N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Ecologie De stromingen die door eb en vloed ontstaan, zijn te gebruiken om elektriciteit op te wekken. Aan de Engelse oostkust bestaan plannen voor zo’n centrale in een natuurgebied. Dat kan grote gevolgen hebben.
Waar de Waddenzee het grootste intergetijdengebied van Nederland is, is The Wash dit voor Engeland. Het estuarium van 620 vierkante kilometer aan de oostkust van Engeland kent getijdenverschillen van vier meter, waardoor uitgestrekte wadplaten en zoutmoerassen twee keer per dag droog komen te liggen. Hierin krioelen de wadpieren en zagers. De gestekelde zandkokerwormen vormen samen met mossels en kokkels hun riffen.
Het is een banket voor vogels. Twee keer per jaar bezoeken een half miljoen trekvogels The Wash om te rusten en te eten, als tussenstop op hun tocht tussen de arctische vlaktes en de West-Afrikaanse kustmoerassen.
Ook de gewone zeehond voelt zich thuis in het estuarium. Zodanig dat wel 10 procent van de wereldpopulatie er leeft. De zeezoogdieren trekken naar de Noordzee om op vis te jagen en gebruiken de brede kusten en riviermondingen van The Wash als rustplaatsen.
Naast vogels, pieren en zeehonden trekt het estuarium al decennia de aandacht van ontwikkelaars van getijdenenergieprojecten. Afgelopen november presenteerde zakenman James Sutcliffe met trots zijn plannen voor de haven van de toekomst: Centre Port. „Het wordt ’s werelds eerste diepzeecontainerterminal die volledig op getijdenenergie draait.” De scheepvaart moet groener, vindt Sutcliffe, te beginnen met de havens. De voorgestelde verduurzamingsslag wordt niet door iedereen met open armen ontvangen, vanwege de mogelijke ecologische schade van het megaproject. De schaal van de natuurverstoring is echter nog onbekend.
Vier keer per dag elektriciteit
De havenondernemer wil een 21 kilometer lange getijdendam bouwen van het dorp Hunstanton, aan de zuidkant van de baai, naar Gibraltar Point aan de overzijde, en zal tussen de Noordzee en The Wash komen te liggen. Door energie te onttrekken aan het meest bepalende geomorfologische proces van The Wash – het tij – is het onvermijdelijk dat er veranderingen in dit precaire en dynamische natuurgebied zullen optreden.
Getijdenenergie wekt elektriciteit op uit stromingen die ontstaan door het hoogteverschil tussen eb en vloed. Dit kan met losse turbines, drijvend of bevestigd aan de zeebodem, maar ook op grotere schaal. In dat geval wordt er een waterdam met turbines tussen een estuarium of lagune en de open zee gelegd. Bij opkomend water ontstaat een stroom door de turbines in de dam, waardoor de turbine gaat draaien en stroom opwekt. Sutcliffe wil omkeerbare turbines installeren, waardoor dit proces ook in werking treedt bij ebbend water. Zo wordt vier keer per dag elektriciteit opgewekt.
Wanneer hun leefgebied ingrijpend verandert, kunnen ze niet zomaar ergens anders voedsel verzamelen
Nigel Clark vogelecoloog
Alhoewel Sutcliffe de milieubeoordelingen en natuurtoetsen nog moet uitvoeren, kan hij zich niet voorstellen dat de getijdendam de ecologische dynamiek in The Wash zal verstoren: „Er zullen iets minder golven zijn, maar het belangrijkste is dat het een intergetijdengebied blijft. Daar willen we niets aan veranderen. Het is niet onze intentie om The Wash af te sluiten van de Noordzee.”
