Van vissen tot libellenlarven en inheemse krabben: bijna 25 procent van de wereldwijde zoetwaterfauna wordt met uitsterven bedreigd. Die conclusie trekt een groot, internationaal team van ecologen deze week in Nature, op basis van gegevens van zo’n 23.500 verschillende soorten. Tot de belangrijkste bedreigingen behoren vervuiling, landbouw, de aanleg van dammen en de introductie van invasieve exoten.
Als het over biodiversiteitsverlies gaat, ligt de nadruk vaak op de situatie aan land. Toch is de situatie in zoetwaterecosystemen minstens zo schrijnend: maar liefst 35 procent van de wetlandgebieden (met daarin onder meer meren, vennen, rivieren, veengebieden en moerassen) is tussen 1970 en 2015 verdwenen – het tempo van die achteruitgang lag drie keer zo hoog als het tempo waarin bosgebieden het veld moesten ruimen. Van de overgebleven wetlandgebieden staat tweederde nog altijd onder druk. Van alle rivieren wereldwijd kan eenderde niet geheel vrij meer stromen, bijvoorbeeld door de aanleg van dammen. En dat terwijl die zoetwaterecosystemen maar liefst 10 procent van alle bekende soorten herbergen (waaronder de helft van alle vissoorten).
Rode Lijst
Hoe het met de planten- en diersoorten in een ecosysteem gaat kan op verschillende manieren worden bepaald. Eén van de bekendste methoden is de Rode Lijst van natuurorganisatie IUCN. Daarop wordt aangegeven binnen welke categorie een soort valt: variërend van niet-bedreigd tot kwetsbaar, bedreigd, ernstig bedreigd of zelfs uitgestorven. Van onder andere zoogdieren, amfibieën en vogels is al goed in kaart gebracht wat de Rode Lijst-status is. Maar goede gegevens voor veel zoetwatersoorten (naast vissen, krabben en kreeften onder andere ook libellen, waarvan de larven in of vlakbij het water leven) ontbraken vooralsnog.
Daar hebben de onderzoekers in het huidige artikel verandering in gebracht. Voor in totaal 23.496 zoetwaterdieren bepaalden ze de Rode Lijst-status, onder andere door te kijken hoe groot de populatieafnames voor de desbetreffende soort zijn en hoe wijdverspreid de soort voorkomt. De assessments die ze voor hun analyse gebruikten zijn de afgelopen twintig jaar uitgevoerd met hulp van meer dan duizend experts.
Zoetwatersoorten
Zo kwam naar voren dat 24 procent van de zoetwatersoorten met uitsterven bedreigd is. Vooral vissen lopen risico. Ter vergelijking: ook van de op het land levende viervoeters wordt pakweg een kwart met uitsterven bedreigd. Een verschil is wel dat er van nog eens 23 procent zoetwatersoorten te weinig gegevens bekend zijn om een status te bepalen. Bij de viervoeters is dat slechts 10 procent. In potentie zou het percentage bedreigde zoetwaterfauna dus nog een stuk hoger kunnen liggen.
Voor meer dan de helft van de nu geanalyseerde soorten is vervuiling een bedreigende factor. Ook de aanleg van dammen en andere barrières (39 procent) en landbouw en verandering in landgebruik (37 procent) tellen zwaar. Tot slot is ook de negatieve invloed van invasieve exoten en ziektes (28 procent) niet te verwaarlozen. In verreweg de meeste gevallen heeft een soort te kampen met meer dan één van deze bedreigingen.
Overkoepelende studie
Dat het slecht gaat met vissen, kreeftachtigen en libellen is op zichzelf niet heel verrassend, benadrukt Jacco van Rijssel, ecoloog bij Wageningen Marine Research. „Om die reden was ik wel een beetje verbaasd dat dit nieuws Nature haalde. Maar dit is naar mijn weten wel voor het eerst dat er zo’n overkoepelende studie is uitgevoerd. En de auteurs maken door een vergelijking te trekken met viervoeters ook een duidelijk punt: de focus ligt altijd op land, op de ‘hogere’ soorten – kijk nu ook eens goed onder water.”
Een sterke afname van zoetwaterbiodiversiteit beïnvloedt mensen over de gehele wereld, zegt Van Rijssel. „Maar voornamelijk mensen die ervan afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud, zoals inheemse bevolkingsgroepen.” Zoetwater biedt voedsel (vis bijvoorbeeld) en zorgt onder meer voor regulatie van de waterkwaliteit (bijvoorbeeld door mosselen die er nutriënten uit filteren). „Achteruitgang van biodiversiteit is een onomkeerbaar proces, dus belangrijke soorten die verdwijnen krijgen we niet meer terug.”
Rivierdonderpad
Ook in Nederland staan veel soorten zoetwatersoorten onder druk, voegt hij toe. „Denk aan soorten die zich niet snel kunnen aanpassen, kieskeurig zijn, geen competitie gewend zijn of zich niet makkelijk kunnen verplaatsen.” Als voorbeeld noemt hij de rivierdonderpad, een vissoort die door de invasieve zwartbekgrondel weggeconcurreerd wordt. „Ook de hoge watertemperaturen en de door mensen gemaakte stenen oevers spelen daarin een rol.”
Tegelijkertijd is er in Nederland sinds 1990 wel een toename van zoetwaterfauna te zien, blijkt uit de Living Planet Index – een andere meetmethode dan de Rode Lijst. „Daaruit blijkt vooral dat de populaties van soorten in omvang toenemen”, zegt Van Rijssel. „Het zegt dus minder over soortenrijkdom.”
In Nederland is water van groot belang voor zowel de landbouw als de drinkwatervoorziening, benadrukt hij. „De afname van biodiversiteit zou er bijvoorbeeld voor kunnen zorgen dat soorten die van vitaal belang zijn voor waterfiltratie verdwijnen, of de soorten die zorgen voor de afbraak van organisch materiaal – en dus voor een schonere bodem. Waterzuiveringsinstallaties zitten op dit moment al met hun handen in het haar omdat de waterkwaliteit achteruitgaat en ze in nieuwe apparatuur moeten investeren, bijvoorbeeld om PFAS weg te kunnen zuiveren. Als dan ook nog de soorten verdwijnen die het water al ‘voorzuiveren’ dan wordt het er niet makkelijker op.”