Zo. Nu eerst een belastingvoordeel. Hoe de Bavaria-familie het uitstekend voor zichzelf regelde

In het holst van de nacht van 26 op 27 oktober 2023 verzucht Pieter Omtzigt van Groep Omtzigt dat het „knettergek” is om op dit tijdstip nog over veertig pagina’s met moties en amendementen te stemmen. Het is al half drie en sommige wetten zijn nog nooit eerder in de Tweede Kamer aan de orde geweest, zegt hij. „We kunnen de gevolgen gewoon niet overzien.”

De Kamerleden zijn dan al meer dan zestien uur non-stop aan het vergaderen. Om kwart over tien in de ochtend begonnen ze, met het aannemen van ‘de Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW2024) (36415)’. Daarna voerden ze 23 debatten – over de toestand in Libië en Marokko, over digitale ontwikkelingen in de zorg, de hersteloperatie van de toeslagenaffaire, regionale kansenagenda’s, volkshuisvesting, maatschappelijke diensttijd, funderingsproblematiek, luchtvaart en granuliet, stemden ze over 171 moties en feliciteerden ze Kamerleden Attje Kuiken en Gidi Markuszower die om middernacht jarig waren. Iedereen is moe.

Maar het echte werk begint nu pas: het Belastingplan 2024, een pakket fiscale maatregelen met grote gevolgen voor de rijksbegroting. De behandeling is weken naar voren getrokken omdat in de zomer het kabinet is gevallen. Dit is de allerlaatste keer dat de Kamer in deze samenstelling vergadert voor de verkiezingsstrijd losbarst. Het belastingplan moet nu afgehandeld, anders kan het niet in het nieuwe jaar ingaan. De 140 aanwezige Kamerleden zetten de tanden op elkaar: nog een uurtje te gaan.

In de nacht van 26 op 27 oktober 2023 stemt de Tweede Kamer over de ‘BOR’. Het is de laatste keer dat de Kamer in deze samenstelling bijeen is.

Foto’s: Robin Utrecht/ANP

Alles kan, komend uur. Lobbyisten hebben de afgelopen dagen overuren gedraaid. Kamerleden hebben tot op het allerlaatst amendementen ingediend – meer dan zestig in totaal – die het belastingplan op de valreep ingrijpend kunnen veranderen. Het gaat om honderden miljoenen. De loyaliteit tussen coalitiepartijen is na de val van Rutte-IV verdampt, het gezag van het demissionaire kabinet is weg en de kiezer lonkt. Deze nacht is het ieder voor zich.

VVD-Kamerlid Silvio Erkens valt Omtzigt bij. Hij krijgt „buikpijn” van alle voorstellen waarover de Kamer nu nog moet stemmen, zegt hij tegen voorzitter Vera Bergkamp. „Dit voelt als haastwerk en onverstandige besluitvorming.” Het zijn loze woorden, de Kamer moet door. Nog 37 moties, 14 wetsvoorstellen en 64 amendementen te gaan.

Een handjevol rijke families

Ver buiten Den Haag volgt iemand met grote belangstelling het verloop van de nacht. Het is Peer Swinkels, de dan 48-jarige bestuursvoorzitter van Swinkels Family Brewers, voorheen Bavaria, telg uit de zevende generatie van de grote, rijke Brabantse brouwersfamilie. Voor hem telt maar één amendement: nummer 11, „over aanpassingen van de bedrijfsopvolgingsregeling en schenk- en erfrecht voor familiebedrijven”. Dat is ingediend door CDA-Kamerlid Inge van Dijk en Silvio Erkens, die buikpijn kreeg van de grote stapel. Als deze wijziging erdoor komt, kan de familie van Swinkels eindelijk gebruikmaken van een zeer lucratieve belastingregeling. Peer Swinkels heeft hier jaren voor gelobbyd.

Om half vier ’s nachts is het zover, de handen gaan omhoog. En het lukt. VVD, SGP, ChristenUnie, CDA, JA21, Groep Van Haga, PVV, FVD en BBB stemmen voor. Amendement 11 wordt aangenomen. Zojuist heeft Peer Swinkels voor zichzelf en een handjevol vermogende families een belastingkorting van tientallen – en over de jaren heen honderden – miljoenen euro’s gekregen.

