In Omars oude huis woont nu een indringer

Onteigening In het verwoeste Syrië neemt het regime de huizen van gevluchte burgers in. Vluchtelingen kunnen nu nóg moeilijker terugkeren.

Omar Ayoub woont nu met zijn gezin in Heerenveen. Zijn huis in Syrië werd ingenomen door een militair.
Omar Ayoub woont nu met zijn gezin in Heerenveen. Zijn huis in Syrië werd ingenomen door een militair.

Foto Sake Elzinga

Vanuit zijn nieuwe huis in Heerenveen denkt Omar Ayoub vaak terug aan zijn oude huis in Syrië. Het staat vlak bij de oude bazaar van de provinciestad Rastan. Het heeft twee verdiepingen, negen kamers en grenst aan een tuin met palmbomen en cipressen.

„Als kind speelde ik in die tuin met de kinderen uit de buurt”, zegt Ayoub, een 40-jarige Syriër die in 2014 naar Nederland vluchtte. Het huis in Rastan is van zijn vader, die het weer van zijn grootvader erfde. „Ik ben er geboren, heb er mijn hele jeugd doorgebracht en ben er getrouwd. Het is een huis vol herinneringen.”

Sinds 2018 woont er een indringer. Het gaat volgens Ayoub om een officier uit een door Iran gesteunde militie die in de oorlog voor president Assad vocht. „We hoorden van onze oude buren dat hij ons huis gejat heeft”, zegt hij. „Het is een vreselijke gedachte dat zo’n misdadiger nu in onze woonkamer zit, maar we kunnen er niets tegen doen.”

Ondertussen hoort Ayoub dat veel Nederlanders vinden dat Syriërs na twaalf jaar oorlog terug naar huis kunnen. „Ik wou dat ze begrepen dat dat helemaal niet gaat”, zegt hij. „Ik was politiek actief en zou meteen gearresteerd worden. Bovendien hebben we helemaal geen huis meer!”

Bijna 60 procent van de Nederlanders was in 2019 voor de terugkeer van Syrische vluchtelingen, aldus een opinieonderzoek van het Rode Kruis. In Turkije, dat 3,6 miljoen Syriërs opvangt, lag dat percentage volgens een lokale peiling uit 2022 op 82 procent. In zowel Turkije, Libanon (1,5 miljoen Syrische vluchtelingen) als Jordanië (1,3 miljoen) neemt de vluchtelingenhaat gewelddadige vormen aan en beloven politici massale uitzettingen.


Lees ook: Steeds minder steun voor Syrische vluchtelingen in regio

Teruggekeerde vluchtelingen kunnen worden gearresteerd en gemarteld, waarschuwen mensenrechtenorganisaties. Bovendien leeft 90 procent van de Syrische bevolking onder de armoedegrens en zijn veel huizen van gevluchte Syriërs verwoest of net als dat van Ayoub ingenomen door het regime. Terugkeer is dus niet alleen gevaarlijk, maar vaak ook onmogelijk.

„De onteigening van gevluchte Syriërs is systematisch”, zegt Ali Aljasem, een Syrische onderzoeker in conflictstudies verbonden aan de Universiteit Utrecht. Precieze cijfers over de schaal van de diefstal zijn er niet, maar volgens Aljasem is onteigening van burgerbezit een van de belangrijkste inkomstenbronnen van Assads veiligheidsdiensten. „Ze plukken het land kaal.”

Vervalsingstactiek

Ook Aljasems eigen huis is ingenomen, vertelt hij. „Een shabih [lid van pro-Assad milities en knokploegen] kwam in 2017 langs en hoorde dat mijn familie actief was in de oppositie. Hij dacht: dan zijn het terroristen, dus laat ik daar gaan wonen. Toen we bezwaar maakten, zei hij dat we vooral terug moeten komen. Hij weet dat dat voor ons levensgevaarlijk is.”

Bazaar in Idlib, Syrië. Veel huizen van gevluchte Syriërs zijn verwoest of ingenomen door het regime.
Foto Muhammed Said/Anadolu Agency via Getty Images

Om de roof de schijn van legitimiteit te geven, beroept het regime zich op een reeks wetten. Zo is er decreet 63 van de antiterrorismewet uit 2012, dat het regime in staat stelt bezittingen van ‘terroristen’ in te nemen en hun bankrekeningen te bevriezen. In 2018 volgde wet nummer 10, die voorschrijft dat wanneer de overheid een stuk land aanwijst voor projectontwikkeling, de eigenaren van alle gebouwen in dat gebied binnen een maand hun eigendomsbewijzen moeten aanleveren. Doen ze dat niet, dan kan het regime hen onteigenen.

