Was het een korte groene droom? Sinds Donald – drill, baby, drill – Trump de presidentsverkiezingen won, lijkt de steun voor ambitieus klimaatbeleid ook elders in de wereld af te nemen. Investeerders trekken zich terug, Europese regeringen slaan een andere toon aan. Geen regering gaat uiteraard zo ver als Trump, die zelfs stappen terug zet: hij wil meer fossiele energie verbranden, het klimaatbeleid schrappen en vergunningen voor windparken op zee bevriezen. Maar op allerlei plekken lijken financiële belangen het weer vaker te winnen van het tegengaan van klimaatverandering.
Staan we dus nu stil? Vallen we terug naar een fossiele tijd? Of loopt het zo’n vaart niet omdat de beweging naar klimaatvriendelijke energie al onomkeerbaar is ingezet? Hernieuwbare energiebronnen zijn immers verrassend snel veel goedkoper geworden. Windparken op de Noordzee hebben al jaren geen subsidie meer nodig. Zonnepanelen, batterijen en windmolens werden krachtiger én daalden in prijs. Telkens opnieuw onderschatten wetenschappers de snelheid waarmee burgers en bedrijven zonnepanelen installeerden. Het maakte optimisme los: hernieuwbare energie was zó aantrekkelijk dat het bijna als vanzelf fossiele energie zou vervangen. Er was economisch momentum.
Nu de politieke energie wegsijpelt, is de vraag of we dat kantelpunt inderdaad al hebben bereikt. Zijn ‘zon’ en ‘wind’ inmiddels zo aantrekkelijk dat ze fossiele energie ook zonder overheidssteun kunnen verslaan?
Nee, zo mooi is het niet, zegt Sanne de Boer, energie-expert van RaboResearch. De overheid is zelfs cruciaal. Want de omslag naar hernieuwbare energie draait om zoveel meer dan alleen de prijs van zonnepanelen, batterijen en windmolens. Er moet ruimte worden gemaakt, het stroomnet moet verzwaard, er moet opslag komen voor overtollige energie. „Daar is de overheid bij nodig. Verouderde wetten moeten aangepast, vergunningsprocedures versneld, mankracht gevonden. Het volle stroomnet vertraagt de verandering nu.”
De omslag naar hernieuwbare energie draait om zoveel meer dan alleen de prijs van zonnepanelen, batterijen en windmolens
Bovendien wordt het financiële voordeel van nieuwe windparken en zonnepanelen kleiner. Er is inmiddels zoveel hernieuwbare energie dat er op zonnige en winderige dagen te veel elektriciteit is. De prijs van elektriciteit is dan negatief. De Boer: „Investeringen in zon en wind worden daardoor minder rendabel. Heel leuk dat zonnepanelen en windmolens steeds goedkoper worden maar daar red je het niet mee als je het hele energiesysteem wil verduurzamen.”
De overheid kan dit probleem oplossen, bijvoorbeeld door het aantrekkelijk te maken voor bedrijven om grote batterijpakketten neer te zetten die het teveel aan windenergie kunnen opslaan. „In Californië stabiliseert dat de elektriciteitsprijzen al. Nederland loopt achter: we hebben hoge nettarieven die dat nu tegenhouden.” Wat ook helpt: dikke kabels naar andere landen, zodat landen elkaars energie kunnen afnemen. „Dat vergt grote investeringen.”
Overgang
Er is nóg een reden dat de overgang naar hernieuwbare energie zonder overheidshulp zal stokken. Er zat tot nu toe in Nederland best vaart in de bouw van zonne- en windenergie, in het aanbod dus, maar de vraag naar elektriciteit groeit niet hard genoeg. Er rijden nog te weinig elektrische auto’s, veel huizen worden nog steeds verwarmd met gas en industriebedrijven elektrificeren hun productie niet snel genoeg.
Daarom aarzelen bedrijven die windparken op zee bouwen nu. Is er straks wel genoeg vraag naar hun elektriciteit? „De windbedrijven nemen een enorme gok op de elektriciteitsprijs door te blijven bouwen. Dat doen ze natuurlijk niet,” zegt Pieter Boot van het Centre for International Energy Policy.
En juist aan die vraagkant duwt de overheid minder hard. Subsidies voor elektrische auto’s zijn teruggeschroefd. Het huidige en het vorige kabinet wilden de industrie helpen te vergroenen, maar die ‘maatwerkafspraken’ komen niet van de grond. Boot: „Met hernieuwbare energie gaat het in Europa tot nu toe hard. Maar als de overheid niks meer doet, stopt het morgen.”
Energiecrisis
Toch denken De Boer en Boot dat Europese overheden door zullen gaan met het stimuleren van hernieuwbare energie. Niet zozeer om klimaatverandering tegen te gaan, maar om onafhankelijker te worden van energie uit Rusland, Qatar en de Verenigde Staten. „Hoe harder Trump landen intimideert, hoe sneller Europese politici onafhankelijk willen worden,” zegt Louise van Schaik van Instituut Clingendael. „Ze weten hoeveel geld ze tijdens de energiecrisis aan het buitenland moesten betalen.”
Maar ook hier staat de EU voor een dilemma. Energie-onafhankelijk worden gaat sneller met goedkope Chinese stekkerauto’s, elektrolysers, batterijen, windmolens en zonnepanelen. Maar juist op die producten overweegt de EU importheffingen om de Europese industrie een kans te geven hierin groot te worden. En om te voorkomen dat Europa te afhankelijk wordt van China.
Klimaatvriendelijke energie zal ondanks alle hindernissen blijven groeien, denken de drie, zij het minder snel. Er is nog steeds politiek, maatschappelijk en economisch momentum en niet alleen in Europa.
Maar betekent dat ook minder gebruik van fossiele brandstoffen? Van Schaik: „De vraag naar energie zou wel eens enorm kunnen toenemen door AI waarvoor veel meer datacenters moeten draaien.” Hernieuwbare energie verzorgt dan vooral de extra vraag naar energie. Boot: „Toen we kolen ontdekten, bleven we evenveel hout gebruiken. Toen we olie ontdekten, bleven we veel kolen verbruiken.”
Wie echt van fossiele brandstoffen af wil, moet harder beleid voeren dan lui leunen op het historisch onjuiste idee van een zichzelf voortstuwende energietransitie, betoogt de Franse historicus Jean-Baptiste Fressoz in zijn boek More and more and more. Fossiele energie uitbannen is niet minder dan een amputatie. En zonder ferme politieke wil kneitermoeilijk.
