Houdt een ‘hulplijn’ van de centrale bank het wankele Credit Suisse overeind?

Zwitserse bank De Zwitserse centrale bank schiet Credit Suisse te hulp met een noodlening. Toch is het vertrouwen van beleggers in de zakenbank, die al jaren wordt geplaagd door schandalen, nog niet hersteld.

Analisten noemden Credit Suisse donderdag een „speciaal geval”, omdat de problemen vooral te maken zouden hebben met (een gebrek aan) „geloofwaardigheid”.
Analisten noemden Credit Suisse donderdag een „speciaal geval”, omdat de problemen vooral te maken zouden hebben met (een gebrek aan) „geloofwaardigheid”.

Foto Ennio Leanza/EPA

Nog geen week na de val van twee Amerikaanse banken, de Silicon Valley Bank en de iets kleinere Signature Bank, zou zomaar een derde slachtoffer kunnen vallen. En ditmaal gaat het om een nog veel grotere en bekendere financiële instelling. Eentje die bovendien een stuk dichterbij voelt: het Zwitserse Credit Suisse.

De decennia oude bank, die van oudsher behoort tot de grootste van Europa, moest woensdag diep in de nacht een vergaande ‘hulplijn’ inschakelen bij de Zwitserse centrale bank. Om 02.00 uur kondigde de bank in een verklaring aan dat ze „uit voorzorg” gaat gebruikmaken van een noodlening van de centrale bank, ter hoogte van omgerekend maximaal 51 miljard euro. Voor het geval er acute geldproblemen ontstaan, bijvoorbeeld door weglopende klanten. Amper 24 uur daarvoor had topman Ulrich Körner nog bezworen dat overheidssteun „geen onderwerp” was.

De mededeling was bedoeld om het vertrouwen terug te winnen van panikerende beleggers, na een historisch tumultueuze dag waarbij Credit Suisse op het dieptepunt bijna een derde van haar beurswaarde in rook zag opgaan. Maar kenners van de bankenwereld zagen de mededeling niettemin als teken van de grote problemen waarin Credit Suisse verkeert. En ze maken zich inmiddels ook zorgen over de mogelijke fall-out van de crisis in de rest van de bankenwereld. „Opeens staat het wereldwijde bankensysteem op het spel”, concludeerde een analist in de Financial Times.

Spoedberaad

De aandelenkoers van de bank herpakte zich donderdagochtend aanvankelijk stevig. Maar later in de middag ebde het sentiment toch weer wat weg. Een ander signaal van de aanhoudende zorgen was dat de Zwitserse regering donderdag een spoedberaad bijeen heeft geroepen over de toestand bij Credit Suisse, aldus Zwitserse media, waarbij de hamvraag was of er nu genoeg gedaan is om de bank te stabiliseren of dat verdere ingrepen nodig zijn – in het uiterste geval mogelijk een ‘reddingsovername’ door concurrent UBS. Die eveneens Zwitserse bank wordt geleid door de Nederlander Ralph Hamers, de ex-baas van ING. Zakenbank JPMorgan zei donderdag te verwachten dat een overname „zeer waarschijnlijk” is.

Zakenbank JPMorgan zei donderdag te verwachten dat een overname „zeer waarschijnlijk” is.

Dat juist Credit Suisse de volgende bank in problemen is, mag niet verbazen. Als er paniek uitbreekt onder beleggers, weten die meestal de volgende zwakke plek in het systeem feilloos te vinden. En Credit Suisse ís een zwakke plek – al is dat om heel andere redenen dan de Amerikaanse banken die de internationale bancaire onrust in gang zetten. De Zwitserse bank loopt veel minder risico door de rentestijgingen die bij Silicon Valley Bank en Signature Bank voor problemen zorgden, en er lijkt voorlopig geen enkel probleem met de buffers, zeggen kenners. Analisten van ABN Amro noemden Credit Suisse donderdag een „speciaal geval”, omdat de problemen vooral te maken zouden hebben met (een gebrek aan) „geloofwaardigheid” en niet met „fundamentele” zaken.

Credit Suisse worstelt eigenlijk vooral met zo’n beetje alle andere dingen die mis kunnen gaan bij een bank. Door slechte prestaties van divisies staat de winstgevendheid al maanden onder druk: de bank boekte afgelopen vijf kwartalen op rij een verlies. Depositohouders lopen al een tijdje een voor een weg. Afgelopen jaar daalden de tegoeden met ruim 40 procent ten opzichte van het jaar ervoor, blijkt uit het jaarverslag over 2022 – dat zou je een bankrun in slow motion kunnen noemen. En ook de beurskoers doet het al tijden slecht. Sinds de laatste piek, begin 2021, is die meer dan 80 procent gedaald.

