Zo simpel moet het zijn


Column Regelingen om mensen te helpen zijn vaak niet effectief: iedereen doet zijn stinkende best in een verrot systeem. Gelukkig zijn er ook huisartsen, docenten en agenten die de bureaucratie omzeilen.

Arjen van Veelen

Mijn kinderen van vier en zes zijn zwartrijders. Ze checken nooit in als we met de tram naar de bibliotheek of de markt gaan. Kinderen mogen in Rotterdam sinds dit jaar gratis met het OV, maar ze moeten wel een pasje hebben. Dat pasje regelen is gedoe: eerst een DigiD aanvragen voor je kind, dan een persoonlijke OV-chipkaart kopen, daarna een formulier invullen en tot slot bij een automaat het reisproduct op de kaart laden. Bij die laatste stap ging het mis: de computer zei steeds nee.

Als het ons als hoogopgeleide ouders zonder sores al niet lukt om dat pasje te activeren, dan weet ik zeker dat meer ouders er niet in slagen. Waarschijnlijk juist zij die de gratis tram het best kunnen gebruiken. Het gratis OV is een experiment, zul je zien dat het gestaakt wordt ‘bij gebrek aan belangstelling’. Terwijl het gewoon te ingewikkeld is.

Die gratis tram is maar één ding. Er bestaan tientallen regelingen, van isolatiesubsidies via armencheques tot gratis luiers. Het gratis geld klotst tegen de plinten, alleen moet je door een jungle van formulieren en wantrouwende loketten. Ook de ambtenaren zelf worden er hoorndol van, aldus de Rotterdamse ombudsvrouw Marianne van den Anker laatst in een interview: „Iedereen doet zijn stinkende best in een verrot systeem.”

Gelukkig zijn er mensen die dat verrotte systeem domweg negeren.

Zo bezocht ik deze maand een huisartsenpraktijk in een arme buurt in Rotterdam-Zuid. Daar komen veel mensen op het spreekuur met lichamelijke klachten die eigenlijk te maken hebben met geld. Kinderen die hoesten omdat de thermostaat laag staat. Pijn in de arm van de stress over schulden.

Het mooie van deze huisartsen: ze vragen door. Ah, meneer heeft een auto gekocht op afbetaling, dan sturen we u niet naar de fysiotherapeut, maar naar de ‘praktijkondersteuner financieel’. Die functie hadden ze zelf verzonnen. Het is een soort gelddokter die samen met de patiënt bijvoorbeeld schulden op een rij zet, enge enveloppen opent, enzovoorts. Zonder wantrouwen, DigiD of ander gedoe. En dan verdwijnt de pijn vaak als sneeuw voor de zon.

Zo simpel? Zo simpel. Deze huisartsen leken me niet ‘out-of-the-box’, ze deden juist wat normaal zou moeten zijn: oorzaken aanpakken in plaats van symptomen bestrijden. En de verzekeraars dan, dacht ik nog, gaan die een geldcoach vergoeden? Maar die boekten ze gewoon weg als huisartsconsult.

Je kunt het systeem de schuld geven, maar de wereld is zo ingewikkeld als je die zelf maakt. Neem dat prachtige, simpele verhaal van die leerkracht die haar kinderen wilde leren lezen. In Nederland haalt tegenwoordig de helft van de basisschoolkinderen niet het minimale niveau om mee te kunnen draaien in de maatschappij. Dramatische ontwikkeling. Maar deze leerkracht, Anne Steenhoff, deed de slechte lesboeken weg, haalde goede leesboeken in de klas en verdubbelde de leestijd. De leesvaardigheid schoot omhoog.

Zo simpel kan het zijn. Zie ook het prachtige boek Van armoede van Jonah Falke. Deze jonge schrijver had een eenvoudige vraag: „Waarom Nederland een welvarend land genoemd wordt als er mensen op straat doodvriezen”. Hij ging de straat op, met mensen praten. Stuitte op mensen die verzuipen in de bureaucratie. Symbolisch is een kantoorgebouw in Nijmegen vol hulpverleners, maar waar in het fietsenhok een dakloze woont omdat hij buiten alle hokjes valt.

Toch wemelt het in zijn boek juist van mensen die hokjes en protocollen negeren. Zoals de politie-agent die tijdens een sneeuwstorm de straat opgaat („Thuiswerken is bedacht door managers”) om daklozen te zoeken voordat ze doodvriezen. Of de maatschappelijk werker die een „even simpele als efficiënte” aanpak heeft: bij elke voordeur aanbellen met de vraag: „Kan ik je ergens mee helpen?”

O ja, dacht ik, dat kan ook nog: hulpverleners die hulp verlenen, dokters die doorvragen, agenten die mensen beschermen, leerkrachten die lesgeven, schrijvers die een stem geven aan mensen zonder stem. Gewoon doen wat je moet doen. En we weten allemaal best wel wat dat goede is dat ons is toevertrouwd.

In de tram hebben we trouwens nog nooit een boete gehad. De conducteurs zijn niet gek. Ze snappen: het OV is in Rotterdam gratis voor kinderen. En die twee jochies daar zijn duidelijk kinderen. Zo simpel moet het zijn.