N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Belastingvoordeel Lagere inkomens gaan er dit jaar wat betreft het vakantiegeld op vooruit. Dat heeft te maken met aanpassingen van de belastingtarieven.
Wat betreft het vakantiegeld hebben de lagere inkomens dit jaar geluk: zij houden daarvan netto meer over dan hogere inkomens. Werknemers met een brutoloon tot 3.000 euro per maand ontvangen iets meer dan vorig jaar. Hogere inkomens gaan er netto juist op achteruit. Dat blijkt uit berekeningen van salarisdienstverlener ADP.
Werknemers met een bruto maandloon van 1.250 euro krijgen bijvoorbeeld 15 euro meer vakantiegeld dan vorig jaar. Alle inkomens boven het modaal (3.086 euro) krijgen dit jaar minder in vergelijking met vorig jaar. Mensen die drie keer modaal verdienen gaan er het meest op achteruit: zij krijgen 579 euro minder. Deze groep betaalt nu ruim 6 procent meer belasting over het vakantiegeld.
Dat het vakantiegeld voor lagere inkomens dit jaar beter uitpakt, heeft te maken met aanpassingen van de belastingtarieven, legt Dik van Leeuwerden uit, expert wet- en regelgeving bij ADP. „Het is een ingewikkeld technisch verhaal, maar om te begrijpen wat hier aan de hand is moet je eigenlijk terug naar Prinsjesdag van vorig jaar”, zegt hij. „Toen stond alles in het teken van koopkrachtherstel. Er is aan de belastingtarieven gedraaid en de heffingskortingen zijn verhoogd om burgers tegemoet te komen vanwege de hoge inflatie.”
Het vakantiegeld valt dit jaar onder meer anders uit voor hogere inkomens omdat zij minder algemene heffingskorting krijgen, zegt Van Leeuwerden. Algemene heffingskorting is een korting op inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen, waar iedereen in Nederland recht op heeft. „Vanaf een jaarloon van meer dan 22.660 euro wordt deze korting nu met ruim 6 procent afgebouwd over het bedrag dat daaroverheen gaat. Verdien je meer dan 73.031 euro, dan krijg je geen algemene heffingskorting meer.”
Lees ook deze rubriekaflevering: Mag mijn werkgever mijn vakantiegeld later betalen?
Meer profijt
Een andere bepalende factor voor de belasting die op het vakantiegeld wordt ingehouden is de arbeidskorting. Dat is een heffingskorting waar ieder werkend persoon in Nederland recht op heeft. Dit jaar profiteren meer werkende mensen van deze belastingkorting dan voorheen, zegt Van Leeuwerden. Het inkomen waarbij het recht op arbeidskorting vervalt, is nu hoger dan vorig jaar.
Voor werknemers die dit jaar drie keer modaal verdienen, pakt deze aanpassing nadelig uit. Het verrekeningspercentage van de arbeidskorting dat bij een jaarsalaris boven de 37.691 euro (de inkomensgrens waarna een deel van deze belastingkorting komt te vervallen) wordt ingehouden, is hoger dan vorig jaar. Dat is verhoogd van 5,86 procent naar ruim 6,5 procent.
Werkgevers keren het vakantiegeld doorgaans eens per jaar – vaak in mei – uit aan hun werknemers. Het gaat om een extra toeslag die het voor werknemers mogelijk moet maken in de zomer op vakantie te kunnen. De toeslag bedraagt minimaal 8 procent van het brutojaarsalaris. „Veel Nederlanders kijken daarom uit naar de maand mei”, zegt Van Leeuwerden.