Dit is het werk van een georganiseerde maffia

Het probleem is dat veel Syriërs zulke documenten kwijt zijn. Daarbij wordt het Syriërs die het land verlaten hebben moeilijk gemaakt hun papierwerk op afstand te regelen en durven veel van hen niet terug.

Afgelopen maand berichtte The Guardian over nóg een tactiek in de Syrische onteigeningsbusiness: de vervalsing van officiële documenten. De Britse krant werkte samen met het Syrische journalistencollectief SIRAJ en de Syrische ngo The Day After, die vervalste documenten inzagen en gedupeerden spraken.

De vervalsingstactiek werkt als volgt. Je vindt een huis of stuk grond, bij voorkeur van een gevluchte Syriër. Vervolgens vervals je zijn of haar identiteits- en eigendomsbewijzen en stel je een neppe volmacht op. Met die documenten kun je namens de afwezige eigenaar de bezittingen verkopen. Natuurlijk moeten de notaris, rechter en andere autoriteiten een oogje toeknijpen, maar als je hun betaalt – of van de geheime dienst bent – is dat snel geregeld.

„Op deze manier kun je vastgoed op ‘legale’ wijze doorverkopen”, zegt Abdul Nasser Hoshan, een voormalig advocaat uit Syrië die nu in Turkije woont en eveneens onderzoek deed naar het onderwerp. „Een koper wil graag dat alles in orde lijkt. Dat gaat lastiger met een huis dat is afgepakt.”

Hoshan werkte in Syrië in militaire rechtbanken en zegt over de nodige contacten te beschikken die toegang hebben tot de vervalste documenten. Met hun hulp documenteerde hij naar eigen zeggen 125 gevallen van huizen in Damascus die in de eerste helft van 2022 op deze manier gestolen werden. NRC kon een voorbeeld van de documenten inzien.

„Dit is het werk van een georganiseerde maffia”, zegt Hoshan. „Voorheen verliepen onteigeningen chaotischer, maar nu zien we echt een netwerk dat samenwerkt met de veiligheidsdiensten en de Vierde Divisie [een elitekorps van het Syrische leger aangevoerd door Maher al-Assad, de broer van de president].”

Milities en maffiabazen

Het laat zien hoe de Syrische staat na twaalf jaar oorlog functioneert, zegt Ali Aljasem. „Assads regime is geen ‘regering’ met instituties in de Nederlandse zin van het woord. Het is een verstrengeling van veiligheidsdiensten, milities, maffiabazen en lokale notabelen, met aan het hoofd Assad. Om zijn machtsbasis te verbreden en zijn bondgenoten in de oorlog te belonen, geeft Assad hun vrij spel om de bevolking uit te knijpen.”

Toch gaan de onteigeningen niet alleen over hebzucht en geld. Het is ook een vorm van bevolkingspolitiek, benadrukt Aljasem. Het regime kiest volgens hem heel gericht voormalige oppositiewijken uit voor ‘herontwikkeling’ en bedeelt onteigende grond en woningen toe aan loyalisten. „Het is een manier om de samenstelling van Syrië blijvend te veranderen”, zegt Aljasem. „Assad wil helemaal niet dat zijn tegenstanders terugkeren.”


Lees ook: Amnesty International: Syrische vluchtelingen lopen gevaar bij terugkeer

Doen ze dat toch, dan kunnen ze rekenen op straf. Wie aan arrestatie ontkomt, wordt volgens Aljasem afgeperst en vernederd. „Als je huis gestolen is, moet je langs bij de geheime dienst. Wie weet krijg je het terug, maar alleen als je bergen geld neerlegt. Ook zullen ze je inwrijven dat je een lafaard bent die zijn land verlaten heeft. Ze nemen je je waardigheid af – precies waar de opstand tegen Assad in 2011 om begon.”

Omar Ayoub wil dan ook onder geen beding terug zolang Assad aan de macht is. Hij heeft in Heerenveen een nieuw leven opgebouwd met zijn vrouw en vier kinderen en leerde Nederlands door stage te lopen tussen de koeien op een boerderij. Nu werkt hij als vrachtwagenchauffeur en denkt hij erover een eigen bedrijf te beginnen. In 2019 kregen hij en zijn gezin een Nederlands paspoort. „Natuurlijk wil ik mijn kinderen ons huis in Rastan laten zien”, zegt hij. „Maar Nederland is ook ons thuis.”

Zijn 72-jarige vader denkt er anders over, verzucht Ayoub. „Hij woont in Istanbul en vertelt me iedere dag aan de telefoon dat hij terug wil. Zijn laatste wens is dat hij in zijn oude huis kan sterven. Maar zolang die indringer er zit, is dat onmogelijk.”