Franse regering overleeft krap moties van wantrouwen

Analyse

Pensioenhervorming De Franse regering blijft aan en de omstreden verhoging van de pensioenleeftijd wordt realiteit. Voor president Macron is het een dure overwinning: de onrust is niet verdwenen en populistische partijen kunnen daarvan profiteren.

Premier Élisabeth Borne (midden) en een aantal ministers in het parlementsgebouw in Parijs voor de stemming.
Premier Élisabeth Borne (midden) en een aantal ministers in het parlementsgebouw in Parijs voor de stemming.

Foto Bertrand Guay/AFP

Het is een overwinning, maar een duur betaalde. Maandagmiddag heeft de Franse Assemblée Nationale een motie van wantrouwen verworpen die de Franse regering ten val had kunnen brengen. Met 278 stemmen kwam de oppositie 9 stemmen tekort voor een meerderheid waarmee de regering van premier Élisabeth Borne ten val zou zijn gekomen. Een tweede, door de radicaal-rechtse partij Rassemblement National ingediende motie van wantrouwen werd ruimschoots verworpen, met slechts 94 stemmen voor.

Niet alleen Borne en haar ministers kunnen aanblijven, ook de pensioenhervorming wordt realiteit, inclusief de gewraakte verhoging van de minimum pensioenleeftijd van 62 naar 64 jaar. De moties waren een reactie op het doordrukken van deze plannen door de regering vorige week. Hiermee kan president Emmanuel Macron zijn inmiddels zes jaar oude belofte om het pensioenstelsel te moderniseren eindelijk inlossen. (Hoewel de hervorming er een stuk anders uitziet dan het aanvankelijke plan.)

Maar de overwinning betekent ook een groot risico. Politieke tegenstanders van Macron stellen dat hij met het doorvoeren van de bijzonder impopulaire hervorming de „rode loper uitrolt” voor extreme partijen. Zij wijzen op economische analyses die uitwijzen dat laagopgeleide Fransen uit de middenklasse gemiddeld meer geraakt worden door de hervorming, onder meer omdat hun levensverwachting lager is. En mensen in deze groep zijn doorgaans eerder geneigd om populistische partijen te steunen.


Lees ook: Franse regering kan zomaar vallen na doordrukken van pensioenhervorming

Le Pen populair

Aan de linkerflank vreest men vooral dat dit het radicaal-rechtse Rassemblement National in de kaart kan spelen. De partij van Marine Le Pen is sinds een monsterwinst bij de parlementsverkiezingen van vorig jaar bezig steeds salonfähiger te worden en Le Pen is momenteel de op-een-na-populairste politicus van het land (na de populaire oud-premier Édouard Philippe). RN-partijvoorzitter Jordan Bardella staat op nummer 8.

Hoewel de volgende presidentsverkiezingen nog politieke lichtjaren verwijderd zijn – ze vinden in 2027 plaats – en er nog van alles kan gebeuren, heeft Macron geen gedoodverfde (niet-radicale) opvolger. De Socialistische Partij en de Republikeinse Partij die van oudsher de dienst uitmaakten in Frankrijk, zijn gemarginaliseerd sinds Macrons komst in 2017 en hijzelf mag zich niet voor een derde keer verkiesbaar stellen. Een partij als RN zou kunnen profiteren van dat machtsvacuüm, en dat weet ze. RN-woordvoerder Laure Lavalette eindigde maandag haar presentatie van de RN-motie met de opmerking: „Houd vol, 2027 is niet zo ver weg.”

Macron, die er alles aan zal doen om niet de geschiedenisboeken in te gaan als de laatste president voordat een radicaal-rechtse partij de macht kreeg, probeert momenteel vooral de blik naar voren te richten en zich te concentreren op de periode ná de pensioenhervorming. De komende tijd zal uitwijzen of de Fransen, die hun onvrede met de hervorming middels stakingen en protesten blijven tonen, hem daartoe in staat zullen stellen.

Ook maandag, kort na de stemming, was het onrustig in de straten van Parijs. Demonstranten reageerden met leuzen en oproepen tot blokkades op het aanblijven van de regering. De politie zette traangas in om demonstranten uit elkaar te drijven.


Lees ook: Marine Le Pen rukt op met radicaal-rechts programma onder ‘mantel van alledaagsheid’