De ontwikkelaar benadrukt dat de getijdendam open blijft. Ook de Oosterscheldekering is zo’n open dam, waardoor de Oosterschelde nog in verbinding met de Noordzee staat. Echter, van de ooit negen kilometer brede zeemonding is nu nog drie kilometer open. Hierdoor stroomt er een kwart minder water de Oosterschelde in. Het getijdenverschil van 3,70 meter is gedaald naar 3,25 meter, zelfs zonder dat er actief energie aan de getijdenwerking wordt onttrokken. Ook in de Oosterscheldedam hangt sinds enige tijd een kleine, experimentele getijdencentrale.
Kleiner getijdenverschil
Vogelecoloog Nigel Clark is er dan ook niet zeker van dat Centre Port gebouwd kan worden zonder verstoring. Hij onderzocht voor de British Trust for Ornithology het effect van veertien verschillende getijdenenergieprojecten op vogels. Daarbij is Clark sinds de jaren zeventig betrokken bij The Wash Wader Research Group, een wetenschappelijke vrijwilligersorganisatie voor steltlopers in het gebied. „Er zijn enorme populaties aan kanoeten, scholeksters, bonte strandlopers, grutto’s en rosse grutto’s. De vogels gebruiken het estuarium van The Wash om het voedselaanbod en de veilige broedplaatsen. Ze hebben de uitgestrekte gebieden van The Wash nodig om goed zicht te hebben op predatoren”, zo legt hij het belang van het gebied uit. „Wanneer je getijdenenergie aan het systeem onttrekt, verlaag je het verschil tussen eb en vloed en verklein je het intergetijdengebied dat de vogels zo nodig hebben. Van andere onderzoeken – bijvoorbeeld naar de voorgestelde getijdendam bij het estuarium van de Severn in Zuidwest-Engeland – weten we dat het intergetijdengebied met meer dan de helft kan afnemen.”
Een kleiner intergetijdengebied betekent niet dat de vogels simpelweg iets dichter op elkaar komen te staan, maar kan leiden tot een volledige instorting van de trekvogelpopulatie. Een mogelijke halvering van het intergetijdengebied, een erosie van wadplaten, steile oevers in plaats van geleidelijke overgangen van zee naar land met zoutmoerassen, dat zijn de effecten van getijdendammen die Clark kent uit zijn eerdere onderzoeken. Met een drastische reductie in bodemleven – oftewel vogelvoedsel – tot gevolg. „Veel trekvogels vertrouwen op hun zicht. Ze kennen hun omgeving door en door, dat is hoe ze overleven. Wanneer hun leefgebied ingrijpend verandert, kunnen ze niet zomaar ergens anders voedsel verzamelen. Dus wat gebeurt er? Ze migreren zonder voedselreserves en overlijden, of ze migreren helemaal niet en stoppen met broeden.”
Tammy Smalley is hoofd natuurbehoud van het Lincolnshire Wildlife Trust, een natuurorganisatie uit het naastgelegen gebied, en deelt deze zorgen. Ze verwacht grote verschuivingen in het sedimentatieregime, vergelijkbaar met de verzilting bij de getijdendam van Saint-Malo in Frankrijk, de op één na grootste te wereld. „Ik ken dit gebied al mijn hele leven en weet dat elke vorm van versperring de neerdaling van slib en zand drastisch zal veranderen. De stroming in The Wash zal lager zijn, waardoor hier meer slib zal sedimenteren.”
Voor de Britse overheid werkte ze aan verschillende projecten rondom het behoud van de mariene biodiversiteit en is sinds een jaar of zes terug in het gebied waar ze opgroeide. „Ik ben geboren aan de monding van The Wash. Een van mijn vroegste herinneringen is van mijn zusje dat gilt vanwege het slib tussen haar tenen. Dit gebied zit in mij ingesloten. Mijn opa werkte zelfs als opzichter in Gibraltar Point National Nature Reserve naast The Wash. Het zit in mijn dna.”
