N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Turkse verkiezingen Sinds zaterdag kunnen Turkse Nederlanders stemmen voor de Turkse parlements- en presidentsverkiezingen. Velen steunen president Erdogan. Maar er klinkt ook kritiek, soms op fluistertoon.
In bussen, betaald door de AK-partij van president Erdogan, worden kiezers uit de wijde omtrek gratis naar sportcentrum De Scheg in Deventer gebracht. Zaterdag was de eerste dag waarop Turkse Nederlanders hun stem konden uitbrengen voor de parlements- en presidentsverkiezingen, die in Turkije op 14 mei worden gehouden.
„We gaan nu weer terug naar Enschede”, zegt Umran Aygun, begeleidster van een groep, voor ze opgewekt haar bus weer in stapt. „Maar vanmiddag komen we nóg een keer met een volle bus, en dan neem ik ook m’n moeder mee.” Ook bussen uit Tiel en Almelo staan klaar om de – merendeels oudere – kiezers weer naar huis te brengen.
„Deze mensen stemmen allemaal op Erdogan”, verzekert Aygun. Op de heenweg hebben zij en een andere vrijwilliger de mensen de procedure uitgelegd, tot en met hoe je het grote stembiljet moet opvouwen voor je het in de stembus stopt. En ze hebben ook gezongen. „We doen dit voor Turkije, maar het is ook een soort uitje.”
Ook in Amsterdam, Den Haag en Eindhoven zijn Turkse stembureaus ingericht voor de zo’n 200.000 geregistreerde kiezers. Aan de gevel van de sporthal in Deventer hangt een grote Turkse vlag. Het blijkt een geliefde achtergrond te zijn voor kiezers die, nadat ze hun stem hebben uitgebracht, soms met het hele gezin trots poseren voor een foto. „Voor familie in Turkije”, licht een van hen toe.
Ook kritiek
Bij vorige verkiezingen bleken Turkse-Nederlanders in grote meerderheid te stemmen voor Recep Tayyip Erdogan en zijn partij. Veel van de kiezers die zaterdag naar Deventer kwamen betuigen desgevraagd ook hun warme steun voor de president, die twintig jaar geleden premier werd en sinds 2014 president is. Hij zou garant staan voor krachtig leiderschap en stabiliteit, en wordt geprezen om de wegen en bruggen die onder zijn bewind zijn gebouwd, en om de impuls die hij heeft gegeven aan de wapenindustrie.
Het is eigenlijk niet eerlijk dat mensen die er niet meer wonen de toekomst van het land mee mogen bepalen
Pelin Alemdag Pinar Turks Nederlandse kiezer
Maar bij anderen klinkt kritiek – niet alleen op Erdogan, maar ook op het feit dat mensen die al jaren, of zelfs decennia niet meer in Turkije wonen, toch mogen stemmen. „Het is eigenlijk niet eerlijk dat mensen die er niet meer wonen de toekomst van het land mee mogen bepalen”, zegt Pelin Alemdag Pinar in het Engels. Maar met haar man, net als zij ingenieur, en hun baby is ze toch maar met de trein uit Arnhem naar Deventer gekomen om te gaan stemmen. In de hoop dat er verandering komt in Turkije.
„Wij zijn begin dit jaar naar Nederland verhuisd vanwege de hoge inflatie in Turkije”, zegt ze. „We hadden geen keus. We woonden in Istanbul, maar het leven werd onbetaalbaar. Hier konden we allebei meteen een baan met een goed inkomen krijgen.” Terwijl Turken in Turkije worstelen met de sterk gestegen kosten van levensonderhoud, zegt ze, profiteren Turken in de diaspora juist van de inflatie. „Het kan ze niet schelen, want met hun euro’s kunnen ze als toeristen nu lekker goedkoop naar Turkije.”
Negatieve invloed uit Turkije
Helemaal op haar gemak tussen de vele Erdogan-aanhangers voelt ze zich hier niet. „Ze krijgen voortdurend de propaganda te horen dat wie niet voor Erdogan stemt, niet van Turkije houdt en een terrorist is.”
Lees ook: Wordt Erdogans paleis straks een slaapzaal voor studenten?
Een kwart van de Nederlanders van Turkse afkomst voelt zich onveilig vanwege de Turkse invloed in Nederland, stelt een recent rapport van Instituut Clingendael over het Turkse diasporabeleid in Nederland. „Ruim 40 procent wil dat de Nederlandse overheid de Turks-Nederlandse gemeenschap beter beschermt tegen negatieve invloed uit Turkije, en deze behoefte wordt in vrijwel gelijke mate gedeeld door alle drie de politieke blokken (dus ook door de stemmers op president Erdogan).”
Veel kiezers die deze krant aansprak willen wel praten over de verkiezingen, maar alleen zonder vermelding van hun naam. Twee Koerdische vrouwen gaan nog verder en voelen zich naar eigen zeggen zó onveilig voor de drukke uitgang van het tijdelijke stembureau („en eigenlijk in heel Nederland”), dat ze alleen op fluistertoon willen praten. Ze steunen de uitdager van Erdogan, Kemal Kiliçdaroglu, de gezamenlijke kandidaat van zes oppositiepartijen.
„We willen af van de dictatuur”, zegt een van de twee zachtjes maar op dringende toon, terwijl ze spiedend om zich heen kijkt. „We willen vrij kunnen denken en vrij kunnen praten.” Ze zijn met een groep met auto’s uit Arnhem gekomen. „Er was voor dit weekend geen bus meer te huur. Maar vanaf maandag zullen ook wij mensen hier met bussen naartoe brengen.”
Binnen in de grote sporthal kijkt de Turkse consul-generaal voor Deventer, Hakan Cengiz, tevreden hoe een gestage stroom kiezers in een rustige, bijna plechtige sfeer zijn stem uitbrengt bij. „De eerste keer dat Turken in het buitenland konden stemmen, in 2014, was de opkomst 19 procent. In 2018 was het vijftig procent, en we hopen op een verdere toename.”