En dan zijn er nog allerlei schandalen, die het geduld van beleggers al jaren testen. Zo werd Credit Suisse in 2022 de eerste Zwitserse bank in de geschiedenis die werd vervolgd, vanwege het slappe toezicht op witwassen, mede door een Bulgaars cocaïnekartel. Een jaar eerder schikte het bedrijf vanwege de ‘tonijnobligaties-affaire’: de regering van Mozambique leende 1,3 miljard dollar voor de aanschaf van nieuwe schepen, maar zo’n 200 miljoen daarvan eindigde uiteindelijk in de zakken van corrupte politici én bankiers van de bank zelf.

Zulke missers konden plaatsvinden omdat het toezicht slecht op orde was. In haar jaarverslag (dat dinsdag verscheen) erkent Credit Suisse dat er veel mis was met de „risicobeoordeling”, waardoor het slecht lukte om „materiële onjuistheden” op te sporen. Accountant PwC trok in een apart rapport dezelfde conclusie, net als eerder de Zwitserse toezichthouder Finma, die eind februari oordeelde dat Credit Suisse zijn toezichtverplichtingen „ernstig” heeft verzaakt.

Dat falende toezicht leidde niet alleen tot boetes en schikkingen, het kostte Credit Suisse ook op andere manieren geld. Zo had de bank een strop van 3 miljard dollar als gevolg van de val van Greensill, een Amerikaanse investeerder die grote openstaande rekeningen opkocht (met korting), die verdeelde in pakketjes en weer verkocht. Nog meer geld verloor het concern bij het faillissement van Archegos Capital, twee maanden later: zo’n 5,5 miljard.


Lees ook: Bankencrisis of niet, Christine Lagarde ‘wijkt niet’ in strijd tegen inflatie

Waar Credit Suisse anderen niet altijd voldoende controleerde, ging het bedrijf bij eigen personeelsleden juist te ver. In 2019 werd bekend dat de bank een privédetective had ingehuurd om het hoofd van de vermogensbeheertak te volgen. Dat leidde zelfs tot fysieke confrontaties op straat, zo beschreef destijds de Financial Times in detail. Later bleek dat Credit Suisse nog zes hooggeplaatste werknemers had laten schaduwen.

Het spionageschandaal luidde het vertrek in van toenmalig topman Tidjane Thiam, die de bank op dat moment al vijf jaar leidde. Thomas Gottstein werd in 2020 benoemd tot zijn opvolger. Maar bestuurlijk waren de afgelopen jaren voor Credit Suisse minstens zo turbulent: de pas aangetreden president-commissaris Antonio Horta-Osorio moest in 2021 alweer weg vanwege het overtreden van de coronabeperkingen. Gottstein zelf hield het nog geen twee jaar uit.

Angstklimaat

In een klimaat van angst kunnen bestaande twijfels bij beleggers ineens te groot én besmettelijk worden, en vervolgens een existentiële bedreiging. Als de paniek eenmaal is uitgebroken, is de geest soms moeilijk weer in de fles te stoppen in bankenland, bleek ook al tijdens de crisis van 2008. De grootste aandeelhouder van Credit Suisse, een Saoedische investeerder, zei eerder deze week geen extra geld meer te zullen steken in de bank, waarna de chaos uitbrak.

Credit Suisse houdt vol dat de ‘strategische heroriëntatie’ die het in oktober vorig jaar aankondigde, genoeg is om het vertrouwen terug te winnen. ABN Amro constateerde donderdagochtend „zeer voorzichtige eerste tekenen” van een kentering. Maar hoe blijvend die is, is afwachten.

Credit Suisse sleurde de dag ervoor nog tal van andere Europese banken mee in zijn val op de beurzen, in het bijzonder het Franse BNP Paribas en UniCredit. ‘Fundamenteel’ mag er dan misschien niet zo veel aan de hand zijn bij Credit Suisse. Maar dat neemt niet weg dat een schok rond de ene bank schijnbaar nog altijd voor grote turbulentie kan zorgen rond andere banken. Ook vijftien jaar na de bankencrisis.