Niet voor de bakker

Nederland bevindt zich aan de vooravond van de grootste vermogensoverdracht naar de volgende generatie ooit. De complete lichting naoorlogse ondernemers ziet het einde naderen en zal haar kinderen huizen nalaten of schenken, kunst, beleggingen, maar ook: complete bedrijven. De totale waarde daarvan: tientallen miljarden euro’s, samengebald in wagen- en machineparken, vastgoedportefeuilles, intellectueel eigendom, merken, bestemmingsreserves en pensioenpotten.

Het belang van deze familiebedrijven staat niet ter discussie, wel het gemak waarmee deze miljarden aan de jongere generaties worden overgedaan. Dat is de verdienste van de Franse rockster-econoom Thomas Piketty, die met zijn bestseller Le Capital au XXIe siècle uit 2013 van de sterk groeiende vermogensongelijkheid wereldwijd een politiek thema maakte. Vermogende families zijn de afgelopen jaren snel nóg rijker geworden, maar mensen onderaan de ladder hebben steeds minder kans om vermogen op te bouwen, zegt Piketty.

Dit geldt ook in Nederland, aldus een groot onderzoek naar vermogensongelijkheid (Licht uit, spot aan) dat D66-minister Sigrid Kaag en CDA-staatssecretaris Marnix van Rij in de zomer van 2022 naar de Tweede Kamer sturen. De rijkste 1 procent van de Nederlandse huishoudens blijkt ruim een kwart van al het vermogen te bezitten – samen een kleine 500 miljard euro.

De belangrijkste bron van rijkdom: hun aandelen in (familie-)bedrijven, waarvan de waarde de afgelopen jaren veel harder is gestegen dan de lonen. Dit kapitaal is als rijzend deeg, het dijt maar uit. Het rapport waarschuwt daarom voor een ‘dynastie-effect’, waarbij vermogens zich concentreren bij „zeer rijke families” en „van generatie op generatie worden overgedragen”.

Een van de boosdoeners, aldus het rapport, is de hoge korting op de erf- en schenkbelasting voor kinderen die aandelen in het familiebedrijf krijgen. Het idee achter deze zogeheten ‘bedrijfsopvolgingsregeling’ is „de continuïteit van de onderneming te waarborgen bij bedrijfsoverdrachten”. Een veelgebruikt voorbeeld: als een bakkerszoon de bakkerij van zijn overleden vader erft kan het niet de bedoeling zijn dat-ie de bakkerij moet verkopen om de aanslag erfbelasting te betalen.

In werkelijkheid plukken niet bakkers, maar „huishoudens die gemiddeld meer vermogend zijn” de vruchten van de regeling, die de staatskas op jaarbasis 550 miljoen euro kost. Zij gebruiken de regeling om waardevolle aandelenpakketten tegen een zeer laag tarief over te doen aan hun familieleden – meestal hun kinderen, aldus het rapport. De auteurs stellen, met Piketty in gedachten, voor om de ongelijkheid tegen te gaan door de vermogens- en erfbelasting te verhogen en de bedrijfsopvolgingsregeling, de ‘BOR’, drastisch in te perken.

Dat staat haaks op wat de Nederlandse kabinetten vanaf 1997 hebben gedaan. Die verlaagden de erfbelasting juist en rekten stapje voor stapje de BOR op. Betaalden kinderen in 1997 nog, grosso modo, 1,5 miljoen erfbelasting als ze een bedrijf van 10 miljoen van pa of ma erfden, 25 jaar later is dat nog maar drie ton.

De BOR is onweerstaanbaar. Elke erfgenaam wil de BOR.

De stuntman

Als koningin Máxima op 28 maart 2019 het Brabantse dorpje Lieshout bezoekt ter ere van het driehonderdjarig bestaan van de Bavaria-brouwerij, draait de publiciteitsmachine op volle toeren. Een dag eerder heeft de commissaris van de koning het stempel ‘Koninklijk’ op de brouwer geplakt. Over een week volgt marketingdirecteur Peer Swinkels zijn neef Jan-Renier op als bestuursvoorzitter.

Het bezoek van Máxima is één groot eerbetoon aan de familie Swinkels. Ze krijgt een rondleiding door de brouwerij, die bijna de helft van het oppervlakte van Lieshout beslaat en bezoekt de naastgelegen villa van ‘tante Corrie’, de ongetrouwde 88-jarige tante van Peer en Jan-Renier.

