N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Zorgbureaus Kleine zorgbureautjes hoeven niet aan wettelijke eisen te voldoen. Dat werkt zorgfraude in de hand, zeggen zorgverzekeraars.
Zorgverzekeraars hebben te weinig mogelijkheden om zorgfraude effectief tegen te gaan. Vooral kleine criminele zorgaanbieders in de wijkverpleging kunnen daardoor ongestraft hun gang gaan. Terughalen van onterecht uitgekeerd zorggeld is vaak onmogelijk, strafrechtelijke onderzoeken worden zelden opgestart. Het is voor criminelen aantrekkelijk en vrij risicoloos een klein zorgbureau te beginnen. Dat stellen vijf zorgverzekeraars tegen NRC. Zij pleiten voor een snelle wetswijziging.
Het probleem zit volgens de verzekeraars vooral bij de huidige Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), die begin 2022 in werking trad. Voor nieuwe zorgaanbieders met meer dan tien zorgverleners geldt volgens die wet een vergunningplicht, waarbij een zorgaanbieder aan allerlei eisen moet voldoen, waaronder een vog.
Voor kleine zorgaanbieders geldt die vergunningplicht niet, zij moeten alleen melden dat ze zorg willen leveren. Maar, zo zien de zorgverzekeraars, criminele netwerken richten zich juist op het oprichten van kleine zorgbureautjes. Zij richten die vaak doelbewust op om te frauderen, door te dure rekeningen in te dienen, of zorg in rekening te brengen die ze niet hebben geleverd. „Jan en alleman kan nu doodeenvoudig een zorgbureau oprichten”, zegt manager Zorgcontrol John de Kruiff van Menzis.
Lees ook: Hoe een zorgaanbieder heel makkelijk te veel zorg kan declareren
Verzekeraars DSW, CZ, VGZ, Menzis en Zilveren Kruis stellen allemaal dat grote bedragen wegvloeien naar criminelen. En, zeggen de verzekeraars, met de huidige wetgeving is het dweilen met de kraan open. Ze zien zorgaanbieders die gevestigd zijn in een garagebox en bestuurders van frauderende bureautjes die ongestraft nieuwe bedrijfjes oprichten. „Kleine zorgbedrijven blijven oppoppen en gaan er met grote bedragen vandoor”, zegt Bregje Smans, specialist fraudebestrijding bij CZ.
Door de wetgeving is screenen vooraf vrijwel onmogelijk, vooral bij zorgaanbieders die ongecontracteerde zorg leveren.
Als door de verzekeraars fraude wordt vastgesteld, kunnen ze beperkt geld terugvorderen, boetes opleggen kan niet. „Het is risicoloos frauderen”, zegt directeur Aad de Groot van DSW. „Negen van de tien keer gaan bedrijven die gefraudeerd hebben failliet, en valt er niks te halen”, zegt Mariska de Kleine van Zilveren Kruis.
Gemeenten en zorgverzekeraars mogen onderling geen informatie delen over specifieke bedrijfjes of bestuurders, vanwege de privacywetgeving. Verzekeraars onderling wel, maar iedere verzekeraar moet nog een eigen onderzoek doen, er mag niet gesteund worden op de bevindingen van een andere verzekeraar. Daardoor is de fraudeaanpak inefficiënt. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt in een reactie dat het absoluut ongewenst is dat kwaadwillenden misbruik maken van zorggelden. Een volledige controle op nieuwe zorgaanbieders is niet proportioneel bevonden, omdat het leidt tot een hoge administratieve werkdruk. Er loopt een pilot, waarin wordt gekeken wat kan helpen om de screening te verbeteren.