Honderden miljoenen euro’s bezuinigen op onderzoek, wetenschap en preventie. Plannen die met elkaar in tegenspraak zijn. Veel ideeën voor de korte termijn, die de grote problemen in de zorg niet gaan oplossen. En als ongewild bijeffect: oplopende wachtlijsten in de ziekenhuizen.
Bertine Lahuis (56) oogt nu rustig, maar vorige maand was ze verbijsterd toen ze de plannen voor de zorg en de wetenschap in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet zag. „Die zijn keihard aangekomen. Een klap in het gezicht.”
Lahuis is scheidend voorzitter van Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), waar de zeven Nederlandse umc’s onder vallen. Ze is ook bestuursvoorzitter van het Nijmeegse Radboudumc en voormalig kinderpsychiater. Vorig jaar werd ze door Skipr, een belangrijk online nieuwsplatform voor de zorgsector, verkozen tot invloedrijkste persoon in de zorg.
Wat las u in het akkoord?
„Hoop, lef, trots… Veel ronkende woorden en zinnen. De tekst gaat over bestaanszekerheid, een betrouwbare overheid, preventie centraal stellen, een goed vestigingsklimaat, personeelskrapte als prioriteit. Allemaal goeie dingen. Maar als je dat dan afpelt, als je doorleest en daarna naar de financiële bijlage kijkt, zie je veel inconsistenties. Dit is een zeer zorgelijk akkoord.”
Waarom?
„Er wordt enorm gesneden in onderwijs en onderzoeksgelden. Kennisinstellingen en universiteiten hebben in 2022 met [demissionair] minister Dijkgraaf van Onderwijs een contract ondertekend dat er tien jaar lang 215 miljoen euro per jaar extra beschikbaar komt voor hoger onderwijs en wetenschap, waaronder de umc’s. Dat was onder meer bedoeld om de werkdruk te verlagen en nieuw talent aan te trekken en op te leiden. Inclusief de afspraak om mensen aan te nemen op basis van een vast contract. Het gaat om 1.200 mensen, van wie zo’n 330 bij de umc’s. In het hoofdlijnenakkoord wordt die 215 miljoen ineens weggehaald, maar die mensen kunnen we niet zomaar ontslaan. Dus moet nu elders fors worden bezuinigd. Is dat een betrouwbare overheid?”
Lahuis heeft het regeerakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB geprint en voor zich op tafel gelegd. Op de voorkant maakte ze tal van aantekeningen bij de belangrijkste tegenstrijdigheden die ze in de tekst kon vinden.
Kennisinstellingen worden „keihard” geraakt, zegt ze. Ze wijst op de bezuiniging van 150 miljoen euro per jaar op het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Dat fonds wordt bijvoorbeeld gebruikt voor onderzoek naar nieuwe medicijnen of voor technologische innovaties. „Beloftes en contracten worden niet nagekomen. Blijkbaar kan een nieuw kabinet vaste afspraken zomaar van tafel halen.”
Als er contracten liggen, kunt u ook naar de rechter stappen.
„Dit is ook nog niet klaar. Wij denken dat deze bezuiniging juridisch niet kan. Daar zullen we in onze gesprekken met de nieuwe bewindslieden een hard punt van maken.”
De bezuinigingen hebben niet alleen gevolgen voor kennisinstellingen, ook bedrijven worden geraakt, zegt Lahuis. „Die pakken door ons ontwikkelde medische innovaties en nieuwe medicijnen op om in de markt te zetten. Wij zijn een grote driver voor de economie. En vergeet niet dat juist burgers hiervan profiteren, bijvoorbeeld door betere behandelingen van ziektes. Kennisinstellingen bestaan niet alleen voor zichzelf.”
De vier partijen willen het werken in de zorg „aantrekkelijker” maken, staat in het akkoord. Maar ook daar ontwaart Lahuis een tegenstrijdigheid: het kabinet haalt jaarlijks 130 miljoen euro weg bij het ‘Programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg’, dat juist bedoeld is om zorgmedewerkers gemotiveerd te houden en hen met plezier naar hun werk te laten gaan.
Of neem de zin uit het akkoord om „preventie meer centraal stellen om de gezondheid te verbeteren”. Lahuis: „Maar hoe dan? Dat is helemaal niet uitgewerkt. Sterker nog, het kabinet wil honderden miljoenen bezuinigingen op publieke gezondheid, juist daarbij draait het veel om preventie.” De publieke gezondheid is voor een belangrijk deel in handen van de GGD’s, die verantwoordelijk zijn voor bijvoorbeeld de uitvoering van vaccinaties, gezondheidsvoorlichting, het consultatiebureau, het ondersteunen van jongeren met problemen en de bestrijding van infectieziektes.
Het kabinet wil het eigen risico zo’n beetje halveren, dat kost miljarden per jaar. Moet je dan niet elders in de zorg snijden om dat terug te verdienen?
„Tuurlijk! Maar dat is kortetermijnpolitiek. Dat is ook de armoede en de treurigheid van ons politieke klimaat: het gaat om stemmen winnen. Het gaat altijd om vandaag, niet om morgen. Dat geldt ook voor die halvering van dat eigen risico.”