De mannen zitten met Máxima aan tafel, de vrouwen staan bij de haard op het jubileum van Bavaria.
Foto Patrick van Katwijk/ANP

Het videoverslag van het jubileum toont de kamer waar de directie vroeger vergaderde, met boeketjes hortensia’s op het dikke smyrna tafelkleed. De mannen zitten met Máxima aan tafel, de vrouwen staan bij de haard. Genodigden als PSV-directeur Toon Gerbrands, CDA-prominenten Sybrand Buma en Jan-Peter Balkenende kunnen de koningin zien proosten met een enorme stenen jubileumpul vol Bavaria, ingeklemd tussen Peer en Jan-Renier. Als voormalig centerfold Tatjana Simic – Bavaria gaf in de jaren negentig een miljoen ‘Tatjana Kalenders’ weg – in de feestzaal uitgebreid op de foto gaat, vergapen de neven Swinkels zich aan haar alsof het nog 1995 is.

Voortaan heet Bavaria: Royal Swinkels Family Brewers.

De nadruk op ‘familie’, de innige contacten met belangrijke mensen uit de omgeving en de politiek, het is Peer Swinkels ten voeten uit. Hij heeft connecties – hij is lijstduwer van CDA Breda en prominent lid van de CDA Businessclub – hij is handig, hij heeft lef. Zijn bijnaam is ‘de stuntman’, vanwege alle gedurfde acties die hij bedenkt. Hij is de architect van de rel rond de Bavaria-jurkjes tijdens het WK voetbal in 2010, hij regelt dat het Bavaria City Racing-evenement neerstrijkt op het Rode Plein in Moskou, hij strikt beroemdheden als Playboy-oprichter Hugh Hefner, acteur Morgan Freeman en voetballer Diego Maradona voor Bavaria-spotjes.

Als Peer Swinkels aantreedt, is Swinkels Family Brewers uitgegroeid van een dorpsbrouwerijtje uit 1719 tot een mondiaal opererende onderneming met 1.800 werknemers en een omzet van bijna 900 miljoen euro. De winst valt in 2019 tegen door een afwaardering van de Belgische Palm-brouwerij, die Bavaria drie jaar eerder kocht. Niettemin verdelen Peer Swinkels en zijn 219 mede-aandeelhouders, allemaal familie, een dividend van ruim 10,6 miljoen euro, wat neerkomt op gemiddeld bijna vijftigduizend euro per persoon.

In 2019 vierde Bavaria, nu Swinkels Family Brewers, het 300-jarig bestaan van de brouwerij.
Foto Levin de Boer/LDBFoto

Aan het einde van het jaar blikt Swinkels in het AD terug op zijn eerste jaar als bestuursvoorzitter. Hij presenteert zichzelf als pater familias: al zijn werknemers zijn onderdeel van de Swinkels-familie, hun „geluk” staat op één.

Maar over één ding maakt hij zich „oprecht boos”, zegt hij tegen de krant. In de kleine lettertjes van de belastingwet staat dat hele grote families zoals de zijne geen aanspraak mogen maken op de bedrijfsopvolgingsregeling. Ze zijn met te veel.

Het rationale is dat een familiebedrijf niet in gevaar komt als een achterneef met een paar aandelen z’n erfbelastingsaanslag niet kan betalen – maar dat zegt Swinkels er niet bij. Het gaat hem erom dat zijn familie wordt buitengesloten. Dat stoort hem mateloos. En dat gaat hij veranderen.

Bont gezelschap in de Braamzaal

In Den Haag is de wind dan juist aan het draaien.

‘Piketty’, met z’n inzichten over kapitaal en arbeid, waait door de gangen van de Tweede Kamer en de ministeries. Vermogensongelijkheid is hot. Zo ook bij het Centraal Planbureau, dat kantoor houdt in het statige voormalige ministerie van Economische Zaken aan de Bezuidenhoutseweg met z’n monumentale glas-in-lood lichtkoepels. Het effect van belastingontduiking op vermogensongelijkheid, het effect van erfenissen op scheefgroei – het planbureau zit er bovenop.

In de ochtend van 10 november 2021 schuift Edwin Heithuis, hoogleraar fiscale economie aan de Universiteit van Amsterdam en wetenschappelijk adviseur bij BDO Accountants en Adviseurs, aan in de Braamzaal van het CPB. Hij is met een collega-academicus uitgenodigd om zijn zegje te doen over de bedrijfsopvolgingsregeling, samen met een bont gezelschap van belastingadviseurs, vertegenwoordigers van werkgeversorganisatie VNO-NCW en de vereniging van familiebedrijven FBNed. Een beetje gekke combinatie, vindt hij, wetenschappers aan tafel met de lobby- en de adviesindustrie, maar goed.

