Nederlandse banken verliezen flink op betalingen


Financiële sector Nederlandse banken maken fors verlies op betalingsverkeer. In bijna alle andere Europese landen is het juist winstgevend.

Betaalrekeningen zijn in Nederland relatief goedkoop. ING gaat de tarieven nu flink verhogen.
Betaalrekeningen zijn in Nederland relatief goedkoop. ING gaat de tarieven nu flink verhogen.

Foto Merlin Daleman

Moeten we meer gaan betalen voor onze betaalrekeningen? Dat kan Gijs Boudewijn niet zeggen. Wat hij wél kan zeggen: Nederland is het enige land in Europa dat verlies maakt op het betalingsverkeer. Het ging in 2021 om een verlies van 570 miljoen euro. Dat blijkt uit onderzoek dat Betaalvereniging Nederland, de branchevereniging van betaalaanbieders, door adviesbureau McKinsey liet uitvoeren. Boudewijn, directeur van Betaalvereniging Nederland, presenteerde dinsdag de uitkomsten van het onderzoek.

Op een opbrengst van bijna 4 miljard euro (verdiend aan betalingsverkeer door banken en andere betaalinstellingen zoals Adyen en Mollie) gaat het om een verlies van 13 procent. Ter vergelijking: in het Verenigd Koninkrijk geldt een winstmarge van 39 procent, in Denemarken 40 procent, in België 15 procent en in Duitsland 2 procent. De verschillen zijn dus groot, maar de grote gemene deler in de rest van Europa: er wordt winst gemaakt.

Waarom is dat in Nederland niet zo? Een voorname reden voor het forse verlies is dat Nederlandse banken nauwelijks opbrengsten halen uit betalingsverkeer. Pinnen is relatief goedkoop: een betaalrekening kost gemiddeld 24 euro per jaar, tegenover het Europese gemiddelde van 51 euro. Duitsland is het duurst, met 83 euro per jaar.


Lees ook: ‘Samenwerking maakt ons betalingsverkeer zo goedkoop’

Navelstreng

Dat betalen in Nederland zo goedkoop is, komt doordat een betaalrekening ooit als „navelstreng” werd ingezet, legt Boudewijn uit. Het bond de klant aan een bank: als die er eenmaal een betaalrekening had, kwamen vanzelf de verzekeringen, hypotheken en creditcards. Dat systeem staat al langer onder druk door de komst van nieuwe aanbieders, zei afzwaaiend directeur van de Betaalvereniging Piet Mallekoote vorig jaar in NRC.

Een andere oorzaak van het negatieve resultaat zijn de stijgende kosten voor de witwasaanpak van Nederlandse banken. Zij moeten meer onderzoek doen en controles uitvoeren, en geven dus meer uit. Alleen al aan klantonderzoek gaven de banken vorig jaar ruim een half miljard euro uit.

Verder werkte ook de lage rente niet in het voordeel van de banken. In Nederland is het aandeel van de rente op de totale inkomsten groter dan in andere landen in Europa, omdat andere landen meer geld verdienen aan vergoedingen. De maandelijkse vergoeding voor een betaalrekening bijvoorbeeld, of een extra vergoeding voor instant payments, directe betalingen. In Nederland is dat gratis. De rente stijgt op het moment weliswaar, maar renteschommelingen worden pas na ongeveer zes jaar voelbaar, zegt Boudewijn. „De lage rente zal dus nog wel even naijlen.”

ING maakte eerder deze maand al bekend de tarieven voor betaalrekeningen flink te verhogen, onder meer vanwege de toegenomen kosten voor antiwitwasonderzoek.

Bijna 10 miljard transacties

In Nederland waren er in 2021 ongeveer 24,4 miljoen betaalrekeningen, waarvan 21,7 miljoen particuliere. Er waren bijna 10 miljard uitgaande transacties. Op het zakelijke betalingsverkeer werd nog enige winst gemaakt (232 miljoen euro), maar dat woog lang niet op tegen het verlies op particulier betalingsverkeer (802 miljoen euro).

Welke maatregelen nodig zijn om de verliezen in de toekomst te beperken, kan Boudewijn nog niet zeggen. „Daar moeten we over in gesprek met al onze leden en het is uiteindelijk aan de banken zelf.” Er zal worden gekeken naar kostenbesparing, maar veel winst zal daar niet te behalen zijn: het Nederlandse betalingsverkeer blijkt al zeer efficiënt. Hoewel er tweeënhalf keer zoveel transacties waren in 2021 als in 2005, stegen de kosten met slechts 5,2 procent. Daarmee zijn de kosten voor betalingsverkeer zelf dus laag.

Twee mogelijk gedupeerden van maatregelen zijn de winkeliers en de consument: die zouden meer kunnen gaan betalen voor betalingsverkeer. In het huidige model betaalt de winkelier al fors meer aan bijvoorbeeld pinbetalingen dan de consument. Het lijkt daarom voor de hand liggend dat de tarieven voor betaalrekeningen omhoog moeten.

Maar de vraag die eerst nog op tafel ligt, is of het verlies überhaupt erg is. Het zou kunnen dat de financiële sector dat op andere manieren compenseert, door op heel andere gebieden meer winst te maken, zegt Boudewijn. Het zou het vertrekpunt van nieuw onderzoek kunnen zijn. „Maar dat is niet aan ons besteed.”