N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Voetbal Wat is het effect geweest van de pandemie, en het wegvallen van wedstrijden in de competitie, op de ontwikkeling van jeugdspelers van Ajax en Feyenoord? „Het voetbal stond stil, maar je wordt wel ouder”
Guus Baars zat „in een flow”. Zeventien jaar was hij, en een talentvolle verdediger in de jeugd van Feyenoord. Hij speelde elke week. „Je dacht niet na. Je was gewoon lekker aan het voetballen. Elke keer werd je beter.” Maar opeens, zegt hij op Feyenoords sportcomplex Varkenoord, „kwam er een pauze”.
Baars, inmiddels 20, behoort tot de ‘coronalichting’: jeugdspelers die in een belangrijke fase van hun loopbaan minder konden trainen en ruim een jaar nauwelijks officiële wedstrijden speelden. Dit als gevolg van de pandemie, die drie jaar geleden toesloeg in Nederland en de voetbalwereld stillegde.
NRC sprak spelers en opleiders over de onder-18 van Ajax en Feyenoord uit het seizoen 2020-2021. Deze lichting zou er nu – in theorie – kunnen staan, deze zondag in de Klassieker waarin de koppositie in de Eredivisie op het spel staat. De jeugdteams, vlaggenschip van beide opleidingen, speelden in dat door corona vroegtijdig afgebroken seizoen slechts vier (Ajax) en drie (Feyenoord) competitiewedstrijden.
Is het gebrek aan duels van invloed geweest op de fysieke en technische ontwikkeling? Zijn er spelers weggevallen als gevolg van de pandemie? Wat deden de lockdowns met de psyche van jonge spelers?
Voorlopig moet je thuisblijven. Prima, denkt Olivier Aertssen als hij het bericht van Ajax half maart 2020 leest, vertelt hij terugblikkend op trainingscomplex De Toekomst. Zoveel vrije dagen zijn er niet in het voetbal. En er is weinig keus, sportcomplexen moeten dicht. Hij is dan vijftien en is een jaar eerder met zijn ouders vanuit een Zeeuws dorpje naar Amsterdam verhuisd omdat hij in de Ajax-opleiding gaat spelen.
Eén dag wordt zes weken. Hij blijft in Zeeland, waar zijn ouders nog hun huis hebben. De verdediger krijgt schema’s mee, voor kracht- en conditietrainingen en oefeningen met de bal. De polder is dichtbij. „Ik kon zo ver rennen als ik wilde.” En het voetbalveld van de lokale club is op een paar minuten fietsen.
Via de fitness- en hardloopapp Polar Beat houden de fysieke trainers van Ajax zijn arbeid bij. Dat de Future Cup, een internationaal jeugdtoernooi van Ajax in het paasweekend, in 2020 niet doorgaat vindt hij het ergste. Daar had hij naar uitgekeken.
Feyenoord-verdediger Baars ziet de onderbreking in het begin nog als iets positiefs. „Dan kan ik op mijn schot gaan oefenen en op mijn dribbeltechniek.” Dat veel velden niet toegankelijk zijn, maakt het lastig. Als hij bij een amateurclub in de buurt van Dordrecht voor zichzelf wil trainen – ook Feyenoord stelt schema’s op – roept een man dat hij weg moet. Wanneer hij naar huis fietst, achtervolgt de man hem. „Belde hij aan bij mijn moeder dat ik op hun terrein had ingebroken.”
Probeer zoveel mogelijk contact te zoeken om „de jongens aangesloten te houden” wordt de jeugdtrainers in de eerste weken meegegeven, vertelt Raymond van Meenen, head of operations van de Feyenoord Academy. Bij online meetings van Ajax worden spelers van het eerste – zoals Ryan Gravenberch – naar voren geschoven om de jeugd te vertellen hoe zíj fit blijven.
Bij Feyenoord organiseert onder-18-trainer Melvin Boel ‘challenges’, zoals wie het vaakst de bal kan hooghouden. „De winnaar kreeg een tegoed voor de PlayStation, om spelletjes te kopen.”
Wanneer jeugd tot en met 18 jaar vanaf eind april voorzichtig weer de velden op mag, voelt dat voor velen als een bevrijding. Trainen bij hun club kan weer. Al weten ze dan nog niet dat het nieuwe seizoen, 2020-2021, hun geduld ook op de proef zal stellen. Van Meenen: „Dat is het moeilijkste seizoen geweest”.
Weerstand creëren
De teamfoto hebben ze nog net kunnen maken, als de onder-18 van Ajax en Feyenoord na de zomer eindelijk weer wedstrijden gaan spelen. Maar begin oktober wordt hun competitie alweer stilgelegd vanwege de toegenomen besmettingen.
Trainen mag nog wel. Bij Ajax bouwen ze tenten op, waarin spelers zich kunnen omkleden – bezoek aan het hoofdgebouw mag niet, douchen moet thuis.
Om toch weerstand en het spelen van wedstrijden te ervaren, worden in de weekenden oefenpotjes georganiseerd tussen teams binnen de opleiding. Dat is wel toegestaan. Om het ‘wedstrijdecht’ te laten lijken, spelen ze in clubtenue. En, bij Feyenoord, met muziek op het hoofdveld. In het begin is dat nog leuk, zegt iedereen, maar op een gegeven moment neemt de motivatie af.
„Je kent alle spelers al, weet hoe ze spelen”, zegt Aertssen van Ajax.
