Op veel plekken op aarde groeit de kans op overstromingen snel

Klimaatverandering Veel kustgebieden op aarde krijgen al binnen enkele decennia te maken met een fors hogere kans op overstromingen.

De Atlantische kust in Zuid-Afrika. Hier nemen de overstromingskansen sneller toe dan in Nederland, net als in „Zuid-Europa en delen van Australië”, waar minder vaak hoge waterstanden voorkomen.
De Atlantische kust in Zuid-Afrika. Hier nemen de overstromingskansen sneller toe dan in Nederland, net als in „Zuid-Europa en delen van Australië”, waar minder vaak hoge waterstanden voorkomen.

Foto Nic Bothma/EPA

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht hebben voor vijfhonderd locaties op aarde onderzocht hoe snel de overstromingskans stijgt door toekomstige zeespiegelstijging. De conclusie van de publicatie in Nature Climate Change: op meer dan een kwart van de plekken wordt de overstromingskans binnen dertig jaar tien keer zo hoog.

„We wisten al dat met zeespiegelstijging door klimaatverandering de kans op hoogwater, en daarmee overstromingen, toeneemt”, zegt Tim Hermans, klimaatonderzoeker aan de Universiteit Utrecht, tevens hoofdauteur van de studie. „Maar de vertaling naar hoe lang het duurt tot de kans op overstromingen te hoog wordt ontbrak vooralsnog.”

Er is voor de vijfhonderd locaties onderzocht hoeveel tijd er nog is voordat de kustverdediging bezwijkt. Een versimpeld voorbeeld van zo’n berekening: stel dat de kustbescherming drie meter hoog is, dan overstroomt het achterland als de waterstand hoger is dan drie meter. Stel: de kans hierop is eens in de honderd jaar. Bij zeespiegelstijging van één meter, zou een waterstand van twee meter dus al genoeg zijn voor een overstroming. Stel, deze waterstand komt tien keer zo vaak voor, dan wordt de kans op een overstroming dus tien keer zo hoog.

Hermans vergeleek de ‘benodigde’ zeespiegelstijging met de verwachte zeespiegelstijging volgens het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties: „Dan kom je dus tot een timing van de verhoogde kans op een overstroming.”

Aanpassen duurt vaak lang

In Nederland verschilt de norm voor de overstromingskans van dijken behoorlijk: in Den Haag en Rotterdam is de ondergrens eens in de 10.000 tot 30.000 jaar. In andere gebieden aan de noordelijke kust en in Zeeland geldt als ondergrens een overstromingskans van eens in de duizend jaar. „Met dat risico in het achterhoofd is onze studie erg nuttig om te kunnen bepalen wanneer je je kustverdediging moet gaan aanpassen”, zegt Hermans. „Het realiseren van de deltawerken duurde na de watersnoodramp bijvoorbeeld al 45 jaar, je moet dus op tijd weten wanneer het risico op een overstroming te groot wordt.”

Een van de locaties die Hermans en zijn collega’s onderzochten was de kust rondom Den Helder. Daar zal in 2116 de kans op een overstroming zijn gegroeid tot eens in de tien jaar. Die schatting vindt Jeroen Aerts, hoogleraar water- en klimaatrisico aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, niet betrokken bij de studie, wel iets té nauwkeurig. „Er zitten onzekerheden in globale berekeningen”, zegt Aerts. „Denk aan de toevoer van water door rivieren in het achterland. Als een piekafvoer van een rivier samenvalt met een storm op zee krijg je nog hogere waterstanden.” Daar wordt geen rekening mee gehouden in de berekeningen van Herman’s onderzoek.

Geen uurmetingen in 1953

Verder is de waterstand tijdens de watersnoodramp in 1953 geen onderdeel van de meet-reeks waarmee Hermans werkt. Aerts: „Als je statistiek toepast op de hoogst gemeten waterstand, maar de watersnoodramp niet meerekent, dan valt de verwachte kans op een overstroming veel lager uit dan deze daadwerkelijk is.” Hermans: „Er waren al wel metingen in 1953, alleen nog geen uurlijkse en dat was wel een van onze criteria. Bovendien hebben we de gevoeligheid voor het wel of niet meenemen van specifieke extreme waterstanden meegenomen in de berekeningen.”

Buiten deze onzekerheden noemt Aerts het „een zeer nuttig onderzoek”. Onzekerheden verdwijnen volgens hem immers nooit. „Daarnaast creëert het urgentie voor de geringe tijd die er soms nog is om bestaande kustverdediging te verstevigen.”

Over het algemeen ziet Hermans dat in gebieden die niet gewend zijn aan grote getijdeverschillen en extreem hoge waterstanden, de overstromingskansen het snelst toenemen. „Denk aan Zuid-Europa en delen van Australië en Zuid-Afrika”, zegt hij. „In Nederland hebben we wat langer de tijd omdat er hier veel meer variatie is in hoogwaterstanden. Zeespiegelstijging heeft dan een relatief kleiner effect op de toename in de kans op overstromingen.”