Zuid-Korea zal een deel van het inter-Koreaanse verdrag met Noord-Korea opzeggen. Dat melden internationale persbureaus woensdag. Dit besluit komt nadat de Noord-Koreaanse overheid dinsdagavond claimde een militaire spionagesatelliet succesvol te hebben gelanceerd, tegen een verbod van de Verenigde Naties in. Noord-Korea probeerde twee keer eerder dit jaar een verkenningssatelliet te lanceren, maar toen zou dat niet zijn gelukt. Dat de poging deze keer wel succesvol zou zijn, is nog niet onafhankelijk bevestigd.
De Zuid-Koreaanse viceminister van Defensie Heo Tae-keun zou op televisie hebben gesproken van „een ernstige provocatie die onze nationale veiligheid bedreigt”. Het deel van het inter-Koreaanse verdrag uit 2018 dat opgeschort wordt, gaat over toezicht vanuit de lucht aan de grens tussen de twee landen. Zuid-Korea zal dat toezicht hervatten. De deal, die in 2018 werd gesloten tijdens een kortstondige periode van toenadering tussen de landen, garandeerde no-fly- en bufferzones in het grensgebied en maakte een einde aan schietoefeningen en luchtverkenningen. Ook werden enkele wachtposten en landmijnen verwijderd.
Spanningen
Spanningen tussen de twee landen lopen sindsdien weer op. Noord-Korea voert geregeld raketproeven uit, terwijl Zuid-Korea militaire oefeningen houdt met bondgenoten Japan en de Verenigde Staten. Deze landen vrezen het nucleaire wapenarsenaal van Noord-Korea. De lancering van satellieten wordt gezien als dekmantel voor het testen van technologie voor langeafstandsraketten. Noord-Korea verwees naar de defensie-oefeningen van Zuid-Korea bij het lanceren van de satelliet, die de oorlogsbereidheid van het land zou verbeteren met het oog op „de gevaarlijke militaire bewegingen van de vijand”. Zuid-Korea heeft gezegd dat het afhangt van verdere acties van Noord-Korea of de rest van het verdrag in stand zal worden gehouden.
Lees ook Opnieuw een Noord-Koreaanse raketlancering: ‘Dit zijn écht testen’
In 2012 en 2016 zou Noord-Korea ook succesvol verkenningssatellieten hebben gelanceerd, maar volgens deskundigen hebben die uiteindelijk nooit beelden verstuurd. Sommige deskundigen twijfelen ook over de kwaliteit van de huidige satelliet, die misschien alleen grote doelen zoals vliegtuigen zou kunnen detecteren. Maar door meerdere van dit soort satellieten in te zetten, zou Noord-Korea alsnog bruikbare gegevens kunnen verzamelen. Het land heeft nu al aangegeven dat van plan te zijn.
Op een partijcongres in 2021 noemde dictator Kim Jong-un het ontwikkelen van een militaire spionagesatelliet als één van de prioriteiten voor de Noord-Koreaanse krijgsmacht, naast het verwerven van een nucleair aangedreven onderzeeër en een intercontinentale raket die op vaste brandstof vliegt. Dat laatste wapen heeft Pyongyang inmiddels met succes getest.
Bij gevechten tussen bedoeïenenstammen en lokale strijders in de overwegend druzische stad Sweida in het zuiden van Syrië zijn zeker 37 mensen om het leven gekomen, meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR). Ook raakten zeker vijftig mensen gewond.
Onder de doden zijn 27 druzen, onder wie twee kinderen, en tien bedoeïenen. Het is voor het eerst sinds mei dat er weer een uitbarsting is van dodelijk geweld in het gebied. Toen ging het om gevechten tussen de druzengemeenschap en regeringstroepen. Ook in andere steden in het zuiden van Syrië zouden gevechten zijn uitgebroken.
De regering heeft militairen naar het gebied gestuurd om de situatie weer onder controle te krijgen. Een aantal van hen is volgens het SOHR al betrokken geraakt bij de gevechten tegen druzische schutters.
Druzen zijn een religieuze en etnische minderheidsgroepering die een langdurige vete hebben met bedoeïenen in Zuid-Syrië, dat zijn nomadische Arabische stammen. Sinds de val van het regime van Assad afgelopen december hebben de spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen tot nieuw geweld geleid.
Een dapper strijdend Oranje in de eerste helft, met enig uitzicht op het wonder waarop vooraf was gehoopt. Maar in de tweede helft ging het net als tegen Engeland in de vorige groepswedstrijd op alle fronten mis. Het Nederlands elftal werd totaal zoek gespeeld door het ijzersterke Frankrijk. Waar Nederland met drie doelpunten verschil had moeten winnen om de kwartfinale te bereiken, was die op voorhand al onwaarschijnlijke score nu precies andersom: 2-5. De ploeg van bondscoach Andries Jonker kan na drie wedstrijden naar huis. Het avontuur op het EK voetbal in Zwitserland heeft nog geen tien dagen geduurd.
Nu dat gedroomde Wonder van Bazel is uitgebleven is niet alleen het toernooi voor Nederland mislukt, maar ook de missie van Jonker. Het was, na 43 wedstrijden in zijn tweede periode als bondscoach, zijn laatste interland. Om meerdere redenen een pijnlijk afscheid.
