Zonder TNT en schietkatoen is het moeilijk granaten maken voor Oekraïne

Persbureau Reuters publiceerde deze maand cijfers waarvan je alleen maar kunt hopen dat ze niet waar zijn: toen Oekraïne nog 10.000 granaten per dag op Russische doelen afschoot, kwamen er dagelijks 35 tot 45 Oekraïense militairen om en raakten er 250 tot 300 gewond. Toen Oekraïne door een oplopend tekort ‘nog maar’ half zoveel granaten afschoot, liep het dodental op tot boven de honderd en het aantal gewonden tot meer dan duizend. Per dag.

Deze cijfers, die door een anonieme Oekraïense functionaris werden gedeeld, zijn niet te verifiëren. Net als Rusland geeft Oekraïne om strategische redenen geen openheid over zijn verliezen. Maar ook als ze zijn overdreven, illustreren ze een pijnlijke waarheid: de traagheid waarmee westerse bondgenoten de Oekraïense munitietekorten aanvullen maakt dat Oekraïne zich slechter kan verdedigen en draagt zo bij aan de Oekraïense verliezen.

„Het is heel zwaar om toe te kijken hoe mijn infanteristen worden vernietigd terwijl er niets is wat ik kan doen”, vertelde een majoor, die van tijd tot tijd een zone van 12 kilometer moest dekken met slechts vier 155 mm-granaten per dag, aan Reuters. Deze granaten, die met houwitserkanonnen worden afgeschoten, zijn samen met de 152-variant die Rusland gebruikt de belangrijkste wapens aan het front. Artillerie veroorzaakt aan beide zijden meer dan 80 procent van de doden en gewonden, stellen Oekraïense commandanten.

Nu is uiteraard niet het Westen, maar Rusland verantwoordelijk voor elke Oekraïense dode of gewonde. Maar het is ook waar dat de Europese Unie zich niet snel genoeg aanpast aan de nieuwe realiteit. Dat vindt Camille Grand, die tussen 2016 en 2022 als assistent-secretaris-generaal van de NAVO verantwoordelijk was voor defensie-investeringen. Onder andere het opschalen van de Europese productie van 155-mm-granaten verloopt in zijn ogen onnodig langzaam. „Het is een verschrikkelijk feit dat Oekraïne meer levens verliest door het tekort aan granaten. De EU en de lidstaten lopen bij deze oorlog steeds een half jaar tot een jaar achter de feiten aan”, zegt hij telefonisch.

Munitiefabrieken in Nederland

Al na een half jaar oorlog, vanaf nazomer 2022, vroegen westerse militaire leiders bij politici om aandacht voor het enorme munitieverbruik. Zo wees de Nederlandse commandant der strijdkrachten Onno Eichelsheim er in de Tweede Kamer op dat de wapenindustrie niet snel genoeg nieuwe granaten kan produceren. Hij opperde dat Nederland weer fabrieken opent om zelf munitie te produceren.

De EU loopt bij deze oorlog steeds een half jaar tot een jaar achter de feiten aan

Net als veel andere westerse landen heeft Nederland na de Koude Oorlog de productiecapaciteit voor conventionele wapens als granaten steeds verder afgebouwd. De laatste Nederlandse munitieproducent, Eurometaal, sloot in 2002 zijn deuren.

Niet alleen wapenfabrieken zijn schaars in Europa, ook over de grondstoffen bestaan zorgen. Een 155 mm-granaat bevat vaak een springlading van zo’n 10 kilo TNT, maar er is nog maar één grote TNT-producent in Europa, het Poolse staatsbedrijf Nitro-Chem. Dat levert bovendien een groot deel van zijn productie aan de Verenigde Staten, die zelf geen enkele grote TNT-fabriek meer hebben.

Daarnaast is er het probleem met nitrocellulose, een relatief eenvoudig maar onmisbaar bestanddeel, dat wordt gezien als het product waar het grootste tekort aan is. Nitrocellulose is een vorm van kruit die, verpakt in zakken of kokers, wordt gebruikt om 155-mm-granaten voort te stuwen. Het wordt gemaakt van katoenvezels en heet daarom in Nederland schietkatoen. Tot 1990 werd het nog gemaakt in een kruitfabriek aan de Amstel, tegenwoordig komt het merendeel van de wereldwijde productie uit China.

Die afhankelijkheid maakt natuurlijk kwetsbaar. Reden te meer om de Europese wapenindustrie te stimuleren, vindt de Europese Commissie. In het voorjaar van 2023 lanceerde zij een fonds van 500 miljoen euro voor Europese producenten die nog twijfelden of ze hun productie zouden uitbreiden. Afgelopen mei werden de contracten getekend. Het doel is dat Europa eind volgend jaar twee miljoen granaten per jaar kan produceren.

Voor Brusselse begrippen is dit proces snel verlopen, maar Oekraïense frontsoldaten zullen daar waarschijnlijk anders over denken, temeer omdat de Commissie een eerdere belofte niet heeft kunnen waarmaken. In maart van dit jaar zou Oekraïne een miljoen granaten hebben gekregen. In werkelijkheid bedroeg het ongeveer de helft. Ook de verklaring dat de productiecapaciteit in januari was uitgebreid tot een miljoen granaten per jaar, is vermoedelijk niet waar.

‘Een soort luiheid’

Hoe kan het dat Europa pas laat in actie kwam en er daarna ruim een jaar over deed om de fondsen toe te kennen? Volgens Camille Grand zijn er meerdere oorzaken. „Europese politici, bijvoorbeeld in Duitsland, konden moeilijk geloven dat Rusland steeds zou blijven escaleren. Ze hoopten maar dat de oorlog op wonderbaarlijke wijze zou verdwijnen en gaven onduidelijke signalen aan de industrie. Bovendien heerste er een soort luiheid, het idee dat de VS alles wel zouden aanvullen. Dat is niet zo. Ook hun voorraden drogen op.”

„Daarnaast wil Brussel de regels van de interne markt altijd perfect volgen, met vlekkeloze aanbestedingsprocedures. Een uitzondering hierop was de snelle aankoop van coronavaccins. Maar zie: commissievoorzitter Ursula von der Leyen wordt nog altijd beschuldigd van een gebrek aan transparantie destijds.”

En dan is er nog de industriële praktijk, zegt Grand. „Productielijnen of hele fabrieken bijbouwen kost tijd. En pas als je nauwkeurig naar het productieproces gaat kijken, sta je erbij stil dat nitrocellulose uit China komt, dat het proces is geglobaliseerd. Dat zou niet zo moeten werken. Europa zou een beter beleid moeten hebben voor deze aanvoerketens.”

Het is hoog tijd voor een serieus Europees plan, vindt Grand. „De EU en de lidstaten moeten bedenken wat ze de komende drie jaar willen doen voor Oekraïne en hun eigen herbewapening. Daarna moeten ze woord houden. Dan kunnen ze ook tegen bedrijven zeggen dat zij de aanvoerproblemen moeten oplossen en de kosten omlaag brengen.”

Op termijn zal de EU de productie van munitie wel onder controle krijgen, verwacht Grand. Tegelijkertijd ziet hij alweer nieuwe problemen opdoemen. „Pas recent beseffen we dat Oekraïne een tekort heeft aan luchtafweergeschut. Ook dat is niet zomaar aangevuld. En Europa moet nadenken over reserve-onderdelen en onderhoud. De loop van een houwitser moet van tijd tot tijd vervangen worden. Een Leopard-tank slijt. Wederom: er is geen plan.”