Er staat veel op het spel: het kabinet heeft toegezegd om niet-functionele belastingkortingen te schrappen of aan te passen. Aan het CPB de taak om de bedrijfsopvolgingsregeling langs deze meetlat te leggen.

Het decennium daarvoor is er niet zo naar de regeling gekeken. De BOR was er gewoon en de circa tweeduizend families die jaarlijks bij de Belastingdienst aankloppen voor de regeling profiteren ervan. Zij betalen over grote nalatenschappen – van gemiddeld één miljoen euro – nauwelijks erfbelasting. Slechts 1,1 procent, becijferde het planbureau in 2019 al eens.

Ook Heithuis, die mag meepraten in de Braamzaal, vindt de BOR erg ruim. De regeling is volgens hem verworden tot „een gigantische snoeppot voor ondernemers”, zo verwoordt hij het later in een gesprek met NRC. Maar de lobbyisten slaan die ochtend een heel andere toon aan. Zij praten niet over de lage erfbelasting, maar vooral over wat de familiebedrijven voor Nederland betekenen.

De ambtenaren hebben zo hun twijfels. Al twintig jaar ligt de vraag op tafel of bedrijven de regeling wel nodig hebben. De BOR is in de eerste tien jaar van het nieuwe millennium als een ballon opgeblazen, staat in een proefschrift uit 2011 van de in erfenissen gespecialiseerde belastinginspecteur Mascha Hoogeveen. Zij beschrijft hoe de vrijstelling stapsgewijs werd opgepompt, van 25 procent in 1997 naar 30 procent in 2002, naar 50 procent in 2005, naar 60 procent in 2006, naar 75 procent in 2007, tot er in 2009 een volledige vrijstelling over de eerste miljoen euro kwam, en vanaf dat bedrag is 83 procent vrijgesteld van erfbelasting. Een rechtvaardiging of inhoudelijke onderbouwing voor die stapjes was er nooit. Bij het overgrote deel van de overdrachten is genoeg geld voorhanden om de erfbelasting te betalen, zag Hoogeveen in de fiscale dossiers die ze raadpleegde.

Komt bij dat de Belastingdienst grote moeite heeft met de uitvoering. De fiscus vindt de BOR „complex”, „discussiegevoelig”, „moeilijk beheersbaar”, met als gevolg „hoge uitvoeringslasten”, schreef de Belastingdienst in een notitie aan het CPB. Bij elke bedrijfsoverdracht moeten ambtenaren randvoorwaarden toetsen – is de ontvanger wel vijf jaar bij het familiebedrijf betrokken, staan er privébezittingen op naam van het bedrijf? Het ergst is het vastgoed: per pand moeten uitgebreide excel-sheets met tientallen tabbladen worden ingevuld en gecontroleerd. De procedures duren jaren.

Zo is de sfeer aan de kant van de overheid rond de BOR. Onnodig. Te ruim. Lastig. Slecht onderbouwd.

Als de ambtenaren van het CPB in de Braamzaal aan het einde van het gesprek een rondje maken, kan Heithuis z’n „oren niet geloven”, vertelt hij. De lobbyisten van VNO-NCW en FBNed willen nog een punt inbrengen. Zij vinden dat de BOR een beetje opgerekt moet worden, voor zogeheten ‘oude familiebedrijven’ met heel veel erfgenamen. Het kan toch niet zo zijn dat die buiten de boot vallen?

In 2017 vormden nog vijf familieleden de directie van de brouwerij. Peer Swinkels (rechts) is nu ceo.
Foto Ingmar Timmer/ MT/Sprout

Heithuis weet niet hoe hij het heeft. Vragen de lobbyisten nou echt om belastingsvrijstelling voor verre neven en nichten van grote families, die vaak niks meer met het eigenlijke bedrijf te maken hebben? Terwijl de vermogensongelijkheid door het dak schiet? Schaamteloos, vindt hij het: „Ze wilden gewoon iets regelen voor rijke mensen.”

