Van der Burg heeft ‘pijn’ van de alsmaar verergerende asielcrisis

Analyse

Asielopvang Er komen meer asielzoekers naar Nederland, bleek vrijdag, en dus zijn er nóg meer opvangplekken nodig.

Achtergelaten spullen van asielzoekers vorig jaar september bij aanmeldcentrum Ter Apel.
Achtergelaten spullen van asielzoekers vorig jaar september bij aanmeldcentrum Ter Apel.

Foto Kees van de Veen.

Hoofdpijn of buikpijn? Pijn voelt Eric van der Burg „altijd”. Het asielvraagstuk is sinds het aantreden van de VVD-staatssecretaris Asiel begin vorig jaar een grote zorg, die maar niet verzacht wordt. Hij probeert al bijna een jaar meer asielopvangplekken te regelen, nadat afgelopen zomer honderden asielzoekers op het gras bij het overvolle aanmeldcentrum in Ter Apel moesten slapen. Dit scenario, dat Van der Burg beloofd heeft te voorkomen, dreigt zich de komende maanden tóch weer voor te doen. Van der Burgs zoektocht naar opvangplekken kan gerust een bedelronde worden genoemd, omdat de meeste gemeenten niet méér vaste asielopvangplekken kunnen of willen aanbieden.

Vrijdag publiceerde het kabinet cijfers over de verwachte asielinstroom: naar verwachting zullen dit jaar 70.000 mensen asiel aanvragen. Als gevolg hiervan moet het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) nog voor het einde van dit jaar ruim 77.000 bedden zien te regelen, tweeduizend meer dan waar het de afgelopen maanden van was uitgegaan.

Statushouders

Daarnaast moeten gemeenten vanaf de tweede helft van dit jaar voor meer dan 27.000 statushouders, vluchtelingen met een verblijfsvergunning, een woning regelen. Dat is het hoogste aantal sinds 2015. Door het woningtekort wachten op dit moment 13.500 statushouders in asielzoekerscentra op een woning, waardoor zij schaarse bedden bezet houden bedoeld voor mensen die nog op antwoord van de IND wachten.

Dat Van der Burg inmiddels vooral aan het bedelen is, komt doordat in gemeenten lang niet altijd draagvlak bestaat voor de komst van een permanente asielopvanglocatie. Een oplossing hiervoor is de spreidingswet, waardoor het Rijk gemeenten desnoods kan dwingen om mensen op te vangen. Die wet is vorige maand naar de Tweede Kamer gestuurd, nadat de staatssecretaris tegen het dringende advies van de Raad van State in niets aan de wettekst had aangepast. De Raad vindt, net als gemeenten en de rechtspraak, dat de wet „onnodig complex” is. Gemeenten vinden de wet in zijn huidige vorm onuitvoerbaar, en hopen dat Kamerleden met wezenlijke aanpassingen komen. De wet zal niet voor 1 januari ingaan.


Lees ook:‘Asielzoeker à la carte bestellen is zuivere discriminatie’

Gemeenten schrijven vrijdag, in reactie op de asielcijfers, dat ze „grote zorgen” hebben over de haalbaarheid van de opgave die op hun bord ligt. Naast het huisvesten van statushouders, moeten zij „zeker 170.000 opvangplekken” regelen voor normale asielzoekers en Oekraïense ontheemden. Nederland vangt sinds de Russische inval in Oekraïne meer dan 90.000 Oekraïners op en de staatssecretaris verwacht dat er dit jaar nog eens 47.500 Oekraïners naar Nederland komen. En al zou het de gemeentes lukken al deze bedden te regelen, dan moet er ook geld en menskracht komen voor onderwijs, integratie en gezondheidszorg voor de extra asielzoekers. Maar de garantie voor volledige financiële compensatie bleef vrijdag uit.

Slechts één ‘succesje’

Een hopeloos dossier? Zo ver wilde Van der Burg vrijdag niet gaan. Toch kon hij maar één ‘succesje’ noemen dat dateert van na zijn aantreden: de nareisbeperking voor gezinsleden van statushouders. Die mochten wat het kabinet betreft pas naar Nederland komen zodra hun familielid een woning in Nederland heeft betrokken. De nareismaatregel als succes bestempelen is opmerkelijk: de hoogste bestuursrechter veegde de maatregel in februari van tafel. Dat duizenden gezinsleden tijdelijk niet naar Nederland mochten komen, heeft de opvangcrisis uiteindelijk niet verzacht.

Wordt Van der Burg niet gek van de asielkwestie? „Nee, maar als ik kijk naar wat ik allemaal moet doen, dan denk ik: oeps, dat is een beetje veel”, zei hij vrijdag met hese stem.