„Die spanning van de tegenstander, van het publiek, van de ranglijst, van winst of verlies, dat ontbrak”, zegt Saïd Ouaali, hoofd jeugdopleiding van Ajax.
Sommigen hadden dat nodig om te presteren. „Podiumspelers. ‘Ik wil het publiek vermaken, maar zie geen mensen.’” Al zag Ouaali ook spelers die opbloeiden doordat de druk van ‘het moeten’ er niet was.
Het ontbreken van echte duels in een „cruciale fase van je zeventiende tot je achttiende” noemt Feyenoord-verdediger Baars „echt slecht” voor zijn ontwikkeling. „Je leefde niet meer ergens naartoe”, vertelt hij. „Het was een soort seizoen als reservespeler.”
Ajax schuift meerdere spelers uit de onder-18 door naar Jong Ajax, dat speelt in de Eerste Divisie, waarvan de competitie wel doorloopt. „Zo probeerden we de afstand naar het eerste klein te houden”, zegt Ouaali. En met een grote groep kunnen eventuele uitvallers door corona worden opgevangen. Feyenoord, zonder Jong-team in het profvoetbal, heeft die luxe niet.
Bij de onder-18 van Ajax is de fysieke belasting van de spelers vergelijkbaar met een normaal seizoen, blijkt uit onderzoek van de science-afdeling. Door het beperkte aantal wedstrijden, kwam een groter deel van die belasting uit loopvormen en minder uit voetbal. Dit betekent dat de spelers meer in uithoudingsvermogen en dus hart- en longsysteem zijn belast en minder in spier- en peesbelasting, wat een groot deel uitmaakt van voetbalbelasting door het vele accelereren, wenden en keren.
‘Tijd om mijn debuut te maken’
Van Meenen heeft een stapel papieren op tafel liggen, allemaal nieuwsbrieven van de Feyenoord-opleiding voor ouders en spelers over coronamaatregelen en trainingsschema’s. In een brief van 25 maart 2021 staat dat de KNVB de competitie beëindigt omdat de uiterste deadline voor herstart niet meer haalbaar is. „Dramatisch natuurlijk”, zegt Van Meenen.
„Het voetbal stond stil, maar je wordt wel ouder”, zegt Baars. „Ik had gehoopt om op mijn achttiende mijn debuut te maken. Nu ben ik al twintig. Ondertussen zijn sommige talenten wel al doorgebroken.” Hoewel hij benadrukt dat hij er voetballend niet op achteruit is gegaan, is de afgelopen periode „heel snel gegaan”. „Nu is het wel tijd om mijn debuut te gaan maken.”
In de weken dat hij op zichzelf was aangewezen, heeft Aertssen op gebied van discipline een stap gemaakt, denkt hij. „Als je met een groepje hardloopt op de club, wil je blijven aanhaken, je wil mee. Thuis loop je in je eentje. Niemand die, als jij even wat minder loopt, de kar trekt. Je moet het helemaal uit jezelf halen.” Om maar aan te geven: hij als teamspeler leerde in coronatijd qua motivatie meer als individuele sporter te opereren.
Enkele spelers gingen in de pandemie nadrukkelijker nadenken over hun toekomst, vertelt Ouaali. Wil ik eigenlijk wel blijven voetballen? „Dat bewustzijn, die twijfel, was zichtbaar.” Er zijn spelers die gestopt zijn in die tijd, zegt Ouaali „maar of dat direct door de pandemie kwam weten we niet”.
Of er een correlatie is tussen de coronaperiode en de ontwikkeling van jeugdspelers, is nu nog niet te zeggen, vertelt Van Meenen. „Misschien pas over vijf tot tien jaar.” Uit de onder-18 van 2020-2021 van Ajax hebben Aertssen, Kian Fitz-Jim en Youri Baas inmiddels hun debuut gemaakt. Bij Feyenoord geldt dat voor Mimeirhel Benita.
Ischa Bouwman werd in september 2020 door Ajax gehaald als reservekeeper voor de onder-18, met een contract voor één seizoen. Als Ajax-fan en jongen uit Amsterdam beviel dat goed, maar hij kwam dat seizoen tot slechts twee oefenwedstrijden. Na een jaar moest hij weer vertrekken. „Het was precies het seizoen dat ik mezelf niet heb kunnen laten zien.”
Dat werkte daarna door, bij zijn zoektocht naar een nieuwe club. Beeldmateriaal van recente duels had hij niet. „De meeste clubs waarmee ik sprak, wilden dat ik eerst op stage kwam.” Stages bij buitenlandse clubs waren lastig te organiseren door de reisbeperkingen. Nu speelt Bouwman voor amateurclub vv Noordwijk.
Er zijn in de coronaperiode talenten vertrokken uit beide onder-18 teams, maar de clubs stellen dat het niet verlengen van contracten geen direct verband houdt met de pandemie. Ze wegen daarin de ontwikkeling over een langere periode mee.
„Met de trainingen en oefenduels kun je natuurlijk wel iets zeggen over de ontwikkeling van een speler”, zegt Van Meenen. „Met de informatie die je wel hebt en het resultaat op het trainingsveld, hebben we gewoon beslissingen genomen die we anders zeer waarschijnlijk ook hadden gemaakt.”
Van Meenen herinnert nog dat ze iedere zaterdag, na de onderlinge oefenduels, met de trainersstaf zaten en zeiden: wat zou het toch fijn zijn als ze straks weer gewoon een normale zaterdag kunnen beleven. „Ik weet heel goed, die allereerste keer dat we zo’n normale competitiezaterdag hadden, ja, dat was geweldig.”