Zeker 27 Palestijnen zijn dinsdagochtend gedood bij nieuwe Israëlische beschietingen bij een distributiepunt van humanitaire hulp bij de Gazaanse stad Rafah. Dat meldt persbureau Reuters op basis van het Gazaanse gezondheidsministerie. Een zorgmedewerker ter plaatse spreekt tegenover de Britse omroep BBC van „een totale afslachting”.
Het gaat andermaal om schoten op Palestijnen die naar een noodhulppost van de omstreden organisatie Gaza Humanitarian Foundation (GHF) zijn gekomen. De hulp staat onder controle van het Israëlische leger, dat de afgelopen dagen meerdere keren Palestijnen heeft gedood bij deze uitgiftepunten.
Israël heeft bevestigd dinsdagochtend te hebben geschoten in de buurt van een noodhulppost van in Gaza. Dat meldt het leger in een verklaring op X. Het is voor het eerst dat Israël dergelijke beschietingen toegeeft, al spreekt het van „waarschuwingsschoten” en „aanvullende schoten nabij verdachten”. Het GHF heeft zelf gezegd dat de hulpoperatie dinsdag „veilig” en „zonder incidenten” is verlopen.
De VN en andere hulporganisaties hekelen de hulp door GHF. Die is te weinig en „niet neutraal”. „Israël zet hulp in als wapen”, verklaarden zij eerder. Aan de grens staan ruim drieduizend vrachtwagens te wachten tot ze toestemming van Israël krijgen om de grens over te gaan. De konvooien die niet van GHF zijn en wel doorgang krijgen, werden de voorbije dagen meermaals gestopt door hongerige Palestijnen die de voorraden uit de vrachtwagens haalden.
Lees ook
‘De enige manier om deze plunderingen te voorkomen, is door Gaza te overspoelen met hulp’
Liveblog Crisis in het Midden-Oosten
FBI noemt aanval op pro-Israëlische mars ’terroristische daad’, één persoon zwaargewond
Sinds 2009 schrijf ik elke vijf weken een column in de wetenschapssectie van de NRC. Recent nodigde de redactie mij uit om vaker columns te gaan schrijven. Dat vond ik een heel eervol verzoek; ik heb echter besloten er niet op in te gaan, want ik breng dat niet op. Als gevolg daarvan is dit mijn laatste column.
Ik neem met spijt afscheid van deze krant. Bij mijn ouders – en wellicht ook mijn grootouders – viel elke avond de Nieuwe Rotterdamsche Courant in de bus. Dat was een autoriteit waar ze op vertrouwden. Jammer dat mijn vader en moeder niet hebben meegemaakt hoe hun zoon er de stem van de wetenschap in mocht vertegenwoordigen. Het gaf mij de kans om de wereld te vertellen hoe het zit met voeding en gezondheid en met energie en klimaat.
Het is een mooie intellectuele uitdaging om een wetenschappelijke vraag tot de bodem toe uit te zoeken en in achthonderd woorden een begrijpelijk antwoord te formuleren. Zonder die deadlines iedere vijf weken was ik daar nooit toe gekomen. Mijn columns leidden weer tot interviews met andere media. Mijn boek Voedingsmythes is ook gebaseerd op columns. Twee columns werden gebruikt in de opgaven van het vwo-eindexamen Nederlands. Ik vond het ook prachtig toen ik een app van een kleinkind kreeg dat ik in haar vwo-leerboek Nederlands sta.
Waarom moest ik zo nodig de mensen vertellen hoe het volgens mij zit? Status, ijdelheid, ja, dat speelt vast mee. Maar ik heb dankzij de belastingbetalers de kans gekregen om mijn leven te wijden aan wetenschap; dat schept de verplichting om uit te leggen wat die wetenschap ontdekt heeft. Mijn uitleg moet onderbouwd zijn, vandaar dat ik altijd mijn bronnen vermeld.
Bossen opstoken
Hebben mijn schrijfsels geholpen? Niet veel. We blijven bossen opstoken in kolencentrales om zogenaamd de CO2-uitstoot te verminderen. Ook groene waterstof en CO2-opslag marcheren vrolijk voort op weg naar hun definitieve mislukking. Verder hebben we nog altijd geen taks op suikerhoudende dranken, terwijl dat zo’n simpele, effectieve maatregel tegen obesitas is. Bij alcohol is er wel iets aan het schuiven. Het wordt steeds meer geaccepteerd dat iemand niet drinkt, en steeds meer mensen zijn zich bewust van de ziektes die door alcohol worden veroorzaakt. Misschien heb ik daar iets aan bijgedragen met columns in deze krant, colleges aan studenten, nascholingen voor artsen en media-optredens.
