Beethovens dna ontcijferd: aanwijzingen voor leverziekte

Dna-onderzoek Het dna van componist Beethoven is bijna 200 jaar na zijn dood geanalyseerd aan de hand van bewaard gebleven haar.

Een haarlok van Beethoven in het laboratorium. Foto Anthi Tiliakou
Een haarlok van Beethoven in het laboratorium. Foto Anthi Tiliakou

Dankzij vijf haarlokken die vrijwel zeker authentiek zijn, is een groot deel van het dna van de componist Ludwig van Beethoven (1770-1827) ontcijferd. Omdat haar berucht is om zijn geringe opbrengst aan dna is de reconstructie van dit genoom een technisch hoogstandje. In totaal werd drie meter aan haar van Beethoven vernietigd voor dit onderzoek. Enigszins tot teleurstelling van het grote onderzoeksteam is in Beethovens genoom geen enkele genetische basis gevonden voor de doofheid waaraan de veel bewonderde componist al aan het begin van carrière begon te lijden en die hem stokdoof maakte rond zijn achtenveertigste. Ook voor zijn bijna levenslange ernstige darmproblemen (‘Kolik’, zoals Beethoven het zelf noemde) werd geen genetisch risico teruggevonden.

Wel hebben de onderzoekers een grote genetische gevoeligheid voor leverziekte vastgesteld, de kwaal waaraan Beethoven volgens zijn toenmalige artsen ook daadwerkelijk is overleden, na een lang ziekbed. Deze genetische gevoeligheid werd overigens flink versterkt door het zware alcoholgebruik van Beethoven, zo schrijven de moderne genetici deze week in het biologische vakblad Current Biology.

Onder de onderzoekers zijn de geneticus Johannes Krause, de antropoloog Tristan Begg (beide Max Planck Instituut Leipzig) en de geneticus Toomas Kivisild (Katholieke Universiteit Leuven). In een van de onderzochte authentieke haren werd ook nog dna van het hepatitis B-virus gevonden, een mogelijke besmetting die Beethovens leverkwaal aan het einde van zijn leven nog veel erger kan hebben gemaakt dan hij al was.

Uit de grote genetische analyse bleek verder dat ergens tussen 1572 en 1770 een van de voorvaders van Beethoven of mogelijk zelfs hijzelf waarschijnlijk niet door de officiële vader is verwekt. Die ‘buitenechtelijke vaderschapsgebeurtenis’ kwam aan het licht omdat Beethoven een ander Y-chromosoom bleek te hebben dan vijf huidige leden van de Beethoven-familie, die met Beethoven een gemeenschappelijk voorouder in de mannelijke lijn delen die leefde in de zestiende eeuw. Op grond van kleine mutatieverschillen tussen de Y-chromosomen van die vijf huidige Beethovens, lijkt het erop dat de ‘vaderschapsgebeurtenis’ in de lijn van Beethoven moet zijn gebeurd, maar wanneer is onduidelijk. Er is daarvoor geen historische aanwijzing bij de directe voorvaders of bij Beethoven zelf.

Hoogadelijke figuur

Wel werd er al tijdens Beethovens leven het gerucht verspreid dat Beethoven niet de zoon kan zijn geweest van de enigszins problematische en alcoholistische muzikant Johann van Beethoven uit Bonn (1740-1792), maar dat de geniale zoon Ludwig wel door een hoogadelijke figuur moest zijn verwekt. Daarbij werd dan zelfs wel eens de naam genoemd van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm II (1744–1797) die als een geoefend cellist gold en aan wie Beethoven ook twee cello-sonates (opus 5) heeft opgedragen. Beethoven heeft dat gerucht nooit ontkend, maar geen enkele biograaf van hem hechtte er ooit enig geloof aan. Het gerucht is evident ontstaan om de ook al in die tijd onvoorstelbare impact van Beethovens muziek van een adellijk randje te willen voorzien.

Tot voor kort werd altijd van uit gegaan dat in een haar zelf (in tegenstelling tot het haarzakje van waaruit de haar groeit) weinig dna is terug te vinden, maar sinds een jaar of vijf hebben nieuwe technieken daarin verandering gebracht. Een probleem is nog wel dat het dna uit een haar gereduceerd is tot heel korte fragmenten. Maar dat is nu ook makkelijker geworden dankzij de sterke groei in analysetechnieken voor dna uit oude botten, dat door de ouderdom van soms vele tienduizenden jaren óók in kleine stukjes is uiteengevallen. In totaal is nu tweederde van het genoom van Beethoven vastgesteld, een beperking die overigens het zoeken naar specifieke genetische oorzaken van zijn ziekten heeft bemoeilijkt.

Acht haarlokken die traditionaal aan Beethoven werden toegewezen zijn genetisch onderzocht. De vijf haarlokken die de meest nauwkeurige herkomstgeschiedenis hebben die teruggaat op de tijd van Beethoven zelf, blijken ook het meest betrouwbaar te zijn: ze bevatten het dna van dezelfde man met genetische wortels in het Rijnland. De andere drie blijken van heel verschillende personen. Een lok waarin ooit lood werd gevonden (hetgeen leidde tot een discussie of loodvergiftiging mede Beethovens dood veroorzaakt zou hebben) bleek van een vrouw met genetische wortels in het Midden-Oosten of Noord-Afrika.


Lees ook: Beethoven 250 jaar: de geniale componist in 9 eigenschappen