In de eerste plaats omdat hij al een half jaar geleden van de KNVB te horen had gekregen dat zijn contract na het EK niet zal worden verlengd. Een beslissing van technisch directeur Nigel de Jong die Jonkers gezag zowel binnen als buiten het veld onmiddellijk beschadigde. Niettemin was de 62-jarige coach erop gebrand om sportieve revanche te nemen op zijn bazen in Zeist.
Hij ging in Zwitserland, herhaalde hij na zijn onvrijwillige congé steeds vaker, voor de hoofdprijs. En geloofde daar ook in. In zijn selectie beschikt hij immers over enkele spelers van wereldklasse, die al jaren in de zwaarste competities van Europa meespelen. En hij benadrukte dat zijn team een hechte eenheid vormde, zowel de oudere garde als de jonge talenten die nog maar kort meedraaien.
‘We zijn geen wereldtop’
Na afloop van de uitschakeling was Jonker realistischer en moest hij erkennen dat het er met dit Nederlands elftal gewoon niet in zat. ,,We zijn geen wereldtop.” Als je met 4-0 verliest van Engeland, met 5-2 van Frankrijk en – al ruim een maand vóór het EK – ook al met 4-0 van Duitsland ,,dan hoor je er gewoon niet bij. Punt.”
Was het dan bluf geweest dat de coach het lange tijd maar bleef beweren? Nee, legde hij uit op de persconferentie na de wedstrijd, hij heeft zijn team steeds gewoon willen motiveren door een ,,brandende ambitie” uit te spreken. ,,We zijn niet naar dit mooie Zwitserland gereisd om te recreëren.”
Lees ook
Het Engeland van Sarina Wiegman overklast de Nederlandse ploeg
Dat Nederland het kwalitatief aflegt tegen de wereldtop is in de tweede helft tegen Frankrijk op een veel momenten te zien. Oranje is hoopvol de kleedkamer uitgekomen, met een 2-1 voorsprong – nog twee doelpunten zijn dan nodig om de groepsfase te overleven – maar na een kwartier gaat het goed en herhaaldelijk mis.
Dominique Janssen neemt iets over de middenlijn nonchalant een vrije trap, veel te slap op Victoria Pelova. Die wordt onmiddellijk van de bal gezet door Delphine Cascarino. De razendsnelle Franse aanvaller sprint met grote passen weg, bal aan de voet. Jackie Groenen kan haar niet afstoppen. Ze speelt razendsnel op spits Marie-Antoinette Katoto, die volledig ongedekt het zestienmetergebied kan binnengaan. Centrale verdediger Sherida Spitse is te laat. Binnen tien seconden na het balverlies haalt Katoto uit en staat het 2-2.
Dan volgt snel de genadeklap. Nog geen vijf minuten later staat het al 2-4: tweemaal Cascarino. En steeds hetzelfde patroon: slordig balverlies, afgestraft door razendsnel reagerende Fransen, met een snelle counter of vlotte combinaties dwars door de Nederlandse verdediging heen.
Nederland kan het tempo van een topteam niet meer bijbenen. En waar het in de eerste helft, in de woorden van Jonker, de speelsters van Oranje ,,door de muur heen gingen”, ontbreekt de energie daarvoor in de tweede helft.
Ambities voor de titel
Dat Jonker en zijn speelsters vooraf nog vol goede hoop waren om tegen de Fransen te stunten was uit mentaal oogpunt begrijpelijk – ze wílden er nog in geloven – maar historisch gezien was het al erg onwaarschijnlijk. Voor het laatste tien jaar geleden wist Nederland van Frankrijk te winnen, met 2-1 in een oefeninterland in Parijs.
En als Nederland alleen naar zichzelf zou hebben gekeken, dan wist het ook dat het een loodzwaar toernooi zou worden en de ambitie om voor de titel te gaan niet erg realistisch. Daarvoor ging er in aanloop naar het EK te veel mis.
De onverwachte aankondiging van Jonkers vertrek was de eerste grote knauw. De KNVB heeft nooit goed kunnen of willen uitleggen wat daarvan nou de reden was, en waarom men zo’n besluit een half jaar vóór zo’n belangrijk eindtoernooi genomen. Dat Jonker er zelf geïrriteerd over was, bleek bij een persconferentie eind februari. Hij bleef diplomatiek, maar kon de teleurstelling en frustratie niet onderdrukken.
Daarna bleef het een paar maanden rustig – vragen van journalisten over de kwestie werden zorgvuldig genegeerd. Tot het begin van het toernooi. Twee dagen vóór de eerste groepswedstrijd van Nederland – 3-0 winst tegen het zwakke Wales – had nota bene Jonker de kwestie over z’n vertrek zelf weer opgerakeld.
In een interview met de NOS had hij gezegd kort voor het EK alsnog te hebben willen opstappen, na de slechte wedstrijd in de Nations League tegen Duitsland eind mei. Kon hij zijn ploeg nog wel voldoende inspireren voor het toernooi, had hij zich afgevraagd? Jonker bleef aan, maar hij had nu wel zijn zelfvertrouwen beschadigd en mogelijk dus ook dat van zijn selectie.
