Hoe kan het dat bleekmiddel overal de kleur uit doet verdwijnen?

Durf te vragen Bleek is een overkoepelende term voor verschillende blekende stoffen. Vaak is natriumhypochloriet de werkzame stof.

Marktplein en bleekveld in Vlaanderen, een schilderij van Jan Brueghel en Joos de Momper.
Marktplein en bleekveld in Vlaanderen, een schilderij van Jan Brueghel en Joos de Momper. Beeld Museo Nacional del Prado

De toepassingen zijn ontelbaar: stralende tanden, blinkende badkamers, fris beddengoed. Bleek wordt op diverse plekken ingezet om kleur te verwijderen uit voorwerpen en ze dus te bleken. Maar naast een zegen brengt het ook een zorg: bleek haalt vlekken úít je kleding, maar kan ook vlekken veroorzaken ín je kleding. Hoe werkt bleek eigenlijk?

Om erachter te komen hoe bleek kleur verwijdert, moeten we eerst weten hoe voorwerpen aan hun kleur komen. Dat werkt als volgt. Sommige moleculen bezitten chromoforen: een paar verbonden atomen die samen in staat zijn om licht te absorberen. Verschillende chromoforen absorberen verschillende golflengtes. Bètacaroteen is een voorbeeld van zo’n molecuul met een chromofoor. Schijn je er wit licht op, dan absorbeert deze stof alle kleuren behalve geel en oranje. De golflengtes van deze kleuren worden weerkaatst en daarom zien we oranje wortels. Zo kleuren bloedcellen rood door het chromofoorbevattende heem en planten groen door het pigment chlorofyl.

Elektronen wegdrijven

Over naar de werking van bleek zelf. Bleek is een overkoepelende term voor verschillende blekende stoffen. Koop je een fles in de supermarkt, dan is de kans groot dat natriumhypochloriet (NaClO) de werkzame stof is. Maar ook bijvoorbeeld waterstofperoxide (H2O2), bekend als blondeermiddel, heeft een blekende werking. Overeenkomstig aan de moleculen is dat ze de elektronen van een ander molecuul wegdrijven en de protonen in de kern aantrekken. Precies dit pesterijtje halen ze uit bij pigmenten. Bleek verbreekt elektronbindingen in chromoforen, waardoor ze niet meer in staat zijn om licht te absorberen. Het resultaat is dat meer wit licht terugkaatst, dus zie je minder kleur.

Niet alleen chemische bleek kan bleken. Eeuwen geleden zetten we zonlicht al in om linnengoed weer fris te laten ogen door de vergeelde stof uit te spreiden over zogenaamde bleekvelden. Schilders als Jan Brueghel en Nicolaes Molenaer legden dit in de 17de eeuw vast op het doek en families ‘(de) Bleker’ en alle varianten daarop danken hun naam aan dit tafereel.

Wat werkt, dat werkt: er werden geen vragen gesteld waarom zonlicht bleekt. Inmiddels weten we dat zonlicht vrije zuurstofatomen in de lucht vormt. Deze tasten chromoforen aan, waardoor zonlicht ook kleur verdrijft. Andere voorbeelden van natuurlijke blekers zijn citroensap en azijn.

Pech voor de bacteriën

Huishoudbleek dankt zijn populariteit ook aan een andere eigenschap: het desinfecteert. Met hetzelfde pesterijtje dat natriumhypochloriet uithaalt bij chromoforen, het sloopt het bacteriële eiwitten. Dat doet natriumhypochloraat door die eiwitten te ontvouwen, waardoor ze niet meer kunnen functioneren. Pech voor de bacteriën: hun essentiële eiwitten raken door bleek onomkeerbaar beschadigd, waardoor de micro-organismes het loodje leggen.

Bleek maakt helaas geen onderscheid tussen bacteriën en menselijk weefsel. Door ook onze eiwitten te veranderen, veroorzaakt contact met bleek irritatie en het afsterven van cellen.

Dus het antwoord op de vraag: bleek werkt voornamelijk door andere moleculen te slopen.