130 jaar na de beruchte affaire krijgt Alfred Dreyfus in Frankrijk postuum de rang van generaal

Negentig jaar na zijn dood en 130 jaar nadat zijn affaire een cause célèbre werd, heeft de Franse Assemblée Nationale maandag een wet aangenomen die de joodse officier Alfred Dreyfus bevordert tot brigadegeneraal. Hij werd in 1894 beschuldigd van spionage, veroordeeld en gedeporteerd naar een strafkolonie. Dreyfus was echter onschuldig en was het slachtoffer geworden van het welig tierende antisemitisme in de Franse politiek en legerleiding. Na vijf jaar gevangenschap kreeg hij gratie. De affaire rondom zijn veroordeling deed de Franse Derde Republiek op haar grondvesten schudden.

De wet is ingediend door oud-premier Gabriel Attal, tegenwoordig parlementslid. In de aanloop naar het debat zei hij: „Het antisemitisme dat Dreyfus trof, behoort niet tot een ver verleden. De Republiek moet voortdurend haar waakzaamheid, haar standvastigheid en haar absolute inzet tegen alle vormen van discriminatie bevestigen.” De oproep had succes, want Attals wet werd met algemene stemmen aangenomen. Nu moet de Senaat nog akkoord gaan.

Duivelseiland

De affaire rondom Dreyfus begon op 15 oktober 1894, toen hij gearresteerd werd op beschuldiging van spionage. Hij werkte op dat moment bij de Generale Staf en zou geheimen over nieuw wapenmateriaal op een briefje hebben doorgespeeld aan de Duitse militaire atttaché in Parijs. Op 5 januari 1895 veroordeelde de krijgsraad hem voor hoogverraad en legde hem een levenslange vrijheidsstraf op, die hij moest uitzitten op Duivelseiland, een strafkolonie voor de kust van Frans-Guyana.

Dreyfus hield vol dat hij onschuldig was, maar zijn pleidooi was aan dovemansoren gericht. Het is te danken aan Georges Picquart, een kolonel die enige tijd later aantrad als hoofd van de militaire inlichtingendienst, dat Dreyfus’ zaak een staartje kreeg.

Picquart ontdekte namelijk dat het handschrift op het briefje met geheime informatie dat in een prullenbak van de Duitse ambassade was gevonden, niet van Dreyfus was, maar van majoor Ferdinand Walsin Esterhazy, een officier met een aanzienlijke reputatie. Picquart ging met zijn bewijs naar de legerleiding, maar die weigerde de zaak te heropenen. Toen hij bleef aandringen werd Picquart overgeplaatst naar Tunesië.

J’accuse…!

Hierop lekte uit naar de pers dat Esterhazy de echte schuldige was. Met Alfreds broer Mathieu Dreyfus begon een campagne voor zijn vrijlating. Esterhazy kwam op 10 januari 1898 voor de krijgsraad, die hem vrijsprak nadat de legertop zware druk had uitgeoefend op de rechtsgang. Na de vrijspraak braken in Parijs antisemitische rellen uit.

Drie dagen later publiceerde de schrijver Émile Zola zijn beroemde artikel J’accuse…!, waarin hij de Franse regering beschuldigde van antisemitisme. Zola werd hierop aangeklaagd voor smaad en veroordeeld tot een gevangenisstraf die hij ontliep door naar Londen te vluchten.

Alfred Dreyfus op latere leeftijd, nadat hij van alle blaam gezuiverd was.
Foto AFP

Andere intellectuelen namen de zaak op en Dreyfus kreeg in 1899 een nieuw proces. Hij werd wederom schuldig bevonden, hoewel inmiddels duidelijk was dat er geen bewijs tegen hem bestond. Daarop bood president Émile Loubet Dreyfus gratie aan. Die wilde liever officieel worden vrijgesproken, maar accepteerde toch omdat hij bang was dat zijn gezondheid niet langer bestand was tegen de omstandigheden op Duivelseiland.

Het duurde tot 1906 voordat een commissie Dreyfus zuiverde van alle blaam. Hij werd weer toegelaten tot het leger, maar bracht het niet verder dan de rang van luitenant-kolonel. Volgens ex-premier Attal was hij bij een normaal verloop van zijn carrière opgeklommen tot brigadegeneraal. Die rang heeft hij nu alsnog bereikt.