Zo schrijf je in vijf stappen (en een bonuspunt) een Vietnamese vluchtelingenroman

Het verhaal van Edward Mordake is waarschijnlijk de meest tragische geschiedenis over het hebben van twee gezichten. De aristocratische Brit uit de 19de eeuw had op zijn achterhoofd een extra gezicht, volgens sommigen het gezicht van zijn tweelingzuster die in de baarmoeder was doodgegaan. Dat tweede gezicht lachte wanneer Mordake huilde. ’s Nachts zorgde het ervoor dat de Brit uit zijn slaap werd gehouden door gruwelijke gedachten. Mordake smeekte artsen het tweede gezicht operatief te verwijderen, maar niemand durfde het aan, waarna hij op zijn 23ste zelfmoord pleegde. Een tweede gezicht verwijder je niet zomaar – de Januskop zit in iedereen, al is het meestal niet zo letterlijk – dat mag duidelijk zijn, maar hoe ga je ermee om?

In zijn memoir De man met twee gezichten gaat Viet Thanh Nguyen op zoek naar een antwoord op die vraag. Niet dat hij letterlijk twee gezichten heeft, Nguyen doelt op de rol van vluchteling, immigrant, Vietnamees en Amerikaan. Zelf is hij vier als zijn ouders in 1975 uit Vietnam vluchten, nadat ze twintig jaar daarvoor al van Noord- naar Zuid-Vietnam waren gevlucht. Zijn ouders nemen hun twee zoons mee maar laten de geadopteerde dochter van zestien achter, dan hebben ze iemand om ooit naar terug te keren. Eenmaal in Amerika wordt het gezin uit elkaar gehaald totdat Nguyens ouders – Ba en Má genoemd – een zeker bestaan hebben opgebouwd met hun kruidenierswinkel en de kinderen terug mogen naar hun ouders.

De man met twee gezichten vertelt enerzijds over een jeugd in de Verenigde Staten en de trauma’s die zijn opgelopen, anderzijds over hoe de Verenigde Staten met haar vluchtelingen omgaat. „Hebben we geen oorlog voor jullie gevoerd?” verwoordt Nguyen de standaardreactie van veel Amerikanen. „Waren jullie niet allemaal welkom na je vlucht? Hebben we jullie niet van het communisme bevrijd en jullie de kans geboden om The American DreamTM na te jagen? Jullie… mogen ons weleens dankbaar zijn.”

Trademark

Wie vluchteling is in AmerikaTM, zoals de VS in dit boek worden genoemd: Amerika als handelsmerk – groeit op met oorlogsfilms waarin Vietnamese vrouwen doodgaan alsof dat standaard is, waarbij de Amerikanen white saviours zijn. Zij redden Vietnamezen, die bij toeval allemaal vriendelijk zijn en in staat zijn ‘model-immigrant’ te worden als arts, advocaat of ingenieur. De ‘gewone’ verhalen van mensen als Ba en Má tellen niet mee.

In het boek komt Nguyen meermaals terug op het valse beeld dat van de Vietnamoorlog wordt geschetst. Pijnlijk, maar ook geestig, is als hij Rambo noemt die in zijn strijd terzijde wordt gestaan door een zekere Co, een naam die ‘tante’ of ‘oudere vrouw’ betekent in het Vietnamees, maar in Rambo gespeeld wordt door de jonge en mooie actrice Julia Nickson, een vrouw van Chinese komaf.

Even geestig en pijnlijk is Nguyens vijf-stappenplan voor het schrijven van een migrantensaga die zich van het ontvluchten van armoede en oorlog ontwikkelt via een generatieconflict naar totaal veramerikaniseerde kleinkinderen. Bonuspunten zijn er voor de schrijver die zich opwerpt als ambassadeur om het land (van zijn ouders/ grootouders) uit te leggen aan witte lezers. Nguyen drijft de spot met dit stappenplan, neemt ondertussen (soms te lang) de tijd om zich op te winden over Trump (de naam is de hele roman met een zwart balkje weggewerkt), racisme en de moord op George Floyd. Interessanter is wanneer hij met vormexperimenten, tijd- en zijsprongen, vertelt over zijn jeugd in Californië, zijn individuele zoektocht en de stereotypen van de Vietnamezen in de Amerikaanse cultuur. Ondertussen bouwt hij ook een monument voor zijn ouders.

Herinneringen uitwissen

Het thema van twee gezichten houdt Nguyen al vanaf zijn Pulitzer Prize-winnende debuut De sympathisant bezig. Dat boek opende zelfs met deze zinnen: „Ik ben een spion, een sluimerende spion, een man met twee gezichten. En misschien verrassend, ik ben ook een man met een dubbele persoonlijkheid.” De verhalenbundel De vluchteling draaide ook om transformatie van de ene in de andere figuur en het achterlaten van een verleden en daarmee herinneringen. Dat culmineerde onder meer in deze mooie observatie: „Zijn gewoonte om te vergeten was diep ingesleten alsof hij voortdurend achteruit liep door de woestijn zijn voetafdrukken uitvegend en hij herinnerde zich alleen nog flarden van ruwe lippen die tegen de zijne drukten.” In zijn roman Vietnamees in Parijs moet een spion die in een heropvoedingskamp zat zich een nieuwe identiteit aanmeten: „Wij waren de ongewensten, de overbodigen en de onzichtbaren, alleen zichtbaar voor onszelf”, is de aftrap van die roman.


Lees ook

deze recensie

Amerikaanse militairen van het Vijfde Mariniers Regiment tijdens Operatie Hue City in Vietnam, 6 februari 1968

De man met twee gezichten is de persoonlijke uitwerking van die vorige boeken waarin woede over de opgelegde rol van niet witte immigranten sterk is en waar prachtig wordt verteld over het verschil tussen herinneren en vergeten, waarbij de tussenweg ‘her inneren’ is. De spatie in het woord herinneren symboliseert het hiaat dat ontstaat bij het wegstoppen van je verleden. De hiaten worden niet alleen beschreven, maar krijgen vorm in flarden ‘her inneringen’ die soms op de bladspiegel letterlijk als terzijde staan.

Dat hiaat is er niet alleen bij Nguyen, maar ook in het wegdrukken van gevoelens en angsten. „Wie ben jij om te zeuren over een enkel pak rammel terwijl zij waren beschoten”, vraagt hij zich bijvoorbeeld af als hij denkt aan een ruzie met zijn vader en hoe zijn ouders waren overvallen in hun kruidenierswinkel.

Het hiaat zit er ook bij de ouders. Een groot deel van het memoir gaat over hoe Má haar trauma’s op een gegeven moment niet meer kan wegdrukken en in een kliniek belandt, zich met pillen staande moet houden om niet weg te zakken in een andere werkelijkheid tot en met dementie. Het is een schrijnende apocalyps waar Nguyen naartoe werkt: een ode aan zijn ouders, omdat er voor hun verhalen geen plek was in de ‘grote’ Amerikaanse Vietnamverhalen. Hij verwoordt hun verdriet en zoekt naar de oorsprong ervan, sluit de open mond van zijn moeder als ze is overleden om te ontdekken dat die zich niet meer laat sluiten en het dus aan hem is haar geluid te laten horen.