Een veel preciezere dartpijl, kan dat?

Reportage

Sportinnovatie Vier topdarters testten een vernieuwende dartpijl. Die zou wel 50 procent nauwkeuriger zijn. Toch is het „eigen setje” favoriet. Al ziet Raymond van Barneveld potentie.

Profdarter Raymond van Barneveld test een nieuwe dartpijl, ontwikkeld aan de TU Delft.
Profdarter Raymond van Barneveld test een nieuwe dartpijl, ontwikkeld aan de TU Delft. Foto Hedaya Atullah / NRC

Triple twintig gooit Raymond van Barneveld meteen, als hij deze dinsdag een demonstratie geeft van een ‘verbeterde’ dartpijl. Hij speelt in een heel andere setting dan normaal. Geen opkomstmuziek, geen stampvolle zaal met joelende en bierdrinkende fans, zelfs geen tegenstander. Een klein, sober kamertje is het decor, vol met camera’s en infraroodsensoren. Het publiek bestaat uit een handjevol wetenschappers.

Samen met collega-darters Dirk van Duijvenbode, Michael van Gerwen, Danny Noppert en Vincent van der Voort heeft het Delftse ‘Rocket Darts-team’ Van Barneveld uitgenodigd om een innovatieve dartpijl te testen.

Deze pijl ontwikkelde het team bij het Sports Engineering Institute van de TU Delft, waar sportinnovaties centraal staan. Eerder werkten onderzoekers daar bijvoorbeeld aan een wielrenpak met minder luchtweerstand. In de dartsport was nog veel winst te behalen. Volgens het Delftse team is hun nieuwe pijl vijftig procent nauwkeuriger dan een ‘normale’ dartpijl. En dat zonder vals te spelen, maar door een aantal eigenschappen slim aan te passen.


Aerodynamischer

De witte pijl oogt simpel, maar hij is een stuk aerodynamischer dan een reguliere dartpijl. Er zijn vijf aanpassingen aan gedaan. „We hebben onder andere in het midden van de pijl een vleugelprofiel toegevoegd voor extra lift. De vleugeltjes achterop de pijl zijn naar achter gekanteld zodat de pijl stabieler vliegt”, vertelt Michiel van Nesselrooij, onderzoeker en medeoprichter van Rocket Darts.

Hij legt het uit. Een geworpen dartpijl legt een bepaald pad af. Dit is geen vloeiende lijn, de pijl wiebelt eromheen. Dat gebeurt elke keer nét anders, dus bij twee dezelfde worpen landt de dart nét op een andere plek op het bord. Van Nesselrooij: „Als je de aerodynamica van de pijl verbetert, wiebelt die minder en heeft hij een kleinere afwijking. Zo wordt de pijl minder gevoelig voor kleine foutjes van de darter.”

Het betekent ook dat het makkelijker zou moeten worden om een pijl tweemaal op precies dezelfde plek te gooien. Zou je dat doen met een reguliere pijl, dan is de kans op een bouncer groot; de geworpen pijl ketst van het bord af omdat er al een andere pijl op die plek zit. De Delftse onderzoekers hebben ook hiervoor een oplossing bedacht: „De achterkant hebben we zo aangepast dat de tweede pijl er beter langs wordt geleid. Bovendien is de schacht een stuk smaller en passen de pijlen nu punt tegen punt in het bord.”

Het Rocket Darts-team analyseerde de beweging van darters om een dartrobot te bouwen. „Tijdens het bouwen kregen we steeds meer respect voor topdarters. Het kostte ons bijna een jaar om een robot te maken die ze evenaarde”, vertelt Van Nesselrooij. Met deze dartmachine vergeleken ze de geïnnoveerde pijl met het conventionele model – uit die tests komt naar voren dat er 50 procent minder afwijking is.

‘Kostenplaatje’

Na de robot is het in het dartlab van de TU Delft de beurt aan de echte darters om de pijl te testen. „Het is fantastisch dat ze dit onderzoeken, dat is voor onze sport niet eerder gedaan”, vertelt Michael van Gerwen. „Dit waren onze eerste worpen en die moeten de onderzoekers nog analyseren. Ik weet nog niet wat ik ervan vind.”

Danny Noppert: „In het begin is het natuurlijk wennen, maar daarna vielen de tripletjes wel.” Toch is hij niet direct verkocht. „We hebben maar een paar uurtjes getest. Ik stap niet opeens af van mijn eigen setje af dat ik al jarenlang gebruik.”

Raymond van Barneveld: „Je hebt echt tijd nodig om gewend te raken aan zo’n nieuwe pijl.”
Foto Hedaya Atullah / NRC

Daar is Raymond van Barneveld het mee eens. „Eigenlijk is het nog te vroeg om er uitspraken over te doen. Iedereen speelt het beste met zijn eigen materiaal, dus je hebt echt tijd nodig om gewend te raken aan zo’n nieuwe pijl.” Toch is hij enthousiast: „Ik ben nummer dertig van de wereld, dus ik doe er alles aan om omhoog te gaan. Misschien ben ik daarom optimistischer dan mijn collega’s die een stuk hoger staan.”

Hoe waarschijnlijk is het dat we de pijl binnenkort in wedstrijden terugzien? „De dart voldoet aan de richtlijnen qua gewicht en lengte, dus de professionele darters mogen ermee spelen. Het kostenplaatje moet nog wel uitgezocht worden”, zegt Van Nesselrooij. Hij is tevreden met de eerste reacties van de profdarters. „Ik had niet verwacht dat ze er direct mee weg zouden lopen.” Hun persoonlijke voorkeuren wil hij verwerken in een verbeterde pijl. „Ik hoop dat er komend WK mee gespeeld wordt.”

Van Barneveld heeft nog wel een suggestie. „Ik zou toejuichen dat ze hun ontwerp als een licentie verkopen, zodat verschillende dartpijlfabrikanten de verbeteringen kunnen doorvoeren”, draagt hij aan. „Ik geloof wel dat dit de toekomst heeft.” Alsof hij zijn woorden kracht bij wil zetten, gooit hij uit de losse pols nogmaals een triple twintig.