jensen is filosoof en schrijver. Ze schrijft om de week een column op deze plek.