PvdA-Kamerlid Henk Nijboer: ‘We zijn ondermijnd door Hugo de Jonge’

Tijdelijke huurcontracten De afschaffing van tijdelijke huurcontracten leek rond. Toen zetten VVD en CDA het idee van Kamerleden Henk Nijboer (PvdA) en Pieter Grinwis (CU) op zijn kop. Nijboer: „Dit is sabotage.”

PvdA-parlementariër Henk Nijboer aan het woord in de Tweede Kamer.
PvdA-parlementariër Henk Nijboer aan het woord in de Tweede Kamer.

Foto Remko de Waal/ANP

PvdA’er Henk Nijboer heeft als Tweede Kamerlid veel wetsvoorstellen ingediend. Maar wat hij nu heeft meegemaakt, zegt hij, heeft hij nooit eerder gezien: de wet die hij samen met ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis had geschreven, en die een einde moest maken aan tijdelijke huurcontracten, is door minister Hugo de Jonge (Wonen, CDA) „ondermijnd” en „gesaboteerd”. En VVD en CDA hebben de minister een handje geholpen, aldus Nijboer.

Tijdelijke huurcontracten, voor maximaal twee jaar, bestaan sinds 2016 en waren bedoeld om de verhuur van woningen aantrekkelijker te maken. Maar bij een evaluatie bleken de nadelige gevolgen voor huurders groot. Zij verkeren door die tijdelijkheid in veel meer onzekerheid. Bovendien kunnen huisbazen de huren bij elke nieuwe huurder verhogen, waardoor de huurprijzen de afgelopen jaren sterk stegen. Van het gehoopte stijgende aanbod aan huurwoningen is intussen geen sprake.

Nijboer en Grinwis wilden daarom weer een verbod op tijdelijke huurcontracten, enkele uitzonderingen daargelaten. Eigenlijk zou de Tweede Kamer afgelopen dinsdag stemmen over hun wetsvoorstel. Maar de stemming werd uitgesteld. Na het meireces wordt opnieuw over het voorstel gedebatteerd.

Dat uitstel kwam er nadat de VVD en het CDA op het laatste moment met twee amendementen waren gekomen om het wetsvoorstel te wijzigen. Die zouden de wet, waarover al was gedebatteerd, op zijn kop zetten. De twee fracties wilden met hun amendementen regelen dat huiseigenaren die maar één huurpand hebben huurders uit huis mogen zetten wanneer ze het huis willen verhuren aan een familielid of verkopen.

De Jonge als souffleur

Nijboer en Grinwis waren verbijsterd. Dit was precies het tegenovergestelde van wat zij in hun wetsvoorstel wilden regelen. Zij wilden huurders beter beschermen, maar met deze amendementen werd juist de positie van verhuurders versterkt.

Volgens Nijboer hebben VVD en CDA de amendementen niet zelf verzonnen. Hij denkt dat De Jonge de fracties heeft gesouffleerd.

De minister was namelijk al een uitgesproken tegenstander van het wetsvoorstel. Hij wilde gemeenten liever zelf laten bepalen of ze in bepaalde wijken een verbod op tijdelijke verhuur willen invoeren. Volgens De Jonge is de leefbaarheid in sommige wijken er wel bij gebaat als daar niet telkens nieuwe huurders komen, maar er zou geen algemeen verbod moeten komen. Hij was bang dat verhuurders hun panden dan massaal verkopen.

Dat alternatieve voorstel van De Jonge kreeg geen steun in de Kamer. Wel kwam er daarna vanuit VVD en CDA verzet tegen het oorspronkelijke voorstel van Nijboer en Grinwis op gang.

Nijboer maakte daar dinsdag in de Kamer een opmerking over. „Als dit de manier is om onze wet om zeep te helpen, dan strekt dat wel verder dan alleen een initiatiefwet, maar betreft het ook de verhouding tussen Kamer en kabinet”, zei hij.

Dat maakte CDA’er Jaco Geurts, die het amendement samen met VVD’er Peter de Groot indiende, weer kwaad. Hij noemde de suggestie dat hij zou worden „aangestuurd” door De Jonge „zeer kwalijk”.


