N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voetbal Het Duitse VfL Wolfsburg plaatste zich na een zwaarbevochten 3-2 overwinning voor 60.000 fans bij het Engelse Arsenal voor de eindstrijd van het belangrijkste clubtoernooi voor vrouwen.
‘De drie van VfL Wolfsburg’ komen op 3 juni even naar huis. Naar Eindhoven om precies te zijn waar Dominique Janssen (28), Lynn Wilms (22) en Jill Roord (26) de finale van de UEFA Women’s Champions League spelen tegen FC Barcelona. Het Philips Stadion is dan voor het eerste het decor van de belangrijkste wedstrijd in het Europese clubvoetbal voor vrouwen. Een eindstrijd met een Nederlands tintje dus.
De drie Nederlandse internationals kunnen na de 3-2 zege in Londen in de return van de halve finale tegen Arsenal in de voetsporen treden van Daniëlle van de Donk en Damaris Egurrola (Olympique Lyon in 2022), Lieke Martens (FC Barcelona in 2021), Shanice van de Sanden (Lyon in 2018, 2019 en 2020), Annemieke Kiesel-Griffioen (Duisburg in 2009) en Marleen Wissink (1. FFC Frankfurt in 2002 en 2006). De Nederlandse kampioenen straalden allemaal in dienst van buitenlandse werkgevers. FC Twente en Ajax wisten dit seizoen het hoofdtoernooi niet eens te bereiken.
De Nederlandse bondscoach Andries Jonker zal maandagavond met genoegen hebben gekeken naar de verrichtingen van Janssen, Wilms, en Roord bij Wolfsburg en Victoria Pelova (23) bij Arsenal. De Champions League is het podium voor de internationals om ervaring op te doen voor de strijd op het hoogste niveau. Zoals dat komende zomer vereist is als Oranje in Nieuw Zeeland en Australië als vice-kampioen van 2019 aan een nieuw WK begint. In het landenvoetbal kon Nederland zich op de afgelopen eindtoernooien wel met de top meten.
Nederlandse clubs ontbreken
Hoe anders is dat op clubniveau. Nederlandse clubs deden tot dusver nooit mee in de eindfase van de Champions League. Sinds het begin van dit toernooi – dat in het seizoen 2001-2002 onder de naam UEFA Women’s Cup begon – wist geen enkele club uit de Vrouwen Eredivisie een rol van betekenis te spelen. De Champions League kende de afgelopen twintig jaar alleen winnaars uit Duitsland (9 keer), Frankrijk (8), Zweden (2), Spanje (1) en Engeland (1).
Het maakt overduidelijk dat Nederland niet meer is dan een land waar vrouwen worden opgeleid voor topclubs in het buitenland. Nog meer dan bij het mannenvoetbal, waar clubs als Ajax, Feyenoord en PSV in het verleden de belangrijkste Europese beker in het verleden wel wisten te winnen. Al dateert het laatste succes daar ook alweer uit 1995, toen Ajax het Italiaanse AC Milan in de finale versloeg.
De top in het internationale clubvoetbal is bij de vrouwen veel dunner dan bij de mannen. Slechts een klein aantal clubs, waaronder Frankfurt, Lyon, Paris Saint-Germain, Barcelona, Arsenal en Wolfsburg, bouwden de afgelopen twee decennia aan een vrouwenteam dat zich kan meten met de top van Europa. Zo begon het professionele voetbal in Wolfsburg in 2003 toen de club de vrouwenafdeling van WSV Wendschott overnam, inclusief de licentie voor de Bundesliga. Tien jaar later won Vfl Wolfsburg de treble: Champions League, kampioenschap en beker. Ze werden ‘het Bayern München’ bij de vrouwen.
In de praktijk verdelen de kleine groep topclubs in Europa vrijwel altijd de prijzen onder elkaar. Dit seizoen is daar geen uitzondering op. Al staan Vfl Wolfsburg en FC Barcelona dit jaar wel voor eerst tegenover elkaar in de finale. Een eindstrijd die niet door de NOS, Ziggo of ESPN zal worden uitgezonden. Televisiekijkers zijn net zoals bij alle andere duels on the road to Eindhoven aangewezen op de internationale sportstreamingdienst DAZN of, gratis, via YouTube. De vier wedstrijden in de kwartfinales werden wereldwijd door 2,6 miljoen voetbalfans bekeken. De komende twee jaren zullen er nog negentien wedstrijden gratis te zien zijn en moet voor de rest van de Champions League voor vrouwen worden betaald.
Het past in de professionalisering van de sport waar steeds records worden gebroken. Zo speelden Arsenal en VfL Wolfsburg voor het eerst voor een volledig uitverkocht Emirates Stadium, waar 60.000 toeschouwers er op maandagavond een voetbalfeestje van maakten. Een wereld van verschil met de ambiance op Boreham Wood’s Meadow Park waar de vrouwen van Arsenal ook vaak spelen.
Zindering door het stadion
Na het spectaculaire 2-2 gelijkspel in Wolfsburg, geloofden de fans van Arsenal in een herhaling van 2007 toen de eerste en enige Women’s Champions League werd gewonnen. Met de geblesseerde Vivianne Miedema langs de kant en de begin dit jaar van Ajax overgekomen Pelova in de basis, begonnen The Gunners heel sterk.
De Zweedse spits Stina Blackstenius brak het duel in elfde minuut met een knappe actie open. Er ging een zindering door het stadion die even deed denken aan de EK-sfeer een jaar geleden toen het nationale team van Engeland de harten van vele nieuwe fans veroverde. Destijds won Engeland in de finale op wilskracht van Duitsland. Met Sarina Wiegman als de gevierde vrouw.
Het leek er aanvankelijk op dat Wolfsburg op basis van kwaliteit Arsenal zou verslaan. Het was uitgerekend de voormalige Arsenal-speler Roord die vlak voor rust de gelijkmaker scoorde. Na bijna een uur spelen was het Alexandra Popp die raak kopte uit een corner van Felicitas Rauch. Het duel leek gespeeld. Maar Jennifer Beattie bracht een kwartier voor tijd de hoop voor Arsenal terug. Verlengen dus.
Beide ploegen gingen in de extra tijd op zoek naar het beslissende doelpunt. Arsenal was er dichtbij, raakte de lat. Maar de toeschouwers sloegen de handen voor de ogen toen Pauline Bremer in de 119de minuut de winnende goal maakte. Janssen, Roord en Wilms konden hun geluk niet op.