Landbouwakkoord opnieuw ‘weken’ vertraagd

Agrarische sector Na een dag en een nacht onderhandelen ligt er geen landbouwakkoord. Kabinet en boeren staan nog te ver uit elkaar op kwesties over koeien, grond en geld. De politieke spanning over het stikstofbeleid blijft bestaan.

Minister Piet Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) staat bij Villa Ockenburgh de pers te woord na een overleg over het landbouwakkoord.
Minister Piet Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) staat bij Villa Ockenburgh de pers te woord na een overleg over het landbouwakkoord. Foto Jeroen Jumelet/ANP

Na ruim vijf maanden onderhandelen is minister Piet Adema (Landbouw, ChristenUnie) er niet in geslaagd een landbouwakkoord te sluiten over een rendabele duurzame toekomst voor de agrarische sector. Dat betekent opnieuw vertraging in de oplossing van de stikstofcrisis.

Woensdag had de dag van de grote doorbraak in het landbouwakkoord moeten zijn, maar na bijna vierentwintig uur onderhandelen op het Haagse landgoed Ockenburgh moest minister Adema erkennen nog niet tot overeenstemming te zijn gekomen met zijn gesprekspartners aan de zogeheten ‘hoofdtafel’. Adema verwacht opnieuw „intensieve gesprekken” de komende weken, zei hij donderdagochtend na afloop van het mislukte overleg. „Er moet echt nog wat gebeuren.” In die bewoordingen sprak ook premier Mark Rutte zich uit, die afgelopen nacht ook nog enkele uren bij het overleg was aangeschoven.

Sjaak van der Tak, voorzitter van de grootste landbouworganisatie LTO Nederland, zegt dat nog „diverse belangrijke thema’s open liggen” en spreekt over „de plicht” om er „de komende twee, drie weken” uit te komen. Volgens LTO ligt de pijn nog in vier thema’s: het grondgebruik, mestverwerking, het financieren van agrarisch natuurbeheer en een oplossing voor de PAS-melders (boerenbedrijven waarvan de vergunning door de Raad van State werd ingetrokken). Hij verwacht daarvoor nog „grote stappen” van het kabinet.

Lees ook: Uitkopen mag, nu nog boeren vinden die dat willen

Nieuw duurzaamheidslabel

In de afgelopen dagen druppelden verschillende berichten via de media naar buiten dat een akkoord nabij was – die bleken voorbarig. Wel was er al een doorbraak over de bijdrage van de banken bereikt. Zij zouden nu wel bereid zijn om 4 miljard euro bij te dragen aan de verduurzaming van de landbouw, in de vorm van gunstigere leningsvoorwaarden, zoals een aflossingsvrije periode of rentekorting.

Ook hebben partijen afgesproken dat er een nieuw verplicht duurzaamheidslabel gaat komen voor alle agrarische producten in de supermarkt, zoals melk, eieren en vlees. Met zo’n label worden de levensmiddelen duurder, maar krijgt de boer een betere vergoeding. Die betere vergoeding zou compenseren voor het feit dat een boer minder dieren zal houden of zijn grond niet meer zo intensief als nu kan gebruiken. Bij wie die hogere kosten neerkomen, de consument of de supermarkten, is nog onbeslist.

Toch blijven dezelfde thema’s die al maandenlang de onderhandelingen bemoeilijken tot onenigheid leiden. De zogeheten ‘hoofdtafel’ van de onderhandelingen, waaraan onder andere boerenorganisaties LTO Nederland en de vertegenwoordiger van jonge boeren NAJK bij aanschuiven, blijft het oneens over grondgebruik, mest en het verdienmodel van boeren.

Uit het coalitieakkoord stamt nog het voornemen om naast de beschermde Natura 2000-gebieden zogeheten bufferzones van „landschapsgrond” aan te leggen. In die zones zou natuurbeheer samen gaan met landbouw. Verschillende landbouworganisaties keerden zich hiertegen, omdat ze vrezen dat boerenland via deze weg uiteindelijk toch natuurgebied zal worden. Boerenorganisatie Agractie stapte in maart onder andere om deze reden – „geen boerenland met beperkingen” – uit de onderhandelingen.

Een compromis dat daarna is bedacht, zijn zogeheten „eco-systeemdiensten”: een boer voert dan natuuronderhoud uit en krijgt daarvoor betaald door de overheid. Deze vergoeding is een deel van de oplossing voor het nieuwe verdienmodel van boeren. De NOS berichtte dinsdag dat hiervoor minister Adema structureel 600 miljoen euro van het kabinet wil vragen. Ook zou Adema het kabinet vragen om 6.7 miljard euro voor de algehele landbouwtransitie. Onduidelijk is of dit geld uit het transitiefonds van ruim 24 miljard moet komen. Ook lijken de partijen het niet eens hoe hoog en hoe langdurig deze vergoeding moet zijn.

Een ander belangrijk punt waarop het ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) en de boerenorganisaties het oneens zijn is hoeveel dieren boeren maximaal op een weiland mogen houden. Het kabinet wil graag een norm voor het aantal dieren per hectare. Daarmee kan op een vermindering van de veestapel worden aangestuurd. Met name D66 wil deze harde afspraak graag en riep eerder al op tot de halvering van de veestapel, tot ongenoegen van boeren. Boerenorganisaties pleiten ervoor dat boeren zelf kunnen bepalen hoe ze tot bepaalde emissiereductie komen, bijvoorbeeld door het uitrijden van minder mest, stalinnovaties óf het houden van minder dieren.

Lees ook: Een innovatie die het stikstofprobleem oplost, is die er wel?

Politieke impasse blijft

Nu het landbouwakkoord opnieuw is vertraagd raakt een snelle oplossing van het stikstofprobleem uit zicht, de politieke impasse blijft. Regeringspartij CDA heeft te kennen gegeven het regeerakkoord op de stikstofafspraken open te willen breken en hoopt die heronderhandeling binnen de coalitie vóór de zomer te starten. Alleen is daarvoor wel een geslaagd akkoord nodig met de agrarische sector en andere betrokken organisaties. Dat is nu dus opnieuw uitgesteld. Daardoor blijft de politieke spanning eveneens voor onbepaalde tijd boven het kabinet hangen. CDA-leider Wopke Hoekstra wil af van de afgesproken stikstofdeadline van 2030: het jaar waarin de uitstoot moet zijn gehalveerd. Regeringspartner D66 is daar mordicus op tegen.

En op het moment dat minister Adema en de boerenorganisaties wel tot overeenkomst komen over de laatste heikele punten, zal het nog even duren voor er een definitief en volwaardig landbouwakkoord ligt. Eerst zullen de achterbannen van de betrokken organisaties er nog mee moeten instemmen. Vervolgens zal het Planbureau voor de Leefomgeving de afspraken nog moeten doorrekenen.