Lees ook: Wel of niet tijdelijke huurcontracten afschaffen? Daar is in de politiek flinke ruzie over

Nijboer blijft erbij. Hij heeft een informatieverzoek ingediend om alle communicatie van de minister, diens politiek assistent en ambtenaren met Geurts en De Groot in te zien.

U bent fel over de manier waarop De Jonge met uw wet is omgegaan. Wat is er gebeurd?

„Het begon ermee dat De Jonge onze wet doorkruiste door een paar dagen voor het Kamerdebat zijn eigen wet de wereld in te slingeren. Dat vond ik ongepast. Later heeft hij ons voorstel alsnog omarmd. En dan probeert hij vervolgens opnieuw aan alle kanten ons voorstel om zeep te helpen, via VVD en CDA, met voorstellen die hij eerst ook aan ons wilde slijten.”

Dat ging zo, zegt Nijboer: tussen twee debatten over het voorstel benaderde de minister de initiatiefnemers „met allemaal voorbeelden en unieke situaties” waarin het wetsvoorstel voor problemen zou zorgen, en suggesties om de wet aan te passen. Daar peinsden PvdA en ChristenUnie niet over, zegt Nijboer. Na het tweede debat brachten VVD en CDA, tot Nijboers verrassing, dezelfde ideeën in als amendementen.

Volgens een woordvoerder van de minister is van een opzetje geen sprake. „De minister wil ook iets doen aan tijdelijke contracten en heeft over dit voorstel gewoon gezegd: ik heb zorgen en die deel ik. Dat is een heel normale route. Er is geen intentie geweest om een wet te torpederen, zoals wordt gesuggereerd. De amendementen zijn van VVD en CDA, niet van de minister.”

Ministers en Kamerleden spreken voortdurend met elkaar over wetten. Waarom is dit anders?

„Het is nogal wiedes dat er overleg is tussen Kamer en kabinet. Dat is voor beide ook prima om een breed draagvlak voor wetten te krijgen. Alleen: wij zijn als Kamer wel medewetgever. De houding van het kabinet naar de Kamer hoort bij zo’n voorstel constructief te zijn, of op zijn minst neutraal. De minister mag adviseren en meedenken, maar dit is ónze wet. Om dat te ondermijnen, terwijl je ondertussen publiekelijk zegt dat het oordeel over de wet aan de Kamer is en dat onze wet bij nader inzien beter was dan zijn eigen alternatieve voorstel, zoals hij deed, dat vind ik geen manier van doen. Dat is sabotage.”

Hoe bent u er zo zeker van dat De Jonge dit heeft ingestoken?

„Nou, wij hebben de tekst die De Jonge ons heeft voorgelegd en de tekst waar VVD en CDA mee kwamen. Die is een op een hetzelfde, op één passage na: de huurder kan in de tekst van CDA en VVD een schadevergoeding eisen als de verhuurder de wet misbruikt. Dat is de enige passage die anders is, verder is alles zin voor zin, woord voor woord hetzelfde. Ik ben niet gek.”

Hebben ze ongelijk? VVD en CDA zeggen: tijdelijke huurcontracten zijn wél een uitkomst voor mensen die hun woning na een paar jaar willen verkopen of doorgeven aan een familielid. Zonder die mogelijkheid slinkt het aanbod.

„De evaluatie van de tijdelijke huurcontracten heeft laten zien dat die niet tot extra woningen voor de verhuur hebben geleid, maar wel tot nadelige effecten: onzekerheid, hogere huren. Er zíjn al uitzonderingen waarin tijdelijke huur wel mag: voor studenten bijvoorbeeld, of als de verhuurder of zijn of haar kinderen de woning zelf gaat bewonen. VVD en CDA gaan veel verder: in hun voorstel is bij kleine verhuurders met één woning alleen al het voornemen om de woning te verkopen genoeg om een huurcontract te ontbinden. Dan kan een verhuurder dus dreigen: ik verhoog je huur of anders zet ik het huis in de verkoop.

„Dit komt neer op opheffing van de huurbescherming voor honderdduizenden mensen. Want 80 procent van de particuliere verhuurders heeft maar één huurhuis. Het is totaal bezopen dat je dát inbrengt op een wet die beoogt de huurbescherming te vergroten.”