De laatste kans voor Zelensky: een duizelingwekkende diplomatieke aanval

Diplomatiek offensief Een tegenvallend voorjaarsoffensief heeft mogelijk ook gevolgen voor westerse steun aan Oekraïne. Zelensky wil dat voor blijven en reist ook dit weekend weer de wereld rond.

Oekraïense soldaten bij de verwoeste stad Bachmoet in de Donbas.
Oekraïense soldaten bij de verwoeste stad Bachmoet in de Donbas. Foto AP

Waar is Volodymyr Zelensky nog níet geweest? De afgelopen weken deed de Oekraïense president al een hele trits Europese landen aan, waaronder Nederland. Vrijdag kwam daar een verrassingsbezoek bij aan Saoedi-Arabië, op een top van de Arabische Liga in Jeddah. En zondag kan Zelensky in Hiroshima – symboliek is nooit ver weg bij hem – de landen van de G7 nog eens wijzen op de verschrikkingen van oorlog.

Het duizelingwekkende diplomatieke offensief ademt alles uit van een missie die niet mag mislukken. Nu is er nog volop westerse steun voor de Oekraïense zaak, maar blijft dat ook zo? Veel hangt af van het Oekraïense tegenoffensief. Als dat de oorlog onvoldoende doet kantelen of erger nog: als het mislukt, zal het animo om nog meer wapens te leveren aan Oekraïne naar verwachting afnemen. En dus is dit misschien wel de laatste kans voor Zelensky om maximale toezeggingen los te peuteren bij zijn bondgenoten.

Op de G-7 top in Japan zal hij onderstrepen dat Oekraïne komend jaar ook F-16-gevechtsvliegtuigen nodig heeft om de Russische agressie wezenlijk een halt toe te roepen.

Lees ook: Met de mogelijke levering van F-16’s zou het Westen opnieuw een ‘rode lijn’ van Rusland overschrijden

Voor zijn westerse bondgenoten vormt de levering van F-16’s de laatste grote stap die op het gebied van wapensteun kan worden gezet. Veel meer is eigenlijk niet goed denkbaar. Eerder deze maand maakte het VK al de weg vrij voor wat tot dan toe moeilijk bespreekbaar was geweest: de levering van kruisraketten met een bereik van meer dan 250 kilometer, waarmee ook doelen tot diep in de bezette Krim kunnen worden geraakt. Voor het tegenoffensief, waarvan de eerste tekenen nu al te zien zijn, zouden de F-16’s te laat komen. Maar Zelensky beseft dat hij er nu al keihard voor moet lobbyen als hij vanaf komende winter over de jachtvliegtuigen wil beschikken. Een eerste stap is gezet: president Biden heeft vrijdag op de G-7 groen licht gegeven voor de opleiding van piloten uit Oekraïne om F-16’s te kunnen vliegen.

Statisch gevecht

Ondanks de enorme wapensteun weet de regering in Kyiv dat de westerse hulp niet oneindig is. De G7-leiders spraken vrijdag in een verklaring nog eens uit dat hun steun aan Oekraïne „niet zal wijken”. Maar als de resultaten van het tegenoffensief tegenvallen, heeft Kyiv geen garanties dat de bondgenoten geduldig voor miljarden aan militair materieel zullen blijven leveren. Na twee succesvolle Oekraïense tegenoffensieven afgelopen najaar, in Charkiv en Cherson, is de oorlog verzand in een slopend, maar statisch gevecht waarbij de frontlinies niet of nauwelijks zijn veranderd.

De druk op Oekraïne om het tij in de oorlog voor het einde van het jaar te keren is daarmee enorm. „Wij hebben de taak om het momentum van internationale steun voor Oekraïne vast te houden”, zei Zelensky donderdag in zijn dagelijkse toespraak tot zijn land. „Ik heb er vertrouwen in dat we die taak zullen volbrengen.”