Lineth Beerensteyn en Esmee Brugts verwerken de uitschakeling van Oranje op het EK Voetbal.
Foto Gerrit van Keulen/ANP
Jonker voelde zich daags voor de wedstrijd tegen Frankrijk gesteund door zijn grote leermeester Louis van Gaal. De voormalig bondscoach van het mannen-Oranje had in een talkshow op RTL gezegd dat de KNVB Jonker ,,in de steek had gelaten” en de goede verstandhouding tussen hem en zijn speelsters ,,had verstoord”.
Zonder er inhoudelijk teveel op in te gaan, reageerde Jonker er veelzeggend op: ,,Louis van Gaal is iemand die dingen uitermate goed doorziet.” Zo beheerste het aanstaande vertrek van Jonker toch een deel van de stemming rond het team.
En ook in tactisch opzicht is er ook het nodige misgegaan in de maanden dat Jonker aan zijn EK-team bouwde. Verzachtende omstandigheid: hij had te maken met veel blessureleed, waardoor hij bij oefenduels en de wedstrijden in de Nations League geregeld topspelers als Vivianne Miedema en Lineth Beerensteyn moest missen.
Geen vast speelsysteem
Maar los van de ziekenboeg en heeft Jonker wel heel veel verschillende speelsters opgesteld en systemen uitgeprobeerd. Juist voor een belangrijk eindtoernooi zul je op tijd een eenheid op het veld moeten zien te smeden, met een voorkeursopstelling en een duidelijke speelwijze. Zoals voormalig international en tegenwoordig tv-analist Leonne Stentler kort voor het toernooi in NRC zei: ,,Zonder een vast systeem en fundament wordt het lastiger automatismen in te passen. Daar heeft Jonker een risico genomen.”
Datzelfde risico heeft de bondscoach ook in de slotwedstrijd tegen Frankrijk genomen. Natuurlijk, hij moest ook va banque spelen, maar dat deed hij met een wel heel andere opstelling dan tegen Wales en Engeland. Liefst vier andere namen in de basis en eigenlijk maar drie speelsters op hun vertrouwde plek. De jonge talenten Wieke Kaptein, Esmee Brugts en Veerle Buurman bleven op de bank ten gunste van ervaren krachten.
In de eerste helft blijkt het te werken. De organisatie, met name achterin met de ervaren Spitse en Janssen in het centrum, staat beter en steviger dan voorheen. De speelsters gaan voor elkaar door het vuur, zijn fel in de duels en geven goed rugdekking. Maar in de tweede helft is het pijpje snel leeg. Jonker besluit wel te wisselen, maar veel te laat. Als Brugts en Kaptein in het veld mogen zijn er nog maar 22 minuten te spelen en staat het al 2-4.
Topscorer Vivianne Miedema, die tegen Engeland haar honderdste interland goal scoorde, komt helemaal niet meer in actie. Iedereen uit het Oranjekamp – en de ruim 34.000 toeschouwers in het Sankt Jakob Park – heeft dan wel door: Nederland gaat dit niet meer redden. In de blessuretijd volgt nog een rake penalty die de eindstand van 2-5 bepaalt. Einde toernooi.
Lees ook
Jonge meiden haken af bij voetbal: ‘Dat is toch een jongenssport?’
Een domper voor Jonker – hij gaat naar huis met lege handen. Maar hij over het team is beslist hoopvol voor de toekomst, zei hij zondagavond na de wedstrijd. ,,In de eerste helft tegen Frankrijk hebben we laten zien: dit is wel een goed elftal hoor. De potentie van deze ploeg is enorm groot, maar op moment schieten we te kort.” Spijtig voor hem – hij wilde zo graag door – zal hij aan die ontwikkeling niet zelf meer kunnen werken. Dat is aan zijn opvolger, die de KNVB al heeft benoemd: de 38-jarige Arjan Veurink.
Die kon afgelopen woensdag van heel dichtbij zien hoe Oranje er op dit moment voorstaat. Hij zat als assistent-bondscoach van Engeland op de bank naast Sarina Wiegman. Veurink zal euforisch zijn geweest met de enorme dreun die zijn team Oranje uitdeelde. En hij zal vast ook even hebben gedacht aan zijn nieuwe klus vanaf 1 september in Zeist: veel werk aan de winkel om dit Nederlands elftal terug naar de wereldtop te brengen.
Wandelingetje door de buurt met mijn zoon (12), zijn brugklasjaar zit er bijna op. We passeren het ene naar het andere huis waar scholieren iets te vieren hebben, aan het uiteinde van de vlaggenstokken bungelen hun rugtassen feestelijk naast het roodwitblauw. Bij wéér zo’n huis houdt mijn zoon zijn pas in. „Wat gebeurt er eigenlijk als je zakt?” zegt hij. „Gaat de vlag dan halfstok?”
Lezers zijn de auteurs van deze rubriek. Een Ikje is een persoonlijke ervaring of anekdote in maximaal 120 woorden. Insturen via [email protected]