N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Economische vooruitblik In haar economische vooruitblik ziet de Europese Commissie de economie verder groeien. Wel gaat de verwachte inflatie ook omhoog.
Het spook van een recessie is inmiddels helemaal uit de lucht, blijkt uit de driemaandelijkse vooruitblik die de Europese Commissie deze maandag presenteerde. De Europese economie blijft goed overeind en groeiverwachtingen worden opgekrikt, maar dat betekent ook dat de hoge inflatie veel hardnekkiger blijft dan eerder voorspeld.
Het zijn vooral de sterk gedaalde energieprijzen die de economische terugval dempen, samen met een aanhoudend sterke arbeidsmarkt – de gemiddelde werkloosheid blijft met 6 procent historisch laag. In reactie op de oorlog in Oekraïne en de vrijwel volledig gestaakte gasstroom uit Rusland is de Europese Unie er relatief goed in geslaagd alternatieve energiebronnen te vinden en haar gasverbruik terug te dringen. Daardoor doet de economie het in de woorden van Eurocommissaris Valdis Dombrovskis (Financiën) nu „opvallend goed”.
De groeiverwachting voor de hele EU stijgt van de 0,8 procent waar Brussel in februari van uitging nu naar 1 procent. Die stijging is gelijk voor de eurozone, waar de groeiverwachting van 0,9 naar 1,1 procent gaat. De verwachtingen voor de Nederlandse economie zijn nog positiever: die groeit dit jaar met 1,8 procent, tegenover de eerder voorspelde 0,8 procent. Volgend jaar zit Nederland met 1,2 procent verwachte groei wel wat onder het eurozonegemiddelde van 1,6 procent, onder meer door de hoge inflatie.
De mild positieve cijfers betekenen ook dat Brussel lidstaten – niet voor het eerst – oproept energiesteunmaatregelen snel af te schalen. Niet alleen om hun soms torenhoge staatsschuld af te bouwen, maar ook om niet verder bij te dragen aan de inflatie. Het stimuleren van inflatie zou weer druk zetten op de Europese Centrale Bank om de rentes verder te verhogen met, zo schrijft de Commissie, „negatieve gevolgen voor de financieringsvoorwaarden van de publieke en private sector en de financiële stabiliteit in het algemeen”.
Hoe dan ook blijven de inflatieverwachtingen hoog – ze zijn zelfs nog wat hoger dan drie maanden geleden. Toen ging de Commissie nog uit van 6,4 procent inflatie dit jaar in de EU, nu stijgt dat naar 6,7 procent. Ook volgend jaar verwacht Brussel nog altijd 3,1 procent inflatie, en in Nederland 3,3 procent.
Verhitte discussie
De verwachte groei betekent ook dat iets meer EU-lidstaten in de buurt komen van de Europese regels voor hun begrotingstekort en schuldenniveau. Traditioneel schrijven die voor dat een begrotingstekort niet hoger mag zijn dan 3 procent en de staatsschuld niet hoger dan 60 procent van het bruto binnenlands product. Waar dit jaar veertien lidstaten die eerste norm overschrijden, daalt dat volgend jaar naar tien.
Als het gaat om de schuldennorm blijven meer EU-lidstaten aan de verkeerde kant zitten. Aan het eind van 2024 zullen nog altijd dertien EU-landen een hogere schuld hebben dan 60 procent en zitten zes daarvan zelfs boven de 100 procent: België, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Italië en Portugal.
Die feiten zijn belangrijke input voor de discussie over diezelfde begrotingsregels die onlangs in de EU is losgebarsten. Bij het handhaven van de regels wil de Commissie meer flexibiliteit gaan toepassen en lidstaten meer ruimte geven een eigen pad te volgen bij het halen van de normen. Maar vooral Duitsland voelt daar helemaal niks voor, en eist dat lidstaten met een te hoge schuld die jaarlijks met ten minste 1 procentpunt terugbrengen. Nederland zit iets minder geharnast in de discussie, maar wil niettemin ook dat er sterker wordt toegezien op het naleven van de regels. In aanloop naar de deadline voor een akkoord eind dit jaar belooft dit nog een verhitte discussie te worden.