Maar onder meer in Washington wordt rekening gehouden met de mogelijkheid dat de Russische invasie in Oekraïne verandert in een ‘bevroren conflict’ dat jaren of zelfs decennia kan duren. Volgens Politico wordt op het Witte Huis al voorzichtig gediscussieerd over de mogelijkheid dat Moskou noch Kyiv zich ooit zal neerleggen bij een militaire nederlaag, en dat het conflict geen eind kent. Dat scenario zou binnen de Amerikaanse regering als steeds realistischer worden gezien door het groeiende gevoel dat het tegenoffensief niet voldoende zal zijn om Rusland een definitieve klap toe te dienen. Daarmee zou in Oekraïne een scenario kunnen ontstaan als op het Koreaanse schiereiland, of in Kashmir, waar twee landen decennialang de facto in oorlog blijven omdat ze het niet eens zijn over de staatsgrenzen.

Ondanks enorme steun weet Kyiv dat de westerse hulp niet oneindig is

Het naderende verkiezingsseizoen in de VS maakt de druk op Kyiv alleen maar groter. Meer macht voor de Republikeinen in het Congres, of een terugkeer van Donald Trump in het Witte Huis kan verstrekkende gevolgen hebben voor de steun aan Oekraïne of de relaties tussen het Witte Huis en het Kremlin. Donderdag schreef Financial Times dat ook in Europese hoofdsteden hierover zorgen bestaan. Anonieme Europese regeringsbronnen meldden tegen de Britse krant dat het huidige niveau van militaire steun „niet voor altijd” kan worden vastgehouden. Hooguit nog een jaar, misschien twee jaar, maar niet langer. Het aanstaande voorjaarsoffensief zou zo bezien wel eens de laatste kans kunnen zijn om de Russische troepen uit Oekraïne te krijgen. Zelensky wil zich ervan verzekeren dat Oekraïne elke tank en elke raket geleverd krijgt die nodig is om de Russen terug te dringen.

Op het slagveld zelf is het wachten op de operaties die de Oekraïense legerleiding heeft uitgedacht. Op tal van plaatsen langs de duizend kilometer lange frontlinie vonden de afgelopen weken al kleinere operaties plaats. Dat gebeurt niet alleen om te testen waar de zwakke plekken in de Russische stellingen zitten, maar ook om Russische troepen in onzekerheid te houden over waar het offensief zal worden gelanceerd.

Aanvoerroute naar de Krim

De meeste militaire analisten gaan er nog steeds vanuit dat het Oekraïense leger zal proberen in het zuiden door de vijandelijke stellingen te breken, richting Melitopol, om de Russische aanvoerroute naar de Krim door te snijden. Maar juist in dat gebied zijn de Russische verdedigingslinies vermoedelijk het sterkst.

De afgelopen weken was te zien hoe beide legers zich voorbereiden. Met het afvuren van tientallen kruisraketten en drones probeert Rusland de Oekraïense voorbereidingen op de tegenaanval te dwarsbomen, onder meer door munitiedepots en troepenconcentraties aan te vallen.

Lees ook: Hoe alle ‘rode lijnen’ rond de oorlog in Oekraïne toch langzaam opschuiven

Aangenomen wordt dat de Oekraïense strijdkrachten op hun beurt verantwoordelijk zijn voor aanvallen op olie-opslagplaatsen en infrastructuur als de spoorwegen, zoals bij Simferopol op de Krim, donderdag.

Inmiddels is er wel beweging gekomen bij Bachmoet, de vrijwel verwoeste stad in de Donbas die al sinds augustus onder Russisch vuur ligt. Het Institute for the Study of War (ISW), een vooraanstaande denktank in Washington, stelde donderdag in zijn dagelijkse oorlogsbericht dat het Oekraïense leger in de strijd om Bachmoet „tactisch het initiatief heeft genomen”. Bij tegenaanvallen zouden de Oekraïners opnieuw terrein hebben heroverd op het Russische leger. Aan de westkant van Bachmoet zouden Oekraïense troepen zowel in het noorden als in het zuiden door Russische verdedigingslinies zijn gebroken. „Het is een positie-oorlog”, zei de Oekraïense legerwoordvoerder Serhi Tsjerevaty donderdag, „maar in het algemeen hebben wij het initiatief genomen op de vijand. Zij worden gedwongen om op onze acties te reageren.”