Stijging van de zeespiegel
Smalley vertolkt een gevoel van verbondenheid aan The Wash. Haar zorgen gaan verder dan een mogelijk verlies aan biodiversiteit. Het gaat haar ook om de integriteit van het gebied en het behouden van wildernis. „Ik heb een passie voor dit gebied, omdat het een van de laatste plaatsen in ons land is waar je echt kunt ontkomen aan de gekte van het moderne leven. Het is een ware wildernis, waar je rust kunt vinden.”
Na de aankondiging van Centre Port afgelopen november merkte Smalley dat ze niet de enige was die het gebied hierom waardeerde. „Mijn collega’s en ik zijn benaderd door boeren, omwonenden, vissers en recreanten die bijvoorbeeld van kajakken houden. Veel van hen zeiden: we willen niet dat die dam er komt, omdat we van deze plek houden zoals het nu is: een wildernis.”
Het ongerepte karakter van The Wash zal met de dam van Centre Ports niet behouden worden, maar verder is ontwikkelaar Sutcliffe ervan overtuigd dat hij de natuur in de baai onaangeroerd zal laten. Sterker nog, hij meent die beter te beschermen dan nu. Zijn sleutelwoord is zeespiegelstijging. Het oosten van Engeland werd in 1953 getroffen door dezelfde watersnood als Nederland. Het laaggelegen gebied rondom The Wash is uitermate kwetsbaar voor zeespiegelstijging en stormvloeden.
Ik begrijp het perspectief van de natuurbeschermers
James Sutcliffe ondernemer
Volgens Sutcliffe zal de afsluitbare getijdendam zowel The Wash als de omliggende gebieden hiertegen beschermen. „Het is belangrijk om de zoutmoerassen te behouden en wij doen dat door de bedreiging van klimaatverandering weg te nemen. Daarbij beschermen we ook nog miljoenen mensen tegen overstroming.”
Hij gelooft niet dat zoutmoerassen van zichzelf al vloedgolven kunnen remmen en het land daarachter kunnen beschermen. „Ik begrijp het perspectief van de natuurbeschermers, maar mijn god, wat gaat de wereld veranderen. Ze willen vasthouden aan een utopische situatie waarbij niets zal veranderen. Wij zijn proactief en komen met een plan waarmee we de natuurlijke grenzen van The Wash behouden.”
De getijdendam en containerhaven brengt naast bescherming tegen overstromingen en groene stroom ook economische ontwikkeling. De diepzeehaven op de dam krijgt een platform met wel zes kranen, die elk tot wel tachtig containers per uur kunnen verplaatsen. Volgens Sutcliffe komt de haven op de uitgelezen locatie: „De zeebodem heeft weinig hoogteverschil, wat ideaal is voor een diepzeehaven. Hierdoor kunnen we de grootste schepen ter wereld ontvangen en dat op een locatie in een goede verbinding met Hamburg en Rotterdam.” De containerterminal wordt verbonden met het spoornetwerk. Op de waterdam komt zelfs een snelweg.
Win-winsituatie
Door de extra infrastructuur, banen en groene stroom lijkt het megaproject een win-winsituatie voor de lokale gemeenschap en Engeland als geheel, maar door de onzekerheid rondom de ecologische impact blijft het onzeker of de getijdendam er ooit zal komen. „We gaan alle milieurapporten opstellen”, benadrukt Sutcliffe, „maar ik behandel alleen feiten, ik speculeer niet zoals de natuurbeschermers dat doen.”
Het kan wel drie jaar duren totdat de milieueffecten in kaart zijn gebracht. Tot die tijd blijft de discussie rondom dit megaproject voortgaan. Als het aan Smalley ligt, staat The Wash tegen die tijd, net als de Waddenzee, op de lijst van Wereldefgoed van Unesco. „Het gebied heeft elke mogelijke bescherming, behalve de Unesco-status. Al voordat Centre Port werd aangekondigd, wilden we dit gebied op die lijst krijgen. Het zal het laatste zijn wat ik doe en dan ga ik met pensioen.”