N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Woningtekort De bouw van 900.000 woningen tot 2030 verloopt al moeizaam en nu verwacht het kabinet nog een „flinke extra nieuwbouwuitdaging”, schrijft minister De Jonge in een Kamerbrief.
Door de snelle bevolkingsgroei verwacht het kabinet dat er veel meer extra woningen nodig zullen zijn, terwijl de bouwproductie volgend jaar juist op een „forse dip” afstevent. Dat staat in een Kamerbrief van minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, CDA) van maandag.
Het kabinet heeft nu ruim 900.000 extra woningen tot 2030 gepland om het tekort terug te dringen. Die planning was gebaseerd op een CBS-prognose van eind 2020, die uitging van 18,76 miljoen inwoners begin 2035. Maar met name door migratie is de bevolking de laatste jaren sneller gegroeid dan geraamd. In een nieuwe prognose van eind vorig jaar gaat het CBS uit van 19 miljoen inwoners begin 2035. Het CBS verwacht wel dat het migratiesaldo de komende jaren daalt, onder meer door terugkeer van vluchtelingen naar hun thuisland, maar dit is onzeker.
Begin juni verwacht minister De Jonge exacte cijfers over het extra aantal benodigde woningen, en zal hij de gevolgen voor het bouwprogramma tot 2030 schetsen. „Er zal naar verwachting dan een flinke extra nieuwbouwuitdaging bovenop de 900.000 woningen zichtbaar worden”, schrijft hij in de Kamerbrief.
Bouwkosten
Het doel om de ruim 900.000 extra woningen in 2030 te realiseren, is intussen ook lastiger geworden. De bouwkosten voor nieuwbouw (materialen en lonen) zijn in twee jaar tijd met ongeveer 15 procent gestegen, volgens een CBS-index. Door de gestegen rente hebben zowel particuliere huizenkopers als investeerders daarnaast hogere lasten.
Het kabinet wil de bouwproductie vanaf 2024 eigenlijk versnellen naar 100.000 woningen per jaar, maar dit lijkt inmiddels onhaalbaar. „I.v.m. de bouwdip zal dit later moeten worden ingelopen”, staat summier in een voetnoot in de Kamerbrief.
Vorig jaar zijn wel meer woningen gebouwd dan beoogd: ruim 90.000 in plaats van 80.000. Maar omdat de kosten voor bouw en financiering zijn gestegen, en de prijzen van huizen en grond niet evenredig zijn gedaald, verwacht het kabinet dat de bouwproductie terugloopt. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) gaat uit van een daling van 3,5 procent in dit jaar en nog eens 5,5 procent volgend jaar. Neprom, de Nederlandse vereniging van projectontwikkelaars, verwacht dat de verkoop van nieuwbouwwoningen volgend jaar zelfs zal halveren.
Lees ook dit artikel: Prognose: aantal inwoners grote steden in 2035 flink toegenomen
Statushouders
Om de bouwproductie te stimuleren, heeft het kabinet in de Voorjaarsnota ruim een half miljard euro uitgetrokken. Het gaat om minimaal 250 miljoen euro die bedoeld is om vergevorderde plannen, die financieel in de knel zitten, in 2024 alsnog van start te kunnen laten gaan. Minister De Jonge hoopt dat 30.000 woningen zo alsnog gebouwd kunnen worden. Daarnaast trekt het kabinet in vier jaar tijd 300 miljoen euro uit voor flexwoningen voor statushouders, Oekraïense vluchtelingen en andere woningzoekenden.
Om voldoende bouwplekken te vinden, zegt De Jonge dat „alle kansrijke locaties” benut moeten gaan worden, zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk. Het EIB is onder meer bezig met een vervolgonderzoek naar bouwen aan de randen van steden en dorpen, staat in de Kamerbrief. Verder roept De Jonge alle betrokken partijen in het land op „zoveel mogelijk alternatieve locaties” in beeld te brengen, om vertraging of uitstel van lopende bouwplannen elders te ondervangen.