
Online gokken werd in oktober 2021 legaal in Nederland, halverwege november was Michael van Dijk (26) gokverslaafd. En niet zo’n beetje. In een jaar tijd verloor hij zijn studie, werk, vrienden, zichzelf en z’n eigenwaarde. En geld. Geleend geld – 20.000 euro van DUO bedoeld om van te studeren: na z’n bachelor klassiek gitaar aan het conservatorium studeerde hij filosofie en muziekwetenschappen in Utrecht. De goklust dreef hem van online casino’s naar het echte, naar gokhallen, en als hij daar verloren had, beproefde hij z’n geluk bij online loterijen of deed desnoods een bod op vakantieveilingen.nl (hij won een kilo varkensvlees).
Gokken doet Michael van Dijk niet meer. Bij zijn laatste bezoek aan Holland Casino in Utrecht in december 2022 was een vriend mee, en die had na afloop tegen hem gezegd dat hij hem niet meer herkende, zo in de greep van de gokzucht als hij was. Daarop schreef Michael zich vrijwillig in bij Cruks, het centraal register uitsluiting kansspelen. De komende twintig jaar mag hij het casino niet meer in, niet online en niet fysiek – zo’n zelfopgelegde gokstop is overigens minder definitief dan het klinkt, daarover later meer.
Vervolgens is hij gaan schrijven. Elke dag om vijf uur op en binnen het jaar was zijn eerste boek af. U heeft helaas niets gewonnen gaat over zijn gokverslaving én is een aanklacht tegen de gokindustrie. In die volgorde. De gevoeligheid voor verslaving zit in mezelf, zegt hij, maar zijn feitenonderzoek toont tamelijk schokkend aan hoe de gokindustrie erop is ingericht om jonge jongens zoals hij verslaafd te maken en te houden.
Het voelt alsof hij moet optreden, zegt hij daags voor zijn boek verschijnt. Maar het is „gezonde spanning”. Niet de opwinding van het gokken. „De drang om te gokken zit in je hoofd en voel je in je lichaam.” De activiteit zelf – muntjes voeren aan een gokautomaat of fiches op zwarte of rode getallen leggen – geeft een roes. „Of je wint of verliest speelt nauwelijks nog een rol.”
In wetenschappelijke artikelen las hij over mogelijke risicofactoren. Als kind druk, impulsief en sensatiebelust. Fanatiek gamer, vooral Habbo Hotel en Runescape, hij wist altijd exact hoe er binnen het spel wat extra’s te winnen viel. Verder had hij een „non-conformistische houding” – onhandelbaar thuis en op school. En wat hem ook vatbaar maakt is de extreme zuinigheid van zijn ouders. Hij is opgegroeid in Giessenburg – een „dorpsgezin” aan de rand van de biblebelt. Zijn vader is logistiek medewerker bij een schoonmaakbedrijf, zijn moeder maakt schoon. De hypotheek is afbetaald en er is „zat geld”, maar het calvinisme zit diep in de genen, ook in de zijne. „Schuld, zelfverwijt, schaamte bij elke verspilde euro.”
Na een ‘preventiegesprek’ bij Holland Casino werden hem zes éxtra bezoeken toegezegd
Hij had een probleem, maar wás hij ook het probleem? Op die brakke ochtend dat hij somber op zijn telefoon scrollde naar een spelletje Cash or Crash, kwam zijn verslavingsgevoelige natuur in de greep van de industrie die aan verslaving verdient en die, toen nog, volop en overal reclame mocht maken. Inzet 100 euro! Bonus van 250 euro! Rijk binnen no time! Hij had na een paar uurtjes 3.150 euro ‘verdiend’ en zijn somberte was hij kwijt.
Overkwam alleen hem dit? Nee, sinds de introductie van de wet Kansspelen op afstand (KOA), bedoeld om illegaal online gokken tegen te gaan, kwamen er onbedoeld 800.000 nieuwe gokkers bij – veelal tussen de 19 en 24 jaar. En wat Michael van Dijk zo verbijsterde toen hij zich verdiepte in de totstandkoming van de wet: het ministerie van Justitie en Veiligheid waarschuwde zelf dat reclamemaken „een normaliserend effect” zou hebben. En de minister van Justitie (Fred Teeven) vond dat legalisering niet mocht leiden tot „aanvullende vraag” naar gokken – precies wat gebeurde.
Michael zette bij Toto in op voetbalwedstrijden en als hij daar zijn ‘verlieslimiet’ bereikte, week hij uit naar BetCity of naar de roulettetafel bij Holland Casino online. Elke online aanbieder heeft, wettelijk verplicht, stortings- speeltijd- of verlieslimieten, maar niemand die centraal bijhoudt wat een individuele gokker aan tijd en geld verspeelt. Dus kon Michael op z’n 22ste de klok rond ‘spelen’.
Hij meldde zich aan bij de Jellinek kliniek voor hulp, registreerde zich op hun advies bij Cruks voor een gokstop – maar ontdekte dat hij die ban na een half jaar met één muisklik zelf weer ongedaan kon maken en gokte door. Twee keer kreeg hij een ‘preventiegesprek’ bij Holland Casino. Onder de 24 jaar mag je zes keer per maand het casino bezoeken. Hij kwam een zevende keer. Het casino heeft een wettelijke zorgplicht, iemand moest controleren of hij geen probleemgokker was. Alles ging prima, had hij gezegd tegen de preventieman. „Hij had een uitdraai voor zijn neus waarop hij kon zien dat ik zes hele dagen achter elkaar binnen was geweest.” Toch werden hem zes extra bezoeken voor die maand toegezegd.
In zijn verslaafde maanden heeft hij overwogen zijn ouders op te lichten en zijn lichaam te verkopen, zijn ziel was hij al kwijt. Hij is zich gaan verdiepen in de gokindustrie en is geschrokken van de „drek” die hij aantrof. Van de geurgaten in de vloeren van Holland Casino waaruit stressverlagende aroma’s komen tot stapels wetenschappelijke waarschuwingen over wat gokverslaving de samenleving kost. „Het is mijn schuld dat ik verslaafd raakte, maar de industrie staat klaar om me verslaafd te houden. Nu nog. Waarom mag dat? Waarom staan we toe dat zij altijd winnen?”
