N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
De elementen Ieder scheikundig element heeft zijn eigen plek in het Periodiek Systeem. Ieder element heeft ook een bijzonder verhaal.
Je hebt het nog nooit zo zout gegeten, het zout der aarde, het zout in de pap niet waard of je strooit zout in de wonden. Van zout morsen komt ruzie, of moet je dat met een korreltje zout nemen?
Oké, zout is geen natrium. Of beter gezegd: natrium is nog geen zout. Keukenzout is natrium en chloride (NaCl). Maar hoe vaak ziet een normaal mens puur natrium? Zout daarentegen vind je in elke keuken, in bijna elke maaltijd. Een dag zonder zout is een dag niet geleefd. Letterlijk, want natrium regelt de vochtbalans in het lichaam, de bloeddruk en zorgt ervoor dat spieren en zenuwcellen hun werk doen. Het is onmisbaar voor de mens.
Ver voor de jaartelling werd zout al gewonnen, als smaakmaker gegeten en gebruikt als conserveringsmiddel – ook voor mummies – en was het een betaalmiddel. Zout, sal, salaris. Dat zout bestaat uit natrium en chloride werd pas millennia later ontdekt, door Sir Humphry Davy, die dat weer te danken had aan de uitvinding van de elektrische batterij van Alessandro Volta. Met behulp van elektrolyse lukte het hem in 1807 om natrium te isoleren.
Vanaf dat moment haalde het zachte, lichte, extreem oxiderende alkalimetaal de pyromaan naar boven in (amateur)onderzoekers, overal ter wereld. Want met natrium kon je water zien branden! Op YouTube staan talloze meer of minder geslaagde proefjes waarbij een zilverglimmend stukje natrium in water uiteenlopend vuurwerk oplevert door de oxidatie met water en het vrijkomen van waterstofgas: van beeldschone goudgele vlammen en sprietachtige vuurbolletjes tot heftige explosies. Tip: gooi geen natrium in de wc-pot. En pak natrium nooit met je blote vingers vast, want het reageert op het minste beetje vocht in en op de huid. Het wordt dan ook in olie bewaard, om elk contact met water te voorkomen.
Dat je in het dagelijks leven nergens zuiver natrium ziet, komt doordat het zo reactief is. In ongebonden vorm kom je het in de natuur niet tegen.
Natrium is een allemansvriend. Niet alleen omdat het zo makkelijk reageert met andere elementen. Ook vanwege de uiteenlopende toepassingen. Je kunt er zeep mee maken, legeringen, straatverlichting en niet onbelangrijk: koelmiddelen voor de kleppen van verbrandingsmotoren en kernreactoren, omdat het vanwege het hoge kookpunt warmte beter absorbeert dan water dat doet. Terug in de keuken helpt het in bakpoeder deeg rijzen, zit het in het hartige ve-tsin (mononatriumglutamaat), in conserveermiddelen en stabilisatoren die de structuur van eten goed houden.
En toch heeft natrium een slechte reputatie. In keukenzout is het natrium dat verantwoordelijk is voor allerlei ongewenste gezondheidheidseffecten. Hoofdpijn en misselijkheid als je er door uitdroging te weinig van in je lichaam hebt. Hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, nierbeschadiging als je er juist te veel van eet. Te weinig gebeurt niet snel. Anderhalve gram natrium (3,75 gram zout) is genoeg om aan te vullen wat je via zweet en urine verliest. De meeste Nederlanders eten eerder te veel, en overschrijden ruim de 2,4 gram natrium per dag die de Gezondheidsraad als bovengrens hanteert.
Of zout nu uit de Himalaya, uit Salzburg of Pekela komt: zout is zout, het blijft NaCl. Het enige verschil is dat ze er in de Himalaya niks bij doen. Aan gewoon keukenzout is in elk geval nog jodium toegevoegd.