Een verschil met zo’n college of nascholing is dat je bij een column nooit weet hoe deze overkomt. Bij een voordracht hoor ik de lach, de verbazing of de verstilling in de zaal die mij vertellen dat mijn verhaal binnenkomt, maar een column verdwijnt in een zwart gat. Bij toevallige ontmoetingen krijg ik wel regelmatig lof van onbekenden. Dat is bemoedigend, maar het zegt niets over hoeveel mensen in totaal mijn stukje hebben gelezen en wat ze ervan vonden.
De professionals die deze krant maken vroegen mij om meer columns, dus ik doe kennelijk iets goed. Alleen zouden meer columns voor mij een te zware belasting worden; dan liever stoppen, beter te vroeg dan te laat. Ideeën zat, daar ontbreekt het niet aan, maar om zo’n idee uit te bouwen tot een eerste versie is een zware klus. Elke column moet een samenhangend en goed leesbaar verhaal vormen met een duidelijke boodschap, en het moet kloppen met de stand van de wetenschap. Dat betekent dus veel wetenschappelijke artikelen kritisch bestuderen. Ik moet zelf ook enthousiast voor een onderwerp blijven, want zonder de gretigheid van ‘Ja, dit wil ik vertellen’ loopt het schrijfproces halverwege dood. Lang douchen helpt; menige column begon als een email aan mijzelf die ik op mijn telefoon intikte, gewikkeld in een badlaken en nog druipend van het water.
Als de eerste versie klaar is leg ik die voor aan mijn vrouw. Dat levert een tweede versie op en die gaat naar mijn meelezers, een groep van familieleden en vrienden plus soms een expert op het betreffende onderwerp. Dan volgt de definitieve versie die naar de krant gaat. Tot slot bedenken de eindredacteur en ik samen een kop. Hij kan dat veel beter dan ik, maar ik hou wel de regie. Een paar weken later begint het hele proces opnieuw. Ik probeer qua onderwerp af te wisselen tussen voeding en klimaat, met een enkele keer een uitstapje naar de joodse bijbel, het Oude Testament. Ik hoop dat ik sommige lezers heb kunnen introduceren tot de schoonheid en wijsheid van die oude teksten.
Carrière
Dat is nu allemaal voorbij. Ik dank Louise Fresco die mij introduceerde bij de Volkskrant en daarmee mijn carrière als krantenschrijver startte, mijn vrouw en mijn meelezers die met hun commentaar de kwaliteit van mijn stukjes opkrikten en de wetenschapsredactie van NRC die zo consciëntieus met mijn bijdragen omging. Zestien jaar geleden stapte ik over van Volkskrant naar NRC omdat ik niet wilde dat mijn teksten werden veranderd zonder mijn toestemming, Daar heeft de NRC zich strikt aan gehouden. Ook dank aan u, onbekende lezer, want zonder u geen krant en geen wetenschapscolumns. Vaarwel!
Martijn Katan is biochemicus en emeritus hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor cijfers, bronnen en belangen zie mkatan.nl.
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Onnodige röntgenfoto’s voor je hond of een overbodig bloedonderzoek voor je kat. Redacteur Stefan Vermeulen zag van binnenuit dat dierenartsen door investeringsfonds Evidensia onder druk worden gezet om meer winst te behalen. Steeds meer artsen en medewerkers zijn het beleid van deze private-equityclub zat en stappen massaal op.
Heb je vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze redactie via [email protected].
Vorige week verliet de rijkste man ter wereld (met een blauw oog) het Witte Huis. Vier maanden lang leidde Elon Musk het Departement voor Overheidsefficiëntie, een door hemzelf bedacht pseudo-ministerie waarmee hij miljardenbezuinigingen aankondigde. Nu hij vertrekt is de vraag: wat laat hij achter?
In deze aflevering bespreken Marike en buitenlandredacteur Merijn de Waal, die de techmiljardair op de voet volgt, hoe we Elon Musk naast Donald Trump moeten zien. Wat hebben deze twee aan elkaar, en hoe zal hun bromance zich voortzetten? Hoe machtig is Elon Musk nou echt? Wat was zijn doel, en wat heeft hij aan zijn politieke avontuur overgehouden?
Maar Marike en Merijn willen ook weten wat kunnen we leren van Musks ambitieuze poging om op de Amerikaanse overheid te bezuinigen. Die poging is namelijk ook een reactie op wezenlijke problemen: de enorme Amerikaanse begrotingstekorten en een grote onvrede over het functioneren van de overheid. Was Musk misschien het verkeerde antwoord op de juiste vraag?