Rechtbank: staat handelde onrechtmatig tegen toeslagenouders

Toeslagenaffaire Het is de eerste keer dat slachtoffers van de toeslagenaffaire op deze manier hun gelijk halen bij een civiele rechter.

Slachtoffers van de toeslagenaffaire wachten al jaren op een evenredige schadevergoeding van de Nederlandse overheid.
Slachtoffers van de toeslagenaffaire wachten al jaren op een evenredige schadevergoeding van de Nederlandse overheid.

Foto Jeroen Jumelet/ANP

De staat heeft onrechtmatig gehandeld tegen twee gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire. Dat oordeelt de rechtbank in Almelo dinsdag. In de periode van 2008 tot en met 2015 hield de staat geen rekening met het evenredigheidsbeginsel bij het terugvorderen van toegekende toeslagen, aldus de rechter. Het is de eerste keer dat slachtoffers van de toeslagenaffaire op deze manier hun gelijk halen bij een civiele rechter.

Volgens de rechtbank hebben de ouders voldoende onderbouwd dat de Belastingdienst tussen 2008 en 2015 te weinig rekening hield met de gevolgen van zijn terugvordering, gezien de persoonlijke omstandigheden waarin het stel zich bevond. Bovendien heeft de dienst volgens de rechter ook niet achteraf kunnen aantonen dat hij voldoende rekening hield met de gevolgen van zijn besluitvorming. Dat is, zo staat in het vonnis, in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Dat beginsel moet voorkomen dat overheidsbesluiten onredelijk negatieve gevolgen hebben voor de burger.

Volgens regionaal dagblad Tubantia verzette de overheid zich tegen de rechtszaak vanwege de precedentwerking. Normaal gesproken moeten gedupeerden zich melden bij de verantwoordelijke afdeling binnen de Belastingdienst, waar specifieke ambtenaren verantwoordelijkheid dragen om hen bij te staan. Volgens veel slachtoffers loopt dit traject echter te langzaam en krijgen ze maar een deel van de schade vergoed. Mogelijk halen meer slachtoffers nu hun gelijk bij de rechter.

Slachtoffers van de toeslagenaffaire wachten al jaren op een passende schadevergoeding van de Nederlandse overheid. Daarom besloot het stel de staat aan te klagen. Vier gezinnen sloten zich bij hen aan; hierover volgen nog uitspraken in Rotterdam, Breda en Assen.