U vindt dat geen goed plan?
„Het klinkt heel aardig en er zijn zeker wat specifieke groepen die ermee worden geholpen, zoals mensen die nu zorg mijden vanwege de kosten. Maar het eigen risico voor iedereen verlagen kost ontzettend veel geld. Door een lager eigen risico stijgt de zorgvraag en dat betekent een hogere druk op zorgmedewerkers. Maar we hebben niet ineens meer mensen die zorg kunnen verlenen.”
Dat klinkt als langere wachtlijsten.
„Daar kan je wel van uitgaan, ja. Dus daarmee lossen we het probleem van de zorgmijders niet op; deze mensen krijgen zo nog steeds niet de zorg die ze nodig hebben. De werkdruk van het personeel lossen we er ook niet mee op. Integendeel, we krijgen hierdoor juist meer problemen in de zorg.”
Het personeelstekort is een van de grootste uitdagingen van de zorg. Door de zogeheten dubbele vergrijzing – er komen steeds meer ouderen die ook steeds ouder worden – zou in 2060 een op de drie werkenden een baan in de zorg moeten hebben. Onhaalbaar, zeggen deskundigen en politici. Lahuis: „We moeten met minder zorgmedewerkers meer mensen van zorg voorzien. Dat matcht dus niet.”
Onder het vorige kabinet werd daarom in 2022 het Integraal Zorgakkoord (IZA) gesloten tussen het ministerie, de lagere overheden en vele partijen in de sector. Het was hét grote zorgplan van Rutte IV en is „uniek in Europa”, zegt Lahuis. De kern: beter kijken naar wie welke behandeling nodig heeft, maar ook een betere organisatie van de zorg zoals digitalisering (consulten via beeldbellen) en het concentreren van hoogcomplexe zorg. Lahuis: „Al voor het hoofdlijnenakkoord er was hebben de IZA-partijen tegen elkaar gezegd: ‘Wij gaan hier sowieso mee door’.”
Gelukkig wordt het IZA genoemd in de financiële bijlage.
„Dat is positief, ja. Elementen uit het IZA staan erin. Maar ik mis een richtinggevend narratief over hoe de zorg er in de toekomst moet uitzien, als ik het akkoord lees. Het is te fragmentarisch, populair, te ondoordacht, te weinig gericht op de lange termijn. De samenhang ontbreekt.”
Wat had u dan verwacht?
„Dat we de opdracht zouden krijgen onze plannen te versnellen, omdat ze urgent zijn. Als je de verkiezingsprogramma’s van de partijen in de nieuwe coalitie bekijkt, zijn er veel dingen die bij het IZA passen.”
Had u ze dat niet beter kunnen vertellen tijdens de formatieonderhandelingen?
„Ze hebben ons niet geconsulteerd. Ze hebben niet met ons gepraat.”
Ik hoor enige frustratie.
„Dat is geen woord dat bij mij past. Maar het is wel een gemiste kans. Wat was nu logischer geweest, met drie nieuwe partijen en zo’n grote zorgopdracht, dan de IZA-partijen gezamenlijk te consulteren? Wat gaat goed, wat gaat stroef, waar moeten we meer op inzetten? Het IZA gáát nota bene over de toekomst van de zorg. En het loopt allemaal al. Hoe moeilijk kan het zijn om daar gebruik van te maken?”
Waarom is dat dan niet gebeurd?
„Die vraag heb ik ook. Ik snap dat het ingewikkeld is. Het IZA gaat over de lange termijn, het geeft geen antwoord op de vragen van vandaag van de burger. Maar het moet wel gebeuren voor de toekomst, voor de zorg van onze kinderen en kleinkinderen.”
Nu worden de plannen uitgesteld…
„Precies. Dan begin je later en moet je meer doen in een kortere tijd.”
Daar lopen deze partijen voor weg?
„Er zullen ook moeilijke besluiten genomen moeten worden. Het is niet alleen maar leuk. Je kunt niet zeggen: ‘ja, we zijn voor gezondheid’, maar intussen maatregelen nemen die contrair zijn.”
U bent zeer kritisch over dit akkoord, maar straks moet uw opvolger weer met de nieuwe minister aan tafel zitten. Dat wordt geen gezellig gesprek.
„Wij zijn best wel fatsoenlijke lieden. Soms zelfs té. Maar we moeten nu lawaai maken. Er worden overal grote happen genomen uit onderwijs, wetenschap, onderzoek, preventie. Dat moet je gewoon niet doen. Dat is echt penny wise, pound foolish. We krijgen straks nog de hoorzittingen met de nieuwe bewindslieden. Dan gaan zij hopelijk uitleggen hoe ze al die inconsistenties gaan oplossen. Het IZA loopt formeel eind 2026 af, dus we moeten sowieso met de nieuwe bewindslieden om tafel om te bespreken hoe we het broodnodige vervolg, het IZA 2.0, gaan vormgeven.”
Lees ook
Als de zorg niet sneller verandert, dreigt er een zorginfarct, stelt een advies aan het kabinet