Het CPB zit op de lijn van Heithuis. Het planbureau noemt in april 2022 de bedrijfsopvolgingsregeling „niet doelmatig”, vrijstelling is niet nodig, bij driekwart van de bedrijfsoverdrachten is er genoeg geld in kas om de erfbelasting af te dragen. En bij de rest volstaat een afbetalingsregeling. De BOR lost een probleem op dat niet bestaat.

De conclusies zijn zo hard dat CDA’er en staatssecretaris voor fiscaliteit Marnix van Rij er iets mee moet. Hij is nog mild. „Gelet op de uitkomsten van de evaluatie”, schrijft Van Rij in de Voorjaarsnota van 2023, wordt de BOR beperkt. Oude, grote familiebedrijven komen er niet in en het vrijstellingspercentage wordt verlaagd van 83 procent naar 70 procent. Dat is, voor het eerst in twintig jaar, een kleine, maar serieuze stap terug.

Op de foto met Caroline van der Plas

Op maandagavond 8 mei 2023 staan er in de Nassauzaal van het Mauritshuis twaalf chic gedekte ronde tafels klaar, voor evenzoveel politici. Het is de avond van het ‘familiediner’, een initiatief van de Stichting Familie Onderneming van miljardair John Fentener van Vlissingen en van FBNed om politici en de familie-ondernemers dichter tot elkaar te brengen.

De Voorjaarsnota was een wake-upcall. Wie aan de bedrijfsopvolgingsregeling komt, komt aan familiebedrijven. En die pikken dat niet. De stichting van Fentener van Vlissingen betaalt de avond. Stefan Tax – de snel pratende en energieke lobbyist van FBNed – heeft de aanwezige volksvertegenwoordigers en hun fractiemedewerkers geregeld.

De locatie is met zorg uitgezocht. De ramen van de Nassauzaal kijken uit over het oude Binnenhof en het historische deel van het Mauritshuis. De politici rouleren die avond van tafel naar tafel, waaraan steeds vier afgevaardigden van familiebedrijven zitten. Alleen hun servet, glas en telefoon moeten ze meenemen. De twaalf tafels hebben inspirerende namen gekregen, die verwijzen naar de maatschappelijke verdiensten van de bedrijven. Er is een tafel ‘regiobinding’, een tafel die ‘sociale en loyale werkgever’ is gedoopt, en eentje die ‘ruggengraat van onze economie’ heet.

Bavaria gaf in de jaren 90 een kalender uit met Tatjana Šimic.
Foto Levin de Boer/LDBFoto.

Arnout Damen van Damen Shipyards staat op de genodigdenlijst, Benno Leeser van Gassan Diamonds, Tom Zeeman van Zeeman, Koen Slippens van groothandel Sligro, Willem van der Leegte van VDL, baggeraar Pieter van Oord, die op 1 juli de baas wordt van luchthaven Schiphol, en Peer Swinkels. De ondernemers hebben instructies gekregen: of ze de politici plezierig, respectvol en nuttig tegemoet willen treden en de maatschappelijke activiteiten van hun bedrijf willen benadrukken.

Ster van de avond is Caroline van der Plas, iedereen wil met haar op de foto. Drie weken eerder werd haar BBB onverwacht de grootste partij van Nederland bij de Provinciale Statenverkiezingen. Ook vertegenwoordigers van VVD, D66, PVV, CU, Denk, SGP, BVNL en JA21 dineren mee, en twee parlementariërs van CDA. Die partij schreef twee jaar eerder al een ‘initiatiefnota’ over het belang van familiebedrijven en ontving grote donaties van familie-ondernemers. De linkse partijen laten het afweten, ondanks herhaaldelijke belletjes en apps van de onvermoeibare lobbyist Tax.


Lees ook
Omtzigts dubbelzinnige omgang met de lobby van familiebedrijven

Pieter Omtzigt en Eddy van Hijum tijdens de presentatie van het verkiezingsprogramma 'Tijd voor herstel' van Nieuw Sociaal Contract (NSC) in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.

Tijdens het diner zijn er discussierondes aan de hand van kaartjes met stellingen en VU-wetenschapper Maarten de Groot zegt in zijn keynote dat familieondernemers in niks lijken op de „rijke, verkwistende mensen met verwende kinderen” zoals in de film en op tv, de „positieve impact” van familiebedrijven is juist groot. Advieskantoor KPMG presenteert een onderzoek onder 22 directieleden en eigenaren, die met klem waarschuwen voor het „mogelijk afschaffen of versoberen van de BOR”. Zo’n ingreep zou „het voortbestaan van talloze Nederlandse familiebedrijven bedreigen en de sector als geheel uithollen.”

De conclusie past naadloos in de lobbystrategie die FBNed een paar jaar eerder heeft uitgerold: alle familiebedrijven in Nederland vormen één groot, degelijk, solide collectief dat onmisbaar is voor de werkgelegenheid, de regio, innovatie en de lange termijn. Wat goed is voor familiebedrijven, is goed voor Nederland.

Na drie gangen is rond negen uur ’s avonds het laatste woord aan Stefan Tax. „Een gelijk speelveld voor familiebedrijven is echt essentieel”, geeft hij de volksvertegenwoordigers mee. En dan sluit hij af met gebed.

Het werkt. Na het diner „in prettige sfeer” zit Kamerlid Roelof Bisschop van de SGP in de trein naar huis, en ordent hij de indrukken van de avond. „Toen realiseerde ik me pas goed: familiebedrijven hebben een eigen cultuur”, blikt hij terug. „Ze hebben een sociaal beleid, mensen blijven er lang werken. Hun doel is niet winstmaximalisatie, maar continuïteit. Ik realiseerde me ook: vanuit die invalshoek moeten wij als fractie naar het economisch beleid voor familiebedrijven kijken. De bedrijfsopvolgingsregeling dient die continuïteit. Als je de BOR afschaft weet je zeker: met één generatie zijn die familiebedrijven weg.”

Een onaangename verrassing

Een maand later, op 12 juni, volgt een nieuwe actie. Staatssecretaris Marnix van Rij krijgt een brandbrief van de voorzitter van de CDA Business Club, waar ook Swinkels en Van Oord lid van zijn. „Beste Marnix,” schrijft de voorzitter zijn partijgenoot. „Wij als CDA Business Club, het ondernemersnetwerk van het CDA met onder ons tal van familiebedrijven, vragen je nadrukkelijke aandacht voor de schadelijke neveneffecten van de mogelijke aanpassingen in de bedrijfsopvolgingsregeling”. De Voorjaarsnota was voor de CDA-ondernemers „een zeer onaangename verrassing”. Van Rij moet zich hard maken voor de BOR, schrijft de voorzitter. „Als dit betekent dat het kabinet meer tijd nodig heeft, dan is dat maar zo.”

De lobby is al luid, maar van Swinkels mag-ie nog luider

Alles aan de brief valt slecht bij Van Rij, vertellen betrokkenen: de toon, de inhoud en het feit dat die twee weken later uitlekt via De Telegraaf. Als omroep WNL er die ochtend een tv-item aan wijdt, wordt Peer Swinkels gebeld voor een toelichting.

De lobby is al luid, maar van Swinkels mag-ie nog wel wat luider. Hij wordt ongeduldig. Hij dineert in het Mauritshuis, hij is lid van de CDA Businessclub, van VNO-NCW, van FBNed, hij is druk met van alles, maar hij weet nog steeds niet of zijn familie ooit die felbegeerde korting krijgt.

Het wordt tijd voor een stunt.

Recht uit het hart

Half juni krijgt aannemer Frans van den Heuvel uit Helmond een belletje. Peer Swinkels aan de lijn. De 61-jarige directeur van Bouwbedrijf Van den Heuvel (anno 1725) en de baas van het bierconcern kennen elkaar goed, vertelt hij in zijn kantoor aan NRC. Bijna honderd jaar geleden bouwde de overgrootvader van Van den Heuvel de eerste panden van de Bavaria-brouwerij. Sindsdien is het familiebedrijf de huisaannemer van de familie Swinkels. Van den Heuvel bouwde het woonhuis van Peer, het Bavaria Biercafé in Lieshout en doet nog steeds het onderhoud bij de brouwerij.

Swinkels vertelt Van den Heuvel dat hij met baggeraar Van Oord naar Den Haag gaat, om de bedrijfsopvolgingsregeling te bepleiten. Hij zoekt nog een oprechte mkb’er die zijn verhaal wil doen in de Tweede Kamer. Of Frans dat wil doen? Die hoeft er geen seconde over na te denken, natuurlijk wil hij dat. Hij hoopt dat zijn zoon of dochter straks het familiebouwbedrijf wil overnemen. Hij heeft al toegang tot de regeling, maar hij wil best mee als Peer dat vraagt.

Op 22 juni rijdt Van den Heuvel naar het Tweede Kamergebouw. Daar treft hij Peer Swinkels, Pieter van Oord, Floris van der Lande van de meubelproducent die zich onlangs liet omdopen tot ‘Lande Family’, en een grote delegatie Kamerleden. Inge van Dijk, woordvoerder fiscale zaken van het CDA, heeft een zaaltje geregeld in het Kamergebouw en een flinke groep Kamerleden opgetrommeld. Bijna iedereen die ook bij het familiediner in het Mauritshuis was, is er weer: PVV, VVD, BBB, ChristenUnie. D66 komt deze keer te laat, de linkse partijen hebben wederom geen trek.

Als Van den Heuvel het zaaltje binnenkomt, krijgt-ie de vraag wat hij gaat zeggen, en of hij iets op papier heeft gezet. Van den Heuvel grinnikt. Nee, hij zal recht uit zijn hart spreken, zo’n type is hij.

Het voorwerk voor de bijeenkomst is deels gedaan door twee lobbyisten die speciaal voor dit dossier zijn ingehuurd door Swinkels, Van Oord en een aantal familiebedrijven die op de achtergrond willen blijven. Het zijn pr-adviseur Frans van der Grint van het Amsterdamse lobbykantoor Confidant Partners en een collega. De vaste lobbyist van FBNed, Stefan Tax, die normaal de contacten met Kamerleden onderhoudt, is er niet bij. Het groepje familiebedrijven rond Swinkels en Van Oord wil met eigen lobbyisten vaart zetten achter hun eigen punt.

Foto’s: Levin Den Boer/LDBFoto

Lobbyveteraan Van der Grint, die eerder naam maakte als ‘boardroomfluisteraar’ bij het internationael lobbybedrijf Hill + Knowlton, heeft voor hetere vuren gestaan: hij was woordvoerder voor de lobbyorganisatie voor de Joint Strike Fighter en van het mislukte Mozambikaanse vastgoedproject van toenmalige kroonprins Willem-Alexander, hij stond Tata Steel bij en recentelijk Ralph Hamers, de onlangs weer in opspraak geraakte voormalig ceo van ING.

De bijeenkomst in de Tweede Kamer is een daverend succes, vooral dankzij aannemer Frans van den Heuvel. Geëmotioneerd vertelt hij dat zijn kinderen het eeuwenoude familiebedrijf zonder de regeling niet kunnen overnemen – al het geld zit in de zaak. Wybren van Haga van BVNL zit ook in de zaal. „Zo’n ondernemer die huilend staat te vertellen over dat-ie zijn bedrijf niet kan overdragen naar de volgende generatie maakt enorme indruk natuurlijk”, zegt hij later tegen NRC. „Parlementariërs hebben nog nooit over de BOR nagedacht. Die zie je dan kijken naar iemand van vlees en bloed. En dan realiseren ze zich opeens: hé, mijn partij deed toch iets voor ondernemers? Dit moet ik misschien oplossen.”

Met de geëmotioneerde aannemer op hun netvlies stromen de parlementariërs terug de gangen van het Kamergebouw in. Dat het begeleidende ‘whitepaper’ – opgesteld onder leiding van Van der Grint – dat zij meekrijgen niet over mkb-bedrijven als die van de aannemer gaat, maar vooral een pleidooi is om „oude en oer-Hollandse” families als Swinkels en Van Oord toegang te geven tot de regeling, verdwijnt in de ruis. Net als het feit dat het maar om een heel klein groepje gaat – een getal van dertig bedrijven zingt rond, maar niemand die het echte aantal kent, ook de Belastingdienst niet. Aan de kritische CPB-ambtenaren denkt al helemaal niemand meer. De Kamerleden spreken sowieso zelden met ambtenaren, ze lezen hoogstens hun nota’s en rapporten.

„Grote familiebedrijven naar Den Haag voor behoud belastingvrijstelling”, kopt zakenkrant FD nog dezelfde dag. Twee weken later dienen Inge van Dijk en Chris Stoffer van ChristenUnie met succes een motie in: het kabinet moet onderzoeken hoe bedrijven als Swinkels en Van Oord geholpen kunnen worden.

De stunt doet zijn werk.

Het voordeel van de val

Er moet alleen nog één hobbel genomen worden: staatssecretaris Van Rij. Die is helemaal niet van plan om de brouwer en zijn kompaan Van Oord toe te laten tot de regeling.

Met elk internationaal rapport en elke OESO-vergelijking groeit de maatschappelijke onrust over de scheve verdeling van kapitaal. Columnist Sander Schimmelpenninck, telg uit een steenrijk geslacht, is op tv met een serie over de welvaartskloof, de term ‘bestaanszekerheid’ krijgt vleugels en de waanzinnige rijkdom van Jeff Bezos en Elon Musk is zelfs voor de grootste kapitalist onverdedigbaar.

Van Rij doet wat hij in de Voorjaarsnota heeft aangekondigd: hij gaat de regeling versoberen. Het wetsvoorstel ligt klaar, samen met een uiterst kritisch advies van de Raad van State, die de regeling „een cadeau-effect” toedicht met „onnodig hoge budgettaire kosten voor de samenleving”.

Maar dan valt het kabinet Rutte-IV. Ineens is het verkiezingstijd. De gevestigde partijen en de bewindslieden zijn hun autoriteit kwijt. Parlementariërs stappen over naar andere fracties, partijleiders paaien hun kiezers. Lobbyisten draaien overuren om de belastingplannen met een barrage aan amendementen in hun voordeel te buigen.

Zo ook Frans van der Grint. Die houdt onder anderen Swinkels en Van Oord nauwgezet op de hoogte van de kansen van het amendement dat hun toegang moet geven tot de BOR.

Ook Swinkels zelf zit niet stil. Een week vóór de allesbeslissende nacht, waarin de ‘oude Tweede Kamer’ over de belastingplannen stemt, haalt hij de CDA Business-club in huis, in het Bavaria Brouwerij-café in Lieshout. Na een brouwerijtour en een walking dinner neemt Henri Bontenbal het woord. De CDA-lijsttrekker brengt „een ode aan het ondernemerschap van de familie Swinkels”, legt aan de hand van citaten van zijn favoriete schrijvers uit hoe het CDA „er wil zijn voor alle mensen”, om vervolgens af te sluiten met een pleidooi voor de BOR, want dat had hij „beloofd”. Het CDA wil de regeling behouden, zegt Bontenbal, omdat de waarden van familiebedrijven „onbetaalbaar”, „onmisbaar” en „intrinsiek duurzaam” zijn.

Lobbyisten draaien overuren om de plannen in hun voordeel te buigen

In dezelfde week dient CDA-parlementariër Inge van Dijk het voor Swinkels zo gunstige amendement in, met Silvio Erkens van de VVD. Tot op de laatste dag is er koortsachtig overleg tussen de Kamerleden, fractiemedewerkers en lobbyisten. De eerder afwezige Stefan Tax van FBNed heeft zijn trots weggeslikt en probeert alle partijen op één lijn te krijgen. Hij is dagelijks in het Kamergebouw te vinden om zoveel mogelijk binnen te halen voor de familiebedrijven. Er wordt druk geappt, koffiegedronken en gebeld – percentages gaan omhoog en weer omlaag, wetteksten worden herschreven.

Uiteindelijk rolt er een compromis uit waarbij het vrijstellingspercentage teruggaat van 83 naar 75 procent, terwijl elke „bloedverwant in de neergaande lijn” van „oude familiebedrijven” toegang krijgt tot de regeling. Dat druist in tegen het CPB-rapport en tegen het Raad van State-advies. Maar ja, motiveert Van Dijk haar amendement later in een gesprek met NRC: „De ambtenaren zeggen nee, de ondernemers zeggen ja. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.”

De PVV kiest als laatste partij vóór het amendement. Het argument dat dit oude oer-Hollandse familiebedrijven helpt, trekt de fractie van Wilders uiteindelijk over de streep.

De Kamer hoeft alleen nog maar in te stemmen met het amendement dat een waarde van tientallen – en over de jaren honderden miljoenen euro’s – vertegenwoordigt voor een klein clubje vermogende families. Een dag voor de stemming ontraadt staatssecretaris Van Rij het amendement met klem.

CDA-Kamerlid Inge van Dijk kan maar moeilijk wakker worden op de ochtend van 27 oktober. Ze is moe van de achttien uur vergaderen van de dag daarvoor, en nu moet ze op bedrijfsbezoek naar Bol.com.

Dan zoemt haar telefoon. Het is een berichtje van Peer Swinkels.

Bedankt Inge, appt hij.