Zorgen over impact ov-stakingen op studenten: ‘Alsof corona weer terug is’

Reportage

Stakingen Onderwijsinstellingen merken dat de ov-stakingen een negatieve impact op studenten beginnen te krijgen. „De rek is eruit.”

Reizigersorganisatie Rover geeft aan dat klachten over de stakingen in het streekvervoer met de dag toenemen.
Reizigersorganisatie Rover geeft aan dat klachten over de stakingen in het streekvervoer met de dag toenemen.

Foto Olaf Kraak / ANP

Op het Drenthe College spant de groep van Tymen Kuperus (55) de kroon wat afwezigheid betreft: van de 24 studenten konden 20 niet naar hun opleiding komen, omdat het streekvervoer staakt. Kuperus geeft ICT en datacommunicatie en is overgeschakeld op online lesgeven. „Het is de derde keer deze week, alsof corona weer terug is”, zegt hij. „Terwijl veel studenten aangeven dat ze liever op school zijn – bijvoorbeeld omdat ze thuis geen goede werkplek hebben.”

De aanhoudende stakingen in het streekvervoer brengen studenten van mbo’s en hbo’s steeds meer in de knel. Vanwege het praktische karakter van het beroepsonderwijs kunnen deze instellingen minder makkelijk op online lessen overschakelen dan universiteiten. En in landelijke provincies als Drenthe wonen veel studenten ver van de opleidingslocatie.

Diverse opleidingen hebben het idee dat die stakingen een negatieve impact op studenten beginnen te krijgen. Woordvoerders en directeuren van onderwijsinstellingen van in totaal 81.000 studenten wijzen onder meer naar groeiende absentiecijfers en onzekerheid onder studenten door de stakingen. Een deel van het streekvervoer rijdt namelijk wél, maar hoeveel precies, is onduidelijk – volgens de werkgevers gaat het om meer dan de helft van de bussen in het hele land. Per stakingsdag besluiten chauffeurs en machinisten zelf of ze gaan werken. Dat betekent dat studenten pas kort voor vertrek weten of hun bus of trein wel of niet rijdt.

Staken op verkiezingsdag

Sinds de volle stakingsweek begin februari worden door machinisten en chauffeurs van regionale vervoerders zoals Arriva en Keolis per week twee à drie landelijke stakingsdagen georganiseerd. De cao-onderhandelingen met de vervoersbedrijven lagen wekenlang stil, met ruim 5 procent verschil tussen looneis en loonbod. De vakbonden hebben dan ook laten weten dat ze ook op de verkiezingsdag gaan staken, ondanks oproepen om dat niet te doen. Op initiatief van reizigersorganisatie Rover gingen de vakbonden en vervoersbedrijven deze week weer in gesprek. De directeur van Rover geeft aan dat het aantal klachten over het streekvervoer sinds maart elke dag toeneemt.

De MBO Raad en Vereniging Hogescholen laten via woordvoerders weten dat de impact van de stakingen op het beroepsonderwijs sterk verschilt per regio. De Vereniging Hogescholen voegt daaraan toe dat de gevolgen het grootst lijken voor scholen in het noorden en oosten van het land. Dat kan komen doordat behalve de landelijke stakingsdagen, die zijn georganiseerd door leden van de grote vakbonden FNV en CNV, in het oosten en noorden op andere dagen ook nog wordt gestaakt door een kleinere bond van 1.300 machinisten van het VVMC. Afgelopen week staakten de buschauffeurs van het FNV en CNV bijvoorbeeld op woensdag en vrijdag en reden de machinisten van VVMC op donderdag niet.

Op het Drenthe College in Emmen moet ongeveer de helft van de studenten van buiten de stad komen, vertelt regiodirecteur Mike Roozeboom (37). Veel van hen komen met de auto van hun vader of moeder. Maar wie rijbewijs- of autoloos is en geen lift kan regelen, heeft op een stakingsdag als deze een probleem. „Dat maakt ook dat de stakingen meer impact hebben op studenten die het financieel moeilijk hebben”, stelt Roozeboom. „Terwijl we als school juist een belangrijke rol hebben om de kansengelijkheid te vergroten.”


Lees ook dit artikel: Meer kansengelijkheid door onderwijs? ‘Dat is uitgewerkt. Het schoolsysteem is steeds minder gelijk’

Jongeren in kwetsbare posities

De zorg dat de stakingen juist effect hebben op kwetsbare leerlingen, wordt gedeeld door andere colleges en hogescholen. Ook Remco Meijerink, bestuurder van de ruim 26 locaties van fusieschool Firda in Friesland en Flevoland, maakt zich zorgen. Hij stelt dat het slepende conflict tussen de vakbonden en de regionale vervoersbedrijven, zoals Arriva en Keolis, wordt uitgevochten „over de rug van schoolgaande jongeren.”

Hij organiseerde vanaf begin februari een busdienst voor de vijf- à zeshonderd studenten die niet met eigen vervoer konden komen, maar dat stopt vanaf deze week. Het betrof een oplossing die niet blijvend bekostigd kon worden. Meijerink is bang dat met name jongeren in kwetsbare posities net als tijdens corona nu een achterstand gaan oplopen. Ook onderschrijft hij het idee dat studenten uit rijkere gezinnen in de regel eerder beschikken over alternatieven om op locatie te komen.

Op het Drenthe College wordt duidelijk dat veel opleidingen niet over kunnen schakelen op onderwijs op afstand. Leidinggeven aan een professionele keuken leer je bijvoorbeeld niet vanachter je beeldscherm, maar van een klasje van de horecaopleiding konden de vorige stakingsdag drie van de negen studenten niet komen, vertelt de instructeur. Eén van de leerlingen is door zijn moeder gebracht, omdat er wordt geoefend voor het examen van volgende week. Maar sinds begin februari de stakingen begonnen, heeft hij wel vier dagen moeten missen.

Directeur Roozeboom laat weten voor iedere student een passende oplossing te zoeken. „Maar de rek is eruit. Er komen nog tien stakingsdagen aan. We zijn flexibel met examinering, maar voor sommige studenten kan het betekenen dat ze aansluiting met een vervolgopleiding missen.”

Op initiatief van reizigersorganisatie Rover gingen de vakbonden en vervoersbedrijven op maandag 13 maart voor het eerst weer in gesprek. Dat overleg was „constructief” maar leverde nog geen concrete oplossing op.


Lees ook dit artikel: Het streekvervoer gaat staken. Wat